Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Uit drie landen (1900)

Informatie terzijde

Titelpagina van Uit drie landen
Afbeelding van Uit drie landenToon afbeelding van titelpagina van Uit drie landen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.98 MB)

ebook (4.26 MB)

XML (0.27 MB)

tekstbestand






Genre

proza
jeugdliteratuur

Subgenre

novelle(n)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Uit drie landen

(1900)–Jan de Liefde–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina t.o. 56]
[p. t.o. 56]

[In duizend gevaren, of De redding van Bertrand de Moleville]



illustratie

[pagina t.o. 1]
[p. t.o. 1]


illustratie

[pagina 3]
[p. 3]

I.
Booze dagen.

De aanbrekende morgen van den 14den Juli 1788 lichtte in Frankrijk, van Vlaanderen tot Poitou, over landstreken aan, wier voorkomen geheel verschilde van dat op den morgen van den voorgaanden dag.

Een onweder, niet ongelijk aan de plagen, die eenmaal aan de boorden van den Nijl den verstokten koning met ontzetting vervulden, was voorbij; het groen echter der wouden, tuinen en wijnbergen, de velden welker zaad welig opschoot tegen den naderenden oogst, alles lag ter neder geworpen; slechts hier en daar had het verwoestende spel van de elementen een boom of eenige volwassen aren verschoond, en was over de wijnstokken, die achter de rotsen verscholen lagen, of over het lage doornbosch, heengetrokken, zonder ze te vernielen.

Een dergelijk onweder, hetwelk een jaar later, den 14den Juli 1789 (den dag van de bestorming der Bastille) niet in de natuur, maar in het hart van een tegen God en zijn koning oproerig volk ontstond, heeft niet slechts vijf uren, maar vijf volle jaren lang het ongelukkige land geteisterd, heeft honderdduizenden, schuldigen en onschuldigen, door een spoedigen of langzamen dood weggesleept; gansche,

[pagina 4]
[p. 4]

vroeger rijk bevolkte landstreken voor langen tijd ontvolkt; de lustsloten en landhuizen der rijken en voornamen in puinhoopen veranderd; de grondzuilen van alle goddelijke, zoowel als menschelijke ordonnantiën doen daveren.

Maar evenals de hagelbuien en orkanen in Juli 1788 enkele boomen en wijnstokken onbeschadigd hadden gelaten, zoo was ook het bloedgericht, hetwelk de tallooze menigte, zoowel rechts als links trof, over menig schuldig zoowel als onschuldig hoofd voorbijgetrokken, zonder het te deren.

Er vonden toenmaals in het schijnbaar onvermijdelijk doodsgevaar uitreddingen plaats van waarlijk wonderbaren aard, bij welke de hand Gods, in het ondersteunen van degenen die op Hem vertrouwen, voor ons verstand alleszins duidelijk is; daarentegen vinden we ook lotsbeschikkingen, waarbij de wegen Gods in een voor ons ondoordringbaar duister gehuld liggen. De rust, die den woesteling Drouet tebeurtviel, nadat hij zoo menig gevaar ontgaan, en onder een veranderden naam naar Maçon teruggekeerd was, werd door niets verstoord; hij eindigde daar volgens den gewonen loop der natuur in 1824 zijn gruwelijk leven; terwijl de edele Malesherbe, nog weinige maanden vóor Robespierres val, uit zijne voor hem en anderen zoo gezegende rust, waarin hij, schoon eerst laat, den vollen inwendigen vrede gevonden had, gewelddadig werd uitgerukt, en, vergezeld van zijne dochter, zijne kleindochter en haar gemaal, ten bloedgericht werd gevoerd.

Billaud en Carrère, over wie het bloed van duizenden onschuldig vermoorden om wraak schreeuwde, ontgingen de welverdiende doodstraf. De eerste schreef te Sint Domingo nog jaren lang boeken vol vermetelen onzin; terwijl de laatstgenoemde, nadat hij zelfs onder Napoleon ettelijke kleine ambten had bekleed, uiterlijk gerust, in hoogen leeftijd stierf. Daarentegen dwaalt de achtenswaardige Condorcet als bedelaar tusschen de verlaten kasteelen in de omstreken van Parijs rond, en wordt ten laatste in een ellendige herberg, waarin hem de honger had gedreven, ge-

[pagina 5]
[p. 5]

grepen, naar de gevangenis gesleept, waar hij, naar alle waarschijnlijkheid, door vergif van het leven beroofd werd, op den 28sten Maart 1794.

De held, wiens merkwaardige reddingsgeschiedenis wij in de volgende bladen willen mededeelen, was, wel is waar noch een Malesherbe, noch een Condorcet in geestkracht; zijn leven en wezen geven slechts weinig duidelijke blijken van die heldere diepte, waarin het geflonker der starren van omhoog zich op het klaarste spiegelt; maar Bertrand de Moleville verdient toch als vriend van orde, als getrouw dienaar van zijn koning, als oprecht verdediger van onschuld en recht, die hoogachting en deelneming, welke de lezers van zijne geschriften (met name van zijne reddingsgeschiedenis) hem gaarne zullen schenken.

Tevergeefs hadden die mannen, welke in den laatsten tijd den ongelukkigen koning Lodewijk XVI als ministers hadden ter zijde gestaan, Bertrand, Montmolin en Malouet, den koning vele en wel doordachte plannen te zijner redding voorgelegd. De uitvoering vond zoowel in de besluiteloosheid des konings als in de opgevatte meeningen zijner gemalin, onoverkomelijke belemmering. Tevergeefs had Bertrand door vele opofferingen enkele bij het volk invloedrijke stemmen ten gunste van het koninklijk gezag trachten te winnen. De oproermakers hadden middelerwijl ongehinderd hun weg vervolgd, om de maat hunner boosheid vol te maken.

In den nacht van den 9den op den 10den Augustus 1792 maakte het Jacobijnsche moordgespuis zich met voorbeeldelooze vermetelheid van het bestuur der hoofdstad meester; de burgerraad, welken zij uit hun midden benoemden, maakte zich dadelijk zijn nieuw verworven macht ten nutte, om de laatste overblijfselen van het koninklijk aanzien en van alle goddelijke en menschelijke wetten te bespotten en te vernietigen.

De bevelhebber der troepen, de ridderlijke, dappere Mandat, die tot verdediging van den koning en zijn gezin de Tuilerieën bezet had, werd onder voorwendsel met hem te

[pagina 6]
[p. 6]

willen raadplegen, naar buiten gelokt en verraderlijk vermoord. Op den morgen van den 10den Augustus drong een razende volkshoop het paleis binnen, haalde den koning met zijn gezin er uit, en sloot hen in eene zaal der zoogenaamde raadsvergadering, in het klein getralied vertrek van een dagbladschrijver op. Middelerwijl woedden de bloedgierigen op hunne wijze in het koninklijk paleis voort. Een gedeelte der getrouwen, welke aldaar zich om hun heer hadden verzameld, werd zonder bedenken door hen gedood. Toen de Zwitsersche lijfwacht, aan haar plicht gedachtig, de haar toevertrouwde posten verdedigde, zoodat eenigen uit het volk onder hunne kogels vielen, toen werd de welverdiende dood van dit gespuis, den koning als een moord zijner onschuldige onderdanen aangerekend. Ja, zelfs toen ten laatste de boosheid over den vorst het doodvonnis uitsprak, herhaalde men hetzelfde ongehoorde, vermetele verwijt.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

titels

  • In duizend gevaren, of De redding van Bertrand de Moleville


datums

  • 1789