Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De wereld in! Serie 2. Deel 4 (1912)

Informatie terzijde

Titelpagina van De wereld in! Serie 2. Deel 4
Afbeelding van De wereld in! Serie 2. Deel 4Toon afbeelding van titelpagina van De wereld in! Serie 2. Deel 4

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.60 MB)

PDF van tekst (5.52 MB)

Scans (55.16 MB)

XML (0.17 MB)

tekstbestand






Genre

jeugdliteratuur

Subgenre

verhalen
non-fictie/schoolboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De wereld in! Serie 2. Deel 4

(1912)–Jan Ligthart–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 10]
[p. 10]

2. Dikker of hooger?
(Vervolg).

illustratie Heb je,’ vroeg Oom, ‘wel eens van je leven een palmboom gezien?’

‘Jawel,’ antwoordde Dina beslist.

‘Waar dan?’ vroeg Oom weer.

‘Op een plaatje,’ zei Dina lachende.

‘O, maar dan moet je toch ook eens een levenden palmboom zien.’

‘Maar kan dat dan hier, Oom? Ik dacht, dat een palmboom alleen in warme landen groeide.’

‘Ja, dat is ook zoo. Maar we kunnen hier ook wel zoo'n warm landje maken. En dat doen we ook. Dan bouwen we een huis met glazen muren en een glazen dak, waar op alle tijden van het jaar en op alle uren van den dag de zon in kan schijnen. En in dat huis leggen we langs den grond en ook langs de muren ijzeren buizen, waar we warm water door kunnen leiden. We krijgen er binnen in dus verwarming door de zon en warmwater-verwarming.’

‘Zoo'n huis heet een broeikas,’ zei Dina.

‘Juist, maar als nu zoo'n broeikas zoo hoog is, dat

[pagina 11]
[p. 11]


illustratie

er palmen in kunnen groeien, en àls die er dan ook in groeien, noemen we het een palmenhuis. En zoo'n palmenhuis hebben we bij ons in den dierentuin. 'k Zal jelui maar eens meenemen, dan kun je 't zien.’

‘Heerlijk! Wanneer gaan we dan, Oom?’

‘O, vandaag nog niet, juffertje gauw! Maar - 't zal toch geen maand meer duren. En dan zul je boomen zien, die alleen in de hoogte en niet in de dikte groeien.’

[pagina 12]
[p. 12]

‘Blijven de palmboomen dan altijd even dik, Oom?’

‘Ja, net als de bamboe. Kijk, dat gaat zoo. Nu groeit er b.v. een kokospalm boven den grond uit. Hij moet natuurlijk net zoo goed onder den grond beginnen als

illustratie

iedere andere boom, nietwaar? Nu, daar komt hij dan voor den dag. Aan zijn top krijgt hij een kroon van bladeren, net lange veeren. Nu groeit de boom door naar boven. De onderste bladeren vallen er af, en er komen aan den top nieuwe bij. Dat gaat zoo door. Telkens groeit de boom een eind, hij verliest de onderste bladeren, maar krijgt van boven weer nieuwe. Op 't laatst is hij een lange paal met allemaal kringetjes er om en een kroon op den top. En weet je, waar die kringetjes vandaan komen?’
[pagina 13]
[p. 13]

Dina dacht even na. Toen zei ze, half vragend: ‘Daar hebben zeker eerst de oude bladeren gezeten.’

‘Precies. En als nu een inlander kokosnoten wil plukken, pakt hij met zijn handen den stam beet, zet de voeten tegen die ringen aan, en klautert zoo vlug naar boven. Die manier van klimmen heeft hij van de apen afgezien. Maar die hebben niet eens zulke ringen noodig. Die hebben dan ook nog andere voeten dan een inlander.’

‘Nu moet je niet denken,’ ging Oom voort, ‘dat alle palmen zulke bladveeren hebben. Er zijn er ook met bladwaaiers. Die heeten dan ook waaierpalmen, en de andere vederpalmen. Maar dat staat vast, de bladeren zitten altijd als een kroon om den top heen. En takken heeft hij niet.’

‘En is dat bij de bamboe ook zoo, Oom?’

‘Ja, en neen. De bamboe groeit ook alleen in de hoogte en niet in de dikte. De bladeren staan ook in een kring om den stengel heen. En waar ze dan gezeten hebben, zie je zoo'n ring. Je weet wel, - och, haal eens even een takje uit den tuin. Hier, snij het maar af met mijn mes.’

‘Mag ik het doen, Oom?’ vroeg Willem, die ook aldoor had staan luisteren.

‘Welzeker jongen, maar snij je niet in je neus.’

Eenige oogenblikken later was het takje er.

[pagina 14]
[p. 14]
‘Best zoo! Kijk, hier zit een blad, nietwaar? Dat plekje van den stengel of van het takje noem je een knoop. Een eindje hooger zit weer een blad - daar is dus ook een knoop, precies waar de bladsteel uit het takje komt. En het stukje tak tusschen twee knoopen

illustratie

heet een lid, een stengellid, net zooals we spreken van een vingerlid.

Nu kun je bij dit takje de knoopen al goed zien, maar bij een bamboestengel nog veel beter. Daar zie je heele ringen, nietwaar? Dat zijn de knoopen. En de leden tusschen de knoopen zijn daar hol.’

‘Ja, dat hebt u vroeger al eens verteld.’

‘Zoo. En heb ik toen ook verteld, dat de stengel van beneden tot boven even dik was? En dat hij in zijn heele leven nooit dikker maar wel langer werd?’

‘Dat weet ik niet.’

‘En dat hij ook zijstengels had, waar weer bladeren aan zaten?’

[pagina 15]
[p. 15]

‘Neen, dat hebt u geloof ik nog niet verteld.’

‘En dat er bij de knoopen tusschenschotten in den stengel waren?’



illustratie

‘Ja, dat wel.’

‘En dat de inlanders zoo'n stengellid als emmer gebruiken?’

‘Neen, dat niet.’

‘En dat - en dat - neen, nu weet ik niets meer. Maar Willem, nu moet jij aan je juffrouw vragen, of ze jullie leert van De boom die wordt hoe langer hoe hooger. Dan zeg je maar: Compliment van Oom Jan, en of de juffrouw jullie dat spelletje ook eens leeren wil.’

Willem lachte nu maar wat, doch den volgenden dag bracht hij toch de boodschap aan de juffrouw over. En hij vertelde er bij, wat Oom Jan van den palmboom en van den bamboe had gezegd.

De juffrouw gaf weer een boodschap terug: Compliment van de juffrouw, en dat ze in de Oost dat spelletje leerden, dat het een spelletje was voor de kinderen in het land waar de palmboomen groeien.

En toen Oom Jan die boodschap ontving, zei hij tegen Willem: ‘Die juffrouw van jou is een slimmerd, hoor!’ Maar Willem zei niet, dat hij de juffrouw alles verteld had.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken