Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De wereld in! Serie 2. Deel 4 (1912)

Informatie terzijde

Titelpagina van De wereld in! Serie 2. Deel 4
Afbeelding van De wereld in! Serie 2. Deel 4Toon afbeelding van titelpagina van De wereld in! Serie 2. Deel 4

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.60 MB)

PDF van tekst (5.52 MB)

Scans (55.16 MB)

XML (0.17 MB)

tekstbestand






Genre

jeugdliteratuur

Subgenre

verhalen
non-fictie/schoolboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De wereld in! Serie 2. Deel 4

(1912)–Jan Ligthart–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 5]
[p. 5]

1. Dikker of hooger?

illustratie Dat was een pret op de speelplaats. De heele klas van Willem was verhoogd, van de derde naar de vierde afdeeling. Niet één kind was blijven zitten. En nu had de juffrouw gevraagd:

‘Wat wil jullie van morgen liever, leeren of spelen?’ Natuurlijk spelen! Een paar kinderen hadden gezegd van leeren, maar verreweg de meesten waren opgesprongen en hadden geroepen: spelen, spelen!

Goed, spelen! Maar dan toch eerst een héél klein beetje leeren.

‘Kom, Willem en Hendrik, haal jullie dat zware blok eens vóór de klas, dat blok dat daar in den hoek staat.’

Alle kinderen hadden er naar gekeken, hoe de twee jongens met dat stuk boomstam waren komen aansjouwen. En toen had de juffrouw daarvan geleerd, dat je aan de ringen in 't hout kon zien, hoe oud de boom was. Elk jaar was er een ring bijgekomen. En zoo was de boom hoe langer hoe dikker geworden.

Na afloop van de les waren de kinderen met de juffrouw

[pagina 6]
[p. 6]

naar buiten gegaan, en wel, wel! wat was het daar nu een pret!

De jongens holden en de meisjes vlogen, en ze zongen en sprongen dol door elkaar. Eenige oogenblikken mocht dat zoo wel, maar niet te lang, anders zouden de kinderen te woest worden.

‘Kom,’ riep de juffrouw, en ze klapte in de handen. ‘We zullen eens een spelletje doen.’ Aanstonds drongen de kinderen om haar heen, en ze riepen: ‘Naloopertje! Touwtje springen! In Zeeland staat een huis!’

Neen, neen, de juffrouw wist vandaag een ander. Van De boom die wordt hoe langer hoe dikker.

Ja, ja, dat was leuk! De kinderen stonden gauw in een lange rij, en de juffrouw op de eene punt. Toen moest de juffrouw stil blijven staan, en de rij kinderen om haar heen draaien. En daarbij moesten ze maar aldoor zingen: De boom die wordt hoe langer hoe dikker.

Het wijsje was eentonig, maar dat draaien was prettig. De lange rij slingerde over de heele speelplaats, en de juffrouw werd hoe langer hoe meer door kinderen omringd. 't Leek wel, of ze allemaal rokjes aantrok, telkens een rokje van kinderen. Maar 't moest verbeelden, of ze een boom was, die telkens een nieuwen ring hout kreeg. Die boom groeide echter verbazend gauw. En dan alleen maar in de dikte.

Toen de boom klaar was en niet meer groeien kon,

[pagina 7]
[p. 7]

omdat er geen kinderen meer waren, begon hij te dansen. En daarbij viel hij na een poosje uit elkaar. Gelukkig voor de juffrouw, want die kreeg het erg benauwd tusschen haar veertig dansende kinderen.

Nu mochten de kinderen twee boomen maken, elk van twintig kinderen; toen vier boomen, elk van tien kinderen; toen vijf, elk van acht; en toen nog acht, elk van vijf. En daarbij moesten ze een wedstrijd houden, welke boom het eerst klaar was.

‘Kunnen we een boom niet ook afrollen?’ vroeg een jongen.

‘Welzeker, maar dan moet je een ander liedje zingen.’

Dat liedje begrepen ze gauw genoeg. Hoor maar, daar klonk het al uit veertig monden: De boom die wordt hoe langer hoe......

 

Op weg naar huis vertelde Willem alles in kleuren en geuren aan Dina. Die vond zoo'n spelletje ook zoo prettig. Maar met háár meester gebeurde 't nooit. Die zei maar: ‘geen tijd! geen tijd!’ Het spelen was voor de kleintjes - de grooten moesten leeren.

‘In de zevende klas,’ zei Dina, die nu in de achtste van de twaalf zat, ‘hebben we wel gelezen van een boom, die hoe langer hoe dikker werd. En bij dat lesje waren prentjes, waarop je 't zien kon. Maar spelen - ho maar! Daar moet onze meester niets van hebben.’

[pagina 8]
[p. 8]

‘'t Is dan toch geen aardige meester,’ vond Willem.

‘O, dat moet je niet zeggen. Hij is juist altijd héél aardig. Maar hij is bang, dat er ook maar een minuutje verloren gaat. Hij is vreeselijk ijverig, zie je.’

Nauwelijks waren de kinderen thuis, of Willem moest alles aan Moeder vertellen. En hij wou al dadelijk het spelletje met Dina en Tuttie in de keuken beginnen. Maar drie was wat weinig.

‘Wacht maar, totdat Oom Jan er is,’ zei Moeder, ‘dan kan die ook meedoen.’

O ja, en dan Vader en Moeder ook, en Piet en Toosje, dan zou het nog een dikke boom worden.

Toen Oom Jan een paar dagen later kwam, werd hij aanstonds door Willem en Tuttie ingepakt. Ze grepen hem ieder bij een arm en draaiden met hem in de rondte.

‘Kinderen, kinderen! Wat begin jullie!’ riep hij angstig uit. ‘Je wil toch niet de armen uit mijn lichaam trekken? Denk er aan, dat ik er maar twee heb, en als die weg zijn, heb ik niets meer.’

Ja, dat kon Willem en Tuttie wat schelen! Ze rustten niet eer, voordat ze met Oom Jan en Dina en Vader gespeeld hadden van De boom die wordt hoe langer hoe dikker. Aan 't eind van 't spel pakte Oom de kleine Tuttie op, tilde haar bij schokjes in de hoogte, en zong daarbij: De boom die wordt hoe langer hoe hooger.

‘Ja,’ zei hij, ‘dat is toch ook waar. En in de Oost

[pagina 9]
[p. 9]

heb je boomen, die worden alleen hooger en niet dikker.’

 



illustratie

 

‘Hoe kan dat dan?’ vroeg Dina.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken