Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Geschiedenis van de techniek in Nederland. De wording van een moderne samenleving 1800-1890. Deel II (1993)

Informatie terzijde

Titelpagina van Geschiedenis van de techniek in Nederland. De wording van een moderne samenleving 1800-1890. Deel II
Afbeelding van Geschiedenis van de techniek in Nederland. De wording van een moderne samenleving 1800-1890. Deel IIToon afbeelding van titelpagina van Geschiedenis van de techniek in Nederland. De wording van een moderne samenleving 1800-1890. Deel II

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (21.56 MB)

ebook (20.30 MB)

XML (1.41 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/natuurwetenschappen/natuurkunde
non-fictie/natuurwetenschappen/scheikunde
non-fictie/economie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Geschiedenis van de techniek in Nederland. De wording van een moderne samenleving 1800-1890. Deel II

(1993)–M.S.C. Bakker, E. Homburg, Dick van Lente, H.W. Lintsen, J.W. Schot, G.P.J. Verbong–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Gezondheid en openbare hygiëne. Waterstaat en infrastructuur. Papier, druk en communicatie


Vorige Volgende
[pagina 332]
[p. 332]

Over de auteurs

A. Bosch (1953) studeerde geschiedenis te Nijmegen en is sinds 1988 verbonden aan het leerstofgebied Cultuurwetenschappen van de Open Universiteit te Heerlen. Hij publiceerde onder andere op het terrein van de lokale geschiedenis van Groesbeek en het Nederrijk. Bosch verricht onderzoek naar moderniseringsprocessen op lokaal en nationaal niveau in de negentiende en twintigste eeuw.

 

E.S. Houwaart (1953) studeerde Geneeskunde in Groningen waar hij in 1981 zijn artsdiploma behaalde. In 1983 voltooide hij de opleiding tot huisarts. Sinds 1988 is hij werkzaam als universitair docent bij de vakgroep Geschiedenis van de Rijksuniversiteit Limburg. In 1991 promoveerde hij op het proefschrift De Hygiënisten. Artsen, staat en volksgezondheid in Nederland 1840-1890.

 

D. van Lente (1952) studeerde nieuwe en theoretische geschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam. Als universitair docent is hij vanaf 1980 verbonden aan de Erasmus-Universiteit Rotterdam, vakgroep Industriële Samenlevingen. In 1988 promoveerde hij op het proefschrift Techniek en ideologie. Opvattingen over de maatschappelijke betekenis van technische vernieuwingen in Nederland, 1850-1920. Van Lente is lid van de redactie van het overzichtswerk Geschiedenis van de Techniek in Nederland. De wording van een moderne samenleving 1800-1890.

 

A.J. Veenendaal jr. (1940) studeerde geschiedenis aan de Rijksuniversiteit Utrecht en promoveerde in 1976 aan de Katholieke Universiteit Nijmegen op een proefschrift De Briefwisseling van Anthonie Heinsius 1702-1720. Hij is als wetenschappelijk medewerker verbonden aan het Instituut voor Nederlandse Geschiedenis te 's-Gravenhage, waar hij belast is met de uitgave van de briefwisseling van de raadpensionaris Anthonie Heinsius, waarvan inmiddels 12 delen zijn verschenen. Verder publiceerde hij een aantal korte biografieën van Nederlandse spoorwegingenieurs alsmede artikelen op het gebied van de geschiedenis van de spoorwegen in Nederland, en van de Nederlandse financiële betrokkenheid bij de ontwikkeling van het Amerikaanse spoorwegnet.

 

G.P. van de Ven (1941) studeerde sociale geografie en geschiedenis aan de Katholieke Universiteit Nijmegen. Hij heeft gepubliceerd op het terrein van de geschiedenis van de waterstaat in Nederland. In 1976 promoveerde hij op een studie Aan de wieg van Rijkswaterstaat, Het graven van het Pannerdens Kanaal. Van 1973 tot 1991 was hij medewerker historische geografie aan het Geografisch Instituut van de KU Nijmegen. Op dit moment schrijft hij in opdracht van Rijkswaterstaat een handboek over de geschiedenis van de waterbeheersing in Nederland.

 

O. de Wit (1962) studeerde maatschappijgeschiedenis aan de Erasmus-Universiteit Rotterdam. Na zijn afstuderen in 1989 deed hij voor de Stichting Historie der Techniek enkele jaren onderzoek naar veranderingen op het gebied van communicatiemiddelen in Nederland in de negentiende eeuw. In dat kader publiceerde hij in 1990 de monografie Papierfabricage in Nederland in de negentiende eeuw. Van molen naar fabriek, en in 1993 (in samenwerking met D. van Lente) een boek over grafische technieken. Sinds 1992 is hij verbonden aan de sectie Geschiedenis van de Techniek van de Technische Universiteit Delft, waar hij een promotieonderzoek verricht naar de geschiedenis van de telefonie in Nederland.

 

A. van der Woud (1947) studeerde kunstgeschiedenis te Groningen. Van 1974 tot 1981 werkte hij als conservator en adjunct-directeur in het Rijksmuseum

[pagina 333]
[p. 333]

Kröller-Müller, Otterlo. Daarna werkte hij als universitair docent architectuurgeschiedenis bij de vakgroep Kunstgeschiedenis van de Rijksuniversiteit Groningen. Sinds 1990 is hij als gewoon hoogleraar voor de geschiedenis der bouwkunst verbonden aan de Vrije Universiteit van Amsterdam. In 1987 promoveerde hij aan de Rijksuniversiteit Groningen op Het Lege Land. De ruimtelijke orde van Nederland 1798 -1848.

 

H. van Zon (1940) studeerde geschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam. Na enkele jaren docentschap bij het middelbaar onderwijs trad hij in 1968 in dienst bij het Nederlandsch Agronomisch-Historisch Instituut (Instituut voor Landbouwgeschiedenis), sinds 1983 onderdeel van de Letterenfaculteit van de Rijksuniversiteit Groningen. In 1986 promoveerde hij op het proefschrift Een zeer onfrisse geschiedenis. Studies over niet-industriële verontreiniging in Nederland, 1850-1920. Van 1988 tot 1990 was hij gedetacheerd bij het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieuhygiëne (RIVM) te Bilthoven, waarvoor hij Tachtig jaar RIVM (Assen/Bilthoven 1990) schreef. Hij is onder andere bestuurslid van de Stichting Net Werk voor de geschiedenis van hygiëne en milieu.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

titels

  • Geschiedenis van de techniek in Nederland (6 delen)


Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • over A. Bosch

  • over E.S. Houwaart

  • over Dick van Lente

  • over A.J. Veenendaal jr.

  • over G.P. van de Ven

  • over O. de Wit

  • over Auke van der Woud

  • over H. van Zon