Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Volledige werken van den ouden heer Smits. Deel 2 (1883)

Informatie terzijde

Titelpagina van Volledige werken van den ouden heer Smits. Deel 2
Afbeelding van Volledige werken van den ouden heer Smits. Deel 2Toon afbeelding van titelpagina van Volledige werken van den ouden heer Smits. Deel 2

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.42 MB)

ebook (3.24 MB)

XML (1.10 MB)

tekstbestand






Editeur

Lodewijk Mulder



Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/essays-opstellen
verzameld werk


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Volledige werken van den ouden heer Smits. Deel 2

(1883)–Mark Prager Lindo–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

XI. Oude vrienden komen aan.

Vier of vijf dagen na ontvangst van den brief van Wilders, was Sepia op weg naar hem toe, terwijl de heer Maulwurf reeds twee dagen vroeger naar Pumpenheim was vertrokken.

Het was een aandoenlijk tooneel toen deze onaangekondigd in het atelier trad van onzen jongen vriend, die zeer melancholieke verzen zat te dichten, à la Byron, over de lichtzinnigheid der vrouwen, en de Duitscher hem om den hals vloog en in weerwil van zijn tegenstribbelen op beide wangen kuste.

Daar iedereen raden kan wat zij elkaar te vertellen hadden, behoef ik hun zeer vervelend gesprek hier niet neder te schrijven.

[pagina 239]
[p. 239]

Dit is een voordeel, dat de fictie boven de werkelijkheid heeft; - in het leven moet men het meest vervelende en overbekende dagelijks slikken; - in een roman kan men het overslaan, - en daar er in het leven zoo verbazend veel saais en eentonigs is, verwondert het mij soms hoe het mogelijk is stof voor drie deelen van een verhaal uit ‘het werkelijk leven’ te vinden, dat zelfs eenigszins onderhoudend kan zijn.

Hoewel ik dus aannemen kan, dat hetgeen de heer Maulwurf vertelde den scherpzinnigen lezer evengoed als mijzelven bekend is, moet ik hem echter met een enkel woord opmerkzaam maken, op hetgeen die heer verzweeg - en dat was onder andere, dat Elise bij haar vertrek hem geld achtergelaten en beloofd had hem geregeld verder daarvan te voorzien. De kleine man had eene dubbele reden om deze kleine omstandigheden geheim te houden; ten eerste, meende hij zoodoende des te meer kans te hebben geld van Wilders te krijgen; en ten tweede, werd de rol die hij nu speelde, van radeloos slachtoffer zijner lichtzinnige nicht, nog veel aandoenlijker en treffender, dan wanneer men geweten had, dat hij onbekommerd had kunnen leven. Het beven van zijn lippen en vingers kon toegeschreven worden aan angst en gebrek; zijn beloopen oogen, aan tranen; - wat zijn rood neusje betrof, hoewel hij zich dagelijks (evenals andere stervelingen) in den spiegel bekeek, dat was steeds voor hemzelven onzichtbaar gebleven.

Als ge dit laatste niet gelooft, geachte lezer, bekijk uzelven, heel oplettend, in den spiegel! - Of neen! Laat ik dat niet van u vergen! Bekijk liever uw naasten opmerkzaam en zie hoe ook zij meestal, zoo te zeggen, een rood neusje hebben, zedelijk of lichamelijk, waarvan zij zelve onbewust zijn, - en dat toch iederen oplettenden waarnemer in het oog valt! Ik wed, dat zelfs gij of ik respectievelijk een rood neusje van den een of anderen aard hebben, dat wij aan elkaars verheven gezicht, zelfs zonder een microscoop te gebruiken, best zien kunnen! Alleen de beleefdheid belet ons van dit minder vleiend gelaatstrekje notitie te nemen; wij roemen en prijzen, - ik uw oogen; gij mijn mond; - ‘asinus asinum fricat,’ - wat vertaald wil zeggen: ‘wijze menschen prijzen elkander onderling;’ - het is slechts tegen een derde, - en met eene medelijdende schouderophaling, - dat wij van die leelijke roode neuzen spreken, die ons anders zoo engelachtig en volmaakt profiel totaal bederven!

Ik keer na deze diepzinnige beschouwing tot den lichamelijken rooden neus van den heer Maulwurf terug, die, nadat hij door al hetgeen hij verzweeg, Wilders in zijne vrouwenhatende geaardheid zeer versterkt had, natuurlijk dadelijk een aanval op zijne beurs deed, die best gelukte.

De heer Maulwurf had een kamertje gehuurd, klein, hoog in de lucht en armoedig gemeubileerd. 't Was voldoende, zeide hij, om het hoofd

[pagina 240]
[p. 240]

van den verlaten grijsaard tegen de elementen te beschutten; - meer verlangde hij niet. Hij zou dáár het grootste gedeelte van den dag zitten en denken - niet over de onwaardige die hem verzaakt had, - maar over, ja, - hij kon niets voor Wilders geheim houden, - over eene ontdekking welke hij gedaan had, waardoor men onmetelijke schatten binnen eenige dagen, ja zelfs uren, zou kunnen verwerven; - schatten, waaromtrent hij nu zelf onverschillig was geworden, - maar hij moest bezig zijn; - hij zou zijn berekeningen uitwerken; - Wilders moest ze zien; - moest er gebruik van maken; - ze waren onfeilbaar; - het zou hem goed doen, als iets ter wereld hem nog goed doen kon, om zijn jongen vriend tot een Cresus te maken; - neen, Wilders moest er niet voor bedanken; - hij was er op gesteld, - en stak inmiddels, met de meeste erkentelijkheid, de kleine som op, welke hij voorshands noodig had, om zich op de meest bescheiden wijze te kunnen inrichten.

