Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Itinerario, voyage ofte schipvaert naer Oost ofte Portugaels Indien 1579-1592. Tweede stuk (1956)

Informatie terzijde

Titelpagina van Itinerario, voyage ofte schipvaert naer Oost ofte Portugaels Indien 1579-1592. Tweede stuk
Afbeelding van Itinerario, voyage ofte schipvaert naer Oost ofte Portugaels Indien 1579-1592. Tweede stukToon afbeelding van titelpagina van Itinerario, voyage ofte schipvaert naer Oost ofte Portugaels Indien 1579-1592. Tweede stuk

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.40 MB)

Scans (38.67 MB)

XML (0.55 MB)

tekstbestand






Editeurs

H. Kern

H. Terpstra



Genre

non-fictie

Subgenre

reisbeschrijving
non-fictie/koloniën-reizen


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Itinerario, voyage ofte schipvaert naer Oost ofte Portugaels Indien 1579-1592. Tweede stuk

(1956)–Jan Huyghen van Linschoten–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Dat 79. capittel.Ga naar voetnoot2).
Van't bangue.

Ga naar margenoot+BangueGa naar voetnoot3) is ooc een gemeene cost vande Indianen, dienende tot dieselfde effecten als het amfion. Is een zaet gelijc kennep-zaet, maer wat cleynder ende ooc so wit niet; desghelijcs daert aen wast is ghelijc kennep, dan en heeft geen schillen om jet af te maken. Die Indianen eeten dese zaden ofte die bladen daer van ghestooten; segghen, goet appetijt maect, doch gebruyckent meest om die vrouwen te ghelieven. Soment meest ende ghemeenlicGa naar margenoot+ gebruyct, ende inde winckels vercoopt, is te samen ghemengt, te weten, het poeyer van dese bladen ende wat van't zaet; doender oock groene arecca onder, om eenGa naar voetnoot4) droncken ende bynaer uyt zijn selven te maken, ende ‖ somtijts mengent oock by wylenGa naar margenoot+ met noten muscaet, folie ofte massa, twelcke haer oock droncken maect. Andere (te weten de rijcken ende machtigen) doender nagelen, camphora, ambar, mosseliaet ende amfion onder; als ooc Ga naar margenoot+die Mooren seggen, een vrolijck maeckt, ende vergeeten doet alle arbeyt ende quellagie, sonder eenighe swarigheyt te ghedencken,

[pagina 147]
[p. 147]

dan alleen te lacchen, boerden ende gherustelick te slapen. Die lichte vrouwen gebruyckent altemet als zy jewers willen eenigen man geselschap houden om vrolick te wesen, ende alle fantasien ende druck achter den rugge te stellen.

Is eerst geinventeert gheweest vande groote capiteynen ende soldaten; als zy langen tijt in't velt gelegen hadden met waken ende ongemack ende haer eens begeerden te vermaken, alle fantasien uyt het hooft stellende, so gebruycken zy 'tbange op de manier als boven. Doet de gene, die het eet, seer schuymen, ende siender uyt al oft zy gantsch droncken ende bynaer half sot waren, niet doende dan lacchen ende altoos vrolijck te wesen, sooGa naar margenoot+ langhe als die operatieGa naar voetnoot1) duert. Wort seer vande Indianen geuseert ende ooc wel mede van sommighe Portugesen, maer meest vande slaven om altemets haren arbeydt ende slavernye te vergheten; in somme is eenen cleynen troost ende remedie teghens die melancolye.

Annotatio D. Palud.
Bangue wort ooc vele in Turckyen ende AEgypten ghebruyct. Wort op dryerley manieren ghemaect, hebbende oock dryerley onderscheydelicke namen. Het eerste noemen die AEgyptenaren assisGa naar voetnoot3), 'twelc is poyer van kennep ofte hennep bladeren, met water tot een pasta ofte deegh ghemaect, daer af zy vijf ofte meer stucxkens eten, so groot als castanien, van 't vvelcke de ghene, die sulcks ghegheten hebben, een ure daernae niet anders worden dan of zy droncken waren, met ontsinnigheyt; worden van selfs gelijc oft zy opgetrockenGa naar voetnoot4) waren, ende haer verschynen vremde ghesichten, daer in zy groote vermakelickheyt hebben. Dit ghebruyct het ghemeene volck, om dat het van cleyne prijs is. So ist oock gheen wonder, dat sulcs van't hennep gheschiet, vvant na Galeni opinie hennep het hooft boven maten vervult. Het tvvede noemen zy bosaGa naar voetnoot5), 'tvvelck sterckerGa naar margenoot+ is dan assis; vvort gemaect uyt het meel van loliun, dat wy oncruyt ofte dronckaert heeten, ende uyt kennep zaet met water op vorighe maniere; ander persen hier uyt dat sop ende gheven dat. Het derde wert genoemt bernaviGa naar voetnoot6), 'twelc het oprechte bangue is, dat zy uyt Indien bereyt krygen, op maniere, van Huygens beschreven, daer af zy ontrent een once nemen, ende werden met den eersten vrolijck, spreken vele ende singhen lichtveerdighe liedekens, Ga naar margenoot+lacchen ‖ oock boven maten ende bedryven vele vrolijcke sotternyen, welcke sotternye bycans een ure duert; daer nae werden zy
[pagina 148]
[p. 148]
verweckt tot toornigheyt ende tot kyven ende vechten, 'twelck ooc weynigh aenhout; alsdan werden zy met droefheyt overvallen ende met vreese, dat zy wel ghestadigh schreyen souden, in't leste van alle dese sotternyen moede gheworden zijnde, vallen zy in slaep, ende vande slaep opwakende, comen weder tot haer selven. Dit wordt vele ghedaen van die sotte personagien ofte guychelaers op gastmalen, om de gasten te vermaken. DieEgyptenaren gebruycken noch een ander soorte, dat zy bersGa naar voetnoot1) heeten, 'twelc te seggen is ghesontheyt van een ure; wordt ghemaect uyt witte peper, wit bilzen zaet, van elc vijf loot, opium derdehalf loot, spica nardi, euphorbium, bertram, van elcx l. mitchalGa naar voetnoot2), safferaen, vijftien scrupelen, alle gestooten in een marmoren mortier ende met honigh vermengt tot een condijtGa naar voetnoot3).

voetnoot2)
Naar Coloq. VIII van Orta.
margenoot+
Ghedaente van bangue, hoe het wast ende waer toe het nut is.
voetnoot3)
Skr. ‘bhangā’, Cannabis Indica. Hieruit Hind. bhaṅ, Perz. bang, Port. bango, enz.
margenoot+
Hoement bereyt om tvolc suf droncken mede te maken.
voetnoot4)
Versta: iemand.
margenoot+
margenoot+
Remedie om swaermoedigheyt ende ander quellagien te verdryven.
margenoot+
Hoe de nature van bangue eerst kenlicke is geworden.Ga naar voetnoot2)
voetnoot2)
Dit marginaal zou eigenlijk hoger moeten staan.
voetnoot1)
werking.
voetnoot3)
Arab. ‘ḥasjīsjh’.
voetnoot4)
Wel op te vatten als: buiten zichzelf.
voetnoot5)
Turksch ‘boza’.
margenoot+
[99a]
voetnoot6)
Arab. ‘bernāwī’.
margenoot+
voetnoot1)
Arab. ‘bers’ of ‘bersj’.
voetnoot2)
Port. ‘mitical’, uit Arab. ‘miṭhḳāl’ of ‘misjḳāl’, een gewicht oorspronkelijk gelijk aan dat van den Romeinschen aureus en den gouden dīnār; omstreeks 73 gram (oud).
voetnoot3)
Moet waarsch. zijn: ‘confijt’. Eng. vertaling (II p. 117) heeft: ‘confection’.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

titels

  • Itinerario, voyage ofte schipvaert naer Oost ofte Portugaels Indien 1579-1592 (5 delen)

  • Itinerario, voyage ofte schipvaert naer Oost ofte Portugaels Indien 1579-1592


auteurs

  • H. Kern

  • H. Terpstra


landen

  • over Portugal

  • over Indonesië

  • over China

  • over Egypte

  • over India