Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Itinerario, voyage ofte schipvaert naer Oost ofte Portugaels Indien 1579-1592. Tweede stuk (1956)

Informatie terzijde

Titelpagina van Itinerario, voyage ofte schipvaert naer Oost ofte Portugaels Indien 1579-1592. Tweede stuk
Afbeelding van Itinerario, voyage ofte schipvaert naer Oost ofte Portugaels Indien 1579-1592. Tweede stukToon afbeelding van titelpagina van Itinerario, voyage ofte schipvaert naer Oost ofte Portugaels Indien 1579-1592. Tweede stuk

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.40 MB)

Scans (38.67 MB)

XML (0.55 MB)

tekstbestand






Editeurs

H. Kern

H. Terpstra



Genre

non-fictie

Subgenre

reisbeschrijving
non-fictie/koloniën-reizen


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Itinerario, voyage ofte schipvaert naer Oost ofte Portugaels Indien 1579-1592. Tweede stuk

(1956)–Jan Huyghen van Linschoten–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 109]
[p. 109]

Dat 61. capittel.
Van't cruydt dutroa ende een plante, ghenaemt herba sentida ofte gevoel cruyt.

Het cruyt ghenaemt dutroaGa naar voetnoot1) is seer ghemeen in Indien, ende wast over al int velt. Die bladeren van dit cruydt gaenGa naar margenoot+ scherpachtigh uyt, ghelijck het scherp ofte yser van een spies, ende is in't ront gehackelt gelijc de bladeren van berenclau, ende vastGa naar voetnoot2) van dier groote, in die lengte vele lange draden hebbende, vastGa naar voetnoot2) sonder smaec ende vochtigh, ooc een weynigh bitter, rieckende als radijs. Den bloem ofte bloesem van dese plante is bynaest ghelijc de bloesem van rosemareyn inde coleur. Uyt dese bloemenGa naar margenoot+ wort een bolle, bynaest ghelijc een bolle van slaep-cruydt, daer in sekere keerlkens gelijc die keerlen van meloenen. Dese, gestooten ende dan ghedaen in rijs ofte eenige spijs, wijn, water ofte eenige andere dranc of compost ende ghedroncken ofte ghegheten maect dieGa naar margenoot+ persoon gelijc oft hy sot waer, en doet niet dan lacchen, sonder kennisse noch ghevoelen te hebben van yet ter werelt, datmen in zijn presentie doet, ende doetse somtijts slapen ghelijck oftse Ga naar margenoot+doodt waren, 'twelcke also soude dueren 24. uren langh, ten waer sake, datmen hem zijn voeten met coudt water wies, soo comt hy weder tot hem selven, aleer die 24. uren om zijn. Dit cruyt ghebruyckenGa naar margenoot+ die Indiaensche ende oock Portugesche vrouwen veel om haer mans in te gheven, ende geschiet dicwils, als zy haer ghenoecht willen nemen met haer boelen ende byslapers, dat zijt den man ghegeven hebben, ende gaen in zijn presentie en bedryven hare luxurie, en trecken den man by den baerdt, hem cornudoGa naar voetnoot3) heetende, en andere dierghelijcke spotterie aendoende, sonder dat die man daer eenige wetenschap ofte kennisse af heeft, ende sit met zijn oogen open sonder anders daer toe te doen ofte segghen dan lacchen ende grijnsen, gelijck een sot ende uytsinnigh mensch, ende alst zynen tijt gepasseert heeft ende weder tot zijn selven comt, weet nieuwers af, dan meent, dat hy gheslapen heeft. Dit cruijdt ghebruycken de slaven ooc wel om haer Ga naar margenoot+vrouwen ende heeren in te geven, om also haer te ‖ berooven ende coffers en kisten open te doen, dat altemet wel gheschiet. DitGa naar margenoot+

[pagina 110]
[p. 110]

dutroa moet met maten gebruyct werden, om dattet een aert van fenijn is, want so ment te veel ende overvloedigh jemant in gaf, souder met om den hals raken, ten waer datmen daer terstont Ga naar margenoot+stercke ende crachtige remedie teghens dede van eenighe teghen fenijn ofte purgatien.

Annotatio D. Palud.
Die ghenesinghe gheschiet met medicynen, die doen braken, op dat alles met de spyse mochte uyt comen, wat in die maghe ghebleven is, daer nae met purgatie ende diversie door stercke clysteringen ende met scherpe wryvinghe ende banden van de handen ende voetenGa naar voetnoot1), ten tyden oock met aderlatinghe op die groote teen.

Ga naar margenoot+Dit cruydt isser over al in grooter menichten, en hoewel dat het verboden wert te plucken en te gebruycken, niet tegenstaende de principaelste, die sulcks verbieden, zijn de ghene, diet meest daghelijcks in 't lijf krygen van hare eyghen vrouwen, om hare luxurie met een ander te boeten, 't welcke hare ghemeene neeringhe is, weynigh uytgesondert. Sommige mans zijn so ghewent, het dutroa te eten of te drincken sonder haer weten, datse alleenlick met het sop vande bladen terstont het spec wech hebbenGa naar voetnoot2), ende die vrouwe seker is, hare oncuysheydt te pleghen naer hare lust. Dese en dierghelijcke cruyderen en planten zijnder veel door gheheel Ga naar margenoot+Indien, ende worden seer ghepleegt, want alle die studeringe vande vrouwen ende Indianen is nacht en dach om de oncuysheydt te ghebruycken en die te verstercken met alle wat zy weten te gebruycken en te versieren om die t'onderhouden ende bequaemheyt daer toe te hebben, waer op zy wondere practijcken ende duyvelsche inventie weten ende doen, als de experientie ende ervarentheyt dagelijcks uytwijst ende vertoont van die in Indien verkeeren, ghelijck ic eensdeels wel bevonden hebbe.

Ga naar margenoot+Daer is noch een cruyt in Indien, wordt vande Portugesen ghenoemt herba sentidaGa naar voetnoot3), dat is soo veel als ghevoel-cruyt, oorsake, dat wanneer daer jemant by comt ende aentast, sant oft jet andersGa naar margenoot+ daer maer op werpt, terstont wert het slap ende sluyt zijn bladeren toe, ende en sullen niet weder in zijn effect comen noch

[pagina 111]
[p. 111]

open gaen so langhe als men daer by staet, maer so haest alsmen Ga naar margenoot+de rugge keert ende wech gaet, so gaen die bladen weder openGa naar voetnoot1), Ga naar margenoot+ende werden weder ‖ stijf ende fray, oftse nieu ghewassen waren,Ga naar margenoot+ ende weder aenroerende verslappen ende sluyten terstont weder, so dat het een playsier om sien is, ende vreemt om te noteren.

Oock is te verwonderen ende schijnt ongelooflijc van die het niet gesien en heeft, als dat binnen die stadt ende 't eyland van Goa, op een eynde van de stadt, aldaermen die koeyen, ossen, schapen ende alle vee slaet ende doodt, tot spyse vande inwoonders, genaemt matavaquas, op welcke plaetse liggen die hoornen vande beesten over al gheworpen ende verstroyt als onnutte ware, want behalven datse die Portugesen noch Indianen niet en gebruycken,Ga naar margenoot+ so ist ooc voor die Portugesen ende Spaengiaerden een groote injurie, jet van hoornen te hebben, ofte malcander een hoorn te wysen ofte voor de duere te smyten, waerom zy den anderen souden dooden en ombrengen; ende daer wort oock scherpe justitie over gedaen, so daer jemant den anderen eenigh spijt met wysinge van een hooren, ja alleenlic te noemen, gedaen heeft, want daerby te verstaen geven een man, die zijn wijf afgesoentGa naar margenoot+ wert. Keerende weder op onse materie, so is te weten, dat dese hoornen, als zy daer een wijl ghelegen hebben, worden inde aerde vast, namelijc het binnenste vande hooren, ende crijght wortelen, gelijc oft het een boom waerGa naar voetnoot2), als ickse menighmael selfs uytGa naar margenoot+ ghetrocken hebbe met wortelen van 2. ende 3. spannen lanckGa naar voetnoot3), 't welcke op geen plaetsen ter werelt en geschiet, datmen weet. D'oorsake daervan heeft menigh curieus ondersoecker van vremdigheden verwondert ghemaeckt, maer noyt en hebben connen gevinden; nochtans is die aerde meest steenachtigh, waer van die van Goa moeten dicwils in spotreden het verwijt hooren, dat zijGa naar margenoot+ de principaelste cornudos ofte hoorn-dragers zijn, om datmen die hoornen op ander plaatsen can afsnyden teenemael, maer die van Goa, als wortelen hebbende, daerom niet moghelijcken en zijn geheelijcken af te snyden, want om die wortelens wille terstontGa naar margenoot+ weder aengroeyen, so dat zy die alle haer leven met geduldigheyt moeten dragen, waermede wil voleynden vande gemeen cruyden,

[pagina 112]
[p. 112]

boomen ende planten van Indien, hoewel datter noch veel ende duysenderley, die in differentie ende wonderlickheden de cruyden van dese landen seer verscheyden zijn, doch de namen my sonderlinghe so niet bekent, ende oock om alle overvloedige redenen te schouwen, hebbe alleene mentie willen maken vande ghemeene ende meest bekende.

voetnoot1)
Veel van 't volgende overgenomen uit Orta, Coloq., Cap. XX.
margenoot+
Ghedaente vande dutroa.
voetnoot2)
Zie Ie stuk p. 4 noot 3.
voetnoot2)
Zie Ie stuk p. 4 noot 3.
margenoot+
De bloemen van dutroa zijn ghelijck de bloemen vande rosemareyn.
margenoot+
Dutroa, ghegeten ofte ghedroncken, maect de menschen sot ende lacchende, sonder gevoelen.
margenoot+
[86b]
margenoot+
De vrouwen gheven haer mannen dit cruyt dutroa in om haer ghenoechte met ander mans veyligh te moghen hebben.
voetnoot3)
D.i. hoorndrager.
margenoot+
margenoot+
De slaven ghebruycken dit cruyt om veyligh te stelen.
margenoot+
Dutroa is fenijn.
voetnoot1)
Engelse vertaling II p. 70 heeft: ‘& binding both hands and feete’.
margenoot+
Dutroa wert verboden te plucken, hoe wel dattet in grooter menichte wast.
voetnoot2)
W.N.T.: het spek al weg hebben: ‘er bij’ zijn, de schade al te pakken hebben.
margenoot+
De Indiaensche vrouwen studeren altijt om oncuysheydt te bedryven.
margenoot+
Herba sentida is ghevoel cruydt.
voetnoot3)
Orta gewaagt van dit kruid, II, 18, doch geeft niet den naam; hij verwijst naar den Spaanschen schrijver Acosta, Tractado de las drogas. De plant moet een soort Mimosa wezen.
margenoot+
Oorsaec, waer omme.
margenoot+
[87a]
voetnoot1)
Deze laatste krasse bewering moeten we voor rekening van Linschoten laten.
margenoot+
margenoot+
Herba sentida wert terstont slap, als men daer yet op werpt ende tselve afnemende, wert weder stijf.
margenoot+
De Portugesen ende Indianen souden malcanderen dootslaen, dat men een hoorn voor haer deur gheleyt hadde.
margenoot+
De hoornen vande beesten seer veracht in Indien.
voetnoot2)
Dit is natuurlijk een dwaling, die wij niet weten te verklaren. Zou die soms door misverstand ontstaan zijn doordat een Indische plant, nl. de Sanseviera zeylanica Gokarṇī, d.i. koe-oor, heet?
margenoot+
Men doet justitie over de ghene, die een ander de hoornen wijst ofte noemt.
voetnoot3)
!
margenoot+
De hoornen groeyen te Goa met wortelen gelijc boomen.
margenoot+
Die van Goa werden bespot om't wassen vande hoornen.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

titels

  • Itinerario, voyage ofte schipvaert naer Oost ofte Portugaels Indien 1579-1592 (5 delen)

  • Itinerario, voyage ofte schipvaert naer Oost ofte Portugaels Indien 1579-1592


auteurs

  • H. Kern

  • H. Terpstra


landen

  • over Portugal

  • over Indonesië

  • over China

  • over Egypte

  • over India