Wilders had èn zijn dankbetuigingen èn zijn plannen met dezelfde hoogst tragische onverschilligheid aangehoord; in een zijner verzen had hij zichzelven pas voorgesteld als eene ‘ongevoelige rots te midden van de baren,’ - de herinneringen, die den grond onder zijn voet wegspoelden en hem langzamerhand ondermijnden, tot hij in den oceaan der vergetelheid gedompeld zou worden, - en hoewel het hem verschrikkelijk veel moeite kostte dit denkbeeld op rijm te brengen, was hij er zeer mede ingenomen, en vond het beneden zijne waardigheid eenig blijk van gevoeligheid te geven over wat hem ook verder overkwam, terwijl hij zoo scherp en sarcastisch in zijn uitvallen was, dat de heer Maulwurf zich blijde gevoelde hem te ontloopen en in de eenzaamheid troost te zoeken bij de flesch.

Wilders werd uit deze sombere bui opgewekt door de aankomst van Sepia. Deze deed alsof hij hem geloofde, toen zijn droefgeestige gastheer hem verzocht Elise nooit te noemen, - brak het treurlied, dat Wilders dadelijk na deze verklaring aanhief, onmiddellijk af, bestelde, op de kamers van zijn vriend, een lekker dineetje en rammelde voort, onder het dessert, over het ware genot des levens, dat de mensch altijd smaken kan, mits hem de materiëele middelen daartoe niet ontbreken.

Wilders schudde het hoofd droevig; maar Sepia vermaakte hem zoodanig, dat hij onwillekeurig naar hem luisteren moest; Sepia schonk zijn glas ook zoo onvermoeid vol, dat Wilders eerst uit afgetrokkenheid, later, omdat de wijn hem smaakte, trouw meedronk en opgewonden raakte in weerwil van zijne ‘ellende,’ en wezenlijk blijde was, toen Sepia eindelijk voorstelde, dat zij verder den avond zouden doorbrengen op eene vroolijke wijze en hier of daar heenslenteren, waar wat drukte was en ‘iets te zien.’

De vrienden hadden zich juist klaargemaakt om uit te gaan,

[pagina 241]
[p. 241]

toen, tot beider verdriet, de heer Maulwurf binnentrad. De kleine man was zenuwachtig ontroerd; hij nam nauwlijks eenige notitie van Sepia, maar ging rechtstreeks op Wilders toe, haalde een handvol geld uit den zak, en telde den verbaasden jongeling de som uit, welke deze hem pas een paar dagen te voren geleend had.

‘Richtig!’ zei de heer Maulwurf, nadat hij met zijn verwarde oogen en trekkende vingers het geld ten minste driemaal overgeteld had. - ‘Richtig! wilt gij het natellen? Kan ik u met eene kleinigheid dienen?’

‘Zijt gij op eens millionair geworden?’ vroeg Wilders verbaasd.

‘Ja en neen!’ hernam de heer Maulwurf geheimzinnig, den vinger op den neus leggend; ‘ja en neen! Laat me nu nog mijn geheim bewaren, edele vriend! nog slechts weinige dagen als het kan! O ik ben uitgeput van de warmte! - van de ontroering!’ en hij wierp een begeerig oog op de half volle wijnflesschen, die nog op tafel stonden.

‘Neem een glas wijn,’ grijnsde Sepia, ‘of eene heele flesch, als ge verkiest, maar houd ons niet op: - wij gaan uit!’

Wilders schonk hem dadelijk in, en de kleine man zeeg op de sofa en ledigde met den meesten spoed glas op glas, zonder echter den wenk van Sepia te volgen en de beide vrienden vrij te laten.

‘Wij moeten weg,’ zei eindelijk Sepia; ‘blijf hier zoolang gij wilt; zoolang er nog iets in de flesch is,’ - lachte hij. ‘Kom Wilders, laat ons maar gaan.’

‘Overmorgen zal ik u mijn geheim mededeelen,’ hernam Maulwurf hun vaarwel toewenkende; ‘laat me hier alleen - gerust; - ik moet mijn gedachten verzamelen! Morgen - ja - morgen zal ik in staat zijn u op eene waardige wijze mijne dankbaarheid te toonen voor uw gul onthaal!’ Wilders en Sepia proestten beide van lachen, terwijl zij de trap afgingen en arm in arm de straat opslenterden, en eene zeer elegante dame in een open rijtuig uitgestrekt, met een allervriendelijkst glimlachje en een zeer gemeenzaam knikje den diepen groet van Wilders beantwoordde.

‘Wie is dat?’ vroeg Sepia, met den hoed op het oor de schoone verschijning nastarende.

‘De gravin,’ zei Wilders onverschillig.

‘Is er maar ééne gravin hier?’ vroeg Sepia.

‘De gravin dan par excellence,’ hernam Wilders; ‘mevrouw de douairière Von Wildsang, geboren De la Girouette, - eene dame, die hier nogal eene rol speelt! Zij rijdt zeker naar de Kurzaal.’

‘Laten wij ook daarheen gaan,’ zei Sepia.

En zij volgden de schoone gravin.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken