Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Volledige werken van den ouden heer Smits. Deel 2 (1883)

Informatie terzijde

Titelpagina van Volledige werken van den ouden heer Smits. Deel 2
Afbeelding van Volledige werken van den ouden heer Smits. Deel 2Toon afbeelding van titelpagina van Volledige werken van den ouden heer Smits. Deel 2

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.42 MB)

ebook (3.24 MB)

XML (1.10 MB)

tekstbestand






Editeur

Lodewijk Mulder



Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/essays-opstellen
verzameld werk


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Volledige werken van den ouden heer Smits. Deel 2

(1883)–Mark Prager Lindo–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

XVI.

- - - - Eindelijk was de avond gekomen. De Pauke verscheen op het bepaalde uur. Ik vermomde mij zoo goed mogelijk, en ging tot groote verbazing van mijn kamerdienaar, door de Pauke ondersteund, de trap af en de deur uit.

Op weg naar Dora's kamer! Ik klappertandde alsof ik de koorts had! ‘Zij is alléén,’ zei de Pauke. ‘De andere choriste, die met haar woont, is uit. Dat weet ik. Houd maar moed! Ik durfde niet vragen of zij aan 't vrijen is, - zoo maar op eens. Ge zult dat nu wel zelf spoedig merken.’

't Was op de derde verdieping. Het kostte me moeite om al die trappen te beklimmen! Ik moest tweemaal op weg uitrusten.

‘Ik zal u naar binnen brengen,’ zei de Pauke, ‘dan laat ik u beiden alleen. Ik zal zoolang op de stoep van de kroeg hier tegen over wachten en een glas punch tegen de koude gebruiken.’

De Pauke tikte aan de deur.

‘Binnen!’ hoorde ik, voor het eerst na zoo langen tijd, van de lieve stem, die mij zoo bekend was.

De Pauke deed de deur open, duwde mij in de kamer en verdween.

‘Mijn hemel! wie is dat?’ riep Dora, van het tafeltje opspringende, waaraan zij, met een boek vóór zich, bij dat eeuwige brei-

[pagina 410]
[p. 410]

werk zat Zij schrikte, want ik was zoo ingepakt, dat zij mij niet dadelijk herkennen kon.

‘Ik ben het,’ stamelde ik, - ‘ik - Janus, -’ en ik nam de pet af en sloeg den kraag van den mantel neer. ‘Ik moet u spreken -’

‘Mijnheer Snor!’ riep zij, verbleekende. ‘Wat doet gij hier! Gij hebt geen recht mij te vervolgen! Ga heen! Ik kan, ik wil u niet meer zien! Laat mij dadelijk alleen, - of ik zal zelve weggaan!’

‘Dora!’ steunde ik, terwijl ik op een stoel nederzeeg; want mijn been was zoo pijnlijk geworden, dat ik niet kon blijven staan; ‘Dora! slechts één woord! Ik - ik - o - antwoord mij maar op ééne vraag - zeg me - o Dora - dat ge me - me - dat is, ik wilde - hebt ge al een anderen vrijer?’

‘Ik ontken, dat gij eenig recht hebt mij dat te vragen!’ riep zij, zich oprichtende. ‘Het gaat u immers niet aan, al had ik er tien! Ga maar gauw heen!’

‘O Dora!’ riep ik, ‘als ge maar wist wat ik gedaan heb, - - wat ik nog lijd.’

‘Dat is zeker zoo mode in de groote wereld, waar gij nu te huis behoort,’ viel zij mij in de rede, ‘om eerst een arm meisje te laten zitten, en dan te komen klagen over hetgeen gij zelf lijdt! Ga maar heen, - zeg ik! Eer Klaartje terugkomt en ge u schamen moet bij zoo'n arme choriste ontdekt te zijn! Ga maar heen!’

‘Ik wou dat de heele wereld me hier vond!’ riep ik. ‘Maar hoor me aan, en als ge daarna verlangt, dat ik heen gaan zal, - dan - maar hoor me eerst aan, Dora! Het is wellicht een stervende, die tot u spreekt!’ En ik dacht aan overmorgen en aan de ontmoeting met Brom. Dora wist natuurlijk daarvan niets; - maar ze hield mij zeker voor heel ziek; - ik schrikte zelf toen ik mijn gelaat zag in het spiegeltje boven den schoorsteenmantel! Zij aarzelde echter een oogenblik, maar zei toen:

‘Zeg maar wat ge te zeggen hebt; - ik zal u aanhooren. Maar maak het kort, Snor! Ge moet weggaan!’

Toen zij mij nu eenmaal aanhooren wilde, vatte ik eenigszins moed. Maar het kort maken, kon ik niet! Hoe meer ik vertelde, hoe meer had ik te vertellen. Ik wilde haar niets verzwijgen (niets, dan dat ongelukkige tweegevecht, dat me hoe langer verschrikkelijker toescheen), en maakte haar met alles bekend, wat ik beleefd, en wat ik ondervonden had; - en hoewel zij half afgewend van mij zat, kon ik aan het beven van haar vingers zien, dat zij begon vermurwd te worden, en toen ik, eindelijk, uitgeput door de inspanning en door de pijn aan mijn been, om een slokje water smeekte eer ik verder vertelde (ik was tot den afloop van mijn engagement met mevrouw Neteldoek gekomen), - stond zij op, en schonk me een glas in en toen zij het mij aangaf, waagde ik het hare hand te vatten, die zij maar heel zachtjes terugtrok, mij zeggende voort te gaan.

[pagina 411]
[p. 411]

Dat kon ik echter niet meer geregeld doen. Zoodra ik van mijn val door het luik sprak, zag ik haar eerst verbaasd opkijken, en toen stonden haar de tranen in de oogen, en - nu ja - ik raakte (alleen uit lichamelijke zwakte ook aan 't snikken, - en - ‘Dora,’ smeekte ik, ‘laat nu alles vergeten en vergeven zijn’ - en ik stond op en stak haar de hand toe, - en zij liet toe dat ik de hare nam, en daar zij mij ook niet terugstiet, toen ik me over haar heen boog, en ook hare andere hand greep en die van haar gezicht nam, - en haar zoo'n heel kleinen kus op het voorhoofd gaf, - toen, al had zij ook geen woord gesproken, wist ik dat alles als vanouds was tusschen ons, - en een half uur later ging ik heen, als de gelukkigste der stervelingen, want Dora zelve bracht mij naar beneden. - - - Wij waren overeengekomen alles nog drie dagen geheim te houden.

‘Dora,’ had ik gezegd, en ik beefde als ik dacht, wat me overmorgen vroeg met Brom nog te wachten stond; ‘ik heb nog twee dagen noodig om mijn zaken te regelen. Ik verkoop alles wat ik hier heb. Ik heb genoeg over om er stil en ordentelijk van te leven met mijne lieve vrouw! Overmorgen, tegen den middag, kom ik bij u, (dan zou het tweegevecht afgeloopen zijn!) en wij reizen samen naar Den Haag om uwe familie te verrassen.’

Zij drukte me nog eenmaal de hand. De Pauke, die wat veel glaasjes punch gedronken had, wenschte ons geluk; - en ik ging weder naar huis!

Ik wist niet, dat ik verraden was! Ik droomde van niets dan van Dora en van geluk! Den volgenden dag, den heelen dag door, in weerwil van het dreigend tweegevecht, hield ik me voor een gelukkig mensch!

Ik wist niet, wat ik dien avond zien zou! Wie had kunnen vermoeden, dat Dora, - eene valsche slang was!


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken