Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Bloemlezing uit de bundel Uyt-spanningen (1971)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.92 MB)

XML (0.31 MB)

tekstbestand






Editeur

P.J. Buijnsters



Genre

poëzie

Subgenre

bloemlezing
gedichten / dichtbundel
liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Bloemlezing uit de bundel Uyt-spanningen

(1971)–Jodocus van Lodenstein–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 95]
[p. 95]

Toe-sang der gelovigen in het vaderland
Op den Voorsang van den voorgem. Gerardus Holckenburg ende Maria van Waalre, Echte-lieden: Op hare reyse naar Oost-Indien.Ga naar voetnoot*

 
Laat uw gena Genadig Heer! ontbindenGa naar voetnoot1
 
Ons trage siel' en drijven met de winden
 
Gerardus en Maria na ter Zee.
 
Nu kiest ons siel voor rust met hen de baren /Ga naar voetnoot4
5[regelnummer]
En bidt / Laat / Heer / dat paar geluckig varen!
 
En brengt ons siel met hen ter veyl'ge ree.
 
 
 
Ons' Vaderland / helas! verdwijnt: de bergenGa naar voetnoot7
 
Van Heyl / de stralen van uw Goedheyd bergen
 
Sig agter onser sonden swarten kim:
10[regelnummer]
En nog en sien d'inwoonders / nog en sugten
 
Sy niet / Dat uw Geest en ons welvaard vlugten /
 
En al ons Hoogheyd niet is dan een schim.
 
 
 
Vaar wel Geluckig paar / by tijds ont-dragenGa naar voetnoot13
 
Het ongeluck dat wijsen lang voorsagen
15[regelnummer]
Beschoren over ons van nu en voort.
 
Sijt gy in ongemack ons Godt uw Godt is /
 
Sijn wy in ongeluck uw Lot ons Lot is
 
Of in of buyten 't land van ons geboort.Ga naar voetnoot18
[pagina 96]
[p. 96]
 
Still Vaders / Moeders still uw kindren lagenGa naar voetnoot19
20[regelnummer]
Noyt meer bewaard in uw schoot; duldig dragen
 
Laat ons hunn af-sijn / waar sy reysen: sy
 
En comen noyt in Land so verr-gelegen
 
Of ons gebed / en (ouders) uwen segen
 
In Gods Heyl blijft hen (waar sy reysen) by.
 
 
25[regelnummer]
Ons Lieve Vader! leydt ons kintsche jaren
 
(In 't Gracy-school nog ruw en onervaren)Ga naar voetnoot26
 
In 't padt dat opwaarts na den Hemel is.
 
Wy slaan op u / Heer / ons verlegen oogen /
 
Maackt uw beloft door Vaderlijck medogen
30[regelnummer]
Aan hunn en ons siel door 't gelove wis.Ga naar voetnoot29-30
 
 
 
Laat hen een reyne liefde tot elckandren
 
Een liefde die geen eeuwe can verandrenGa naar voetnoot32
 
Ons aller af-sijn duldig dragen doen.
 
Laat nogthans ons en hen een Geest te gader
35[regelnummer]
Verbinden / en soo treckt ons t'samen nader
 
Tot u in spoed / of Vaderlijcke roe'en.
 
 
 
Dus sullen sy al tobbend op de baren /
 
En wy met uwe rust bedauwde scharen
 
Een lichaam maken eenig door uw Geest:
40[regelnummer]
Een is ons Woord / ons Leraar / een ons Tempel /Ga naar voetnoot40
 
Een ons Geselschap / ons Volmaackt Exempel /
 
Een is ons Off'rand / een ons Paschen-feest.
[pagina 97]
[p. 97]
 
Keer! roept ons hert verruckt in liefde teder /
 
Maar wel-bedagt / segt; Gerard keer niet weder!Ga naar voetnoot43-44Ga naar voetnoot44
45[regelnummer]
Maar hoort het clagen van dien Formosaan.
 
Die Man / so 't schijnt / heeft 's Heren-berg (gelegenGa naar voetnoot46
 
Op aller bergen top) in 't oog gecregen /
 
En daarom vloeyt hy schigtig herwaarts aan.Ga naar voetnoot48
 
 
 
So gaat in yl der blinden oog verligten /
50[regelnummer]
So onsen rey met vele sielen stigten /Ga naar voetnoot50
 
So 't arme volck voor helsche putten hoe'en /Ga naar voetnoot51
 
So met geweld der stercken vaten roven /Ga naar voetnoot52
 
So climm door u de name Iesus boven!Ga naar voetnoot53
 
Ah! dat wy dat oock met u mogten doen!Ga naar voetnoot54
 
 
55[regelnummer]
Bepaler van dat diep / die met de spanneGa naar voetnoot55
 
Van 't blauw gewelf de maat cunt nemen: spanne
 
Den streng van 't Noorden losser dan voor heen:Ga naar voetnoot57
 
En laat de spoedig' uytgelaten winden
 
In haast hen derwaarts dragen: en doen vinden
60[regelnummer]
Uw schaapjens die hen derwaarts reysen de'en.Ga naar margenoot+Ga naar voetnoot60
[pagina 98]
[p. 98]
 
Laat hen de schaduw van uw hand bedecken /Ga naar voetnoot61
 
Uw magtig Heyr ten muyr rontsom hen strecken /Ga naar voetnoot62
 
En hoed hen voor der Vyanden geweld:
 
Voor felle clippen / of verburgen sanden /Ga naar voetnoot64
65[regelnummer]
Voor droev' gevaar van onvoorsiene stranden:
 
't Verheven meyr / en wind ter neder-stelt.Ga naar voetnoot66
 
 
 
Als 't schip de woeste Zee met spoed ontspringen
 
Sal / en sy u op 't vaste land weer singen;Ga naar voetnoot68
 
Hoort dan / o Vader! uyt uw hogen throon!
70[regelnummer]
En send uw Ligt en Waarheyd die hen leydenGa naar voetnoot70
 
In wel bedagten yver; en bereyden
 
Ons Jongst' en tedre suster voor uw Soon.Ga naar voetnoot72
 
 
 
Doet hen die on-naspeurelijcke wegen
 
Van 't heylsaam Bond so 't ingewand bewegenGa naar voetnoot74
75[regelnummer]
Dat oog / en mond / en hand dat blijcken doen:
 
Laat d'oogen (als de mond dat nieu ontvouwenGa naar voetnoot76
 
Komt) tranig Jesus wonden teer bedouwen /Ga naar voetnoot77
 
En vlammig tuygen 't waardig Menschen-soen.Ga naar voetnoot78
[pagina 99]
[p. 99]
 
Ja tuygt gy selv van boven; toon uw cragten /
80[regelnummer]
Weckt doden op; verligt der blinden nagten;
 
En leert uw leer / als uwen dienaar spreeckt /
 
Door d'oren aan het Hert / en doet verbaast staan
 
Dien Sathans list tot nog toe deed verdwaast gaan;Ga naar voetnoot83
 
En 't stenig hert door stercker waarheyd breeckt.Ga naar voetnoot84
 
 
85[regelnummer]
Help! wat gedruysch comt daar der heyl'ger scharenGa naar voetnoot85
 
Ter Zyons poorten in met Heyl gevaren!
 
Ruymt! ruymt den aanstoot uyt des Heeren baan!Ga naar voetnoot87
 
Wie heeft ons al dees kinderen geboren?Ga naar voetnoot88
 
't Is God die door Gerard sijne uytvercoren
90[regelnummer]
Een teken rigt en tsist haar herwaarts aan.Ga naar voetnoot90
 
 
 
Ons Vader! wilt dat waardig hooft bewaren;
 
En hem Mary ter hulp: laat vele jaren
 
Hen in 't geloov en uw gunst worden doen.
 
Hoed hen voor Menschen-vrees / en Ogen-lusten:Ga naar voetnoot94
95[regelnummer]
Laat uw gena in onrust hen doen rusten:
 
En hen en ons uw Soon geev en uw Soen.

20 Slagtmaand 1659.Ga naar voetnoot97

voetnoot*
Omstreeks november 1659 vertrokken ds. Gerardus Holkenborg en zijn vrouw Maria van Waalre naar Oost-Indië, waar zij 24 augustus 1660 arriveerden. Holkenborg werd predikant te Kolamba (thans Colombo) op Ceylon, dat juist in 1658 door de Hollanders op de Portugezen veroverd was. Hij overleed daar reeds in 1662. Zie C.A.L. van Troostenburg, Biographisch Woordenboek van Oost-Indische predikanten, Nijmegen 1893.
In een aan dit gedicht voorafgaande Voor-Sang laat Lodenstein het reeds ingescheepte echtpaar de achterblijvende dierbaren toespreken. Hun antwoord lezen we in deze Toe-Sang, die qua gedachte en formulering het eerdere gedicht op de voet volgt.
voetnoot1
ontbinden: eigenlijk: losmaken; hier: in beweging brengen.
voetnoot4
voor: in plaats van.
voetnoot7
Zoals Gerardus en Maria het aardse vaderland aan de kim zagen verdwijnen, zo zien de gelovige thuisblijvers het hemelse vaderland steeds meer aan het oog ontrokken door de zondenevel.
voetnoot13
ont-dragen: onttrokken.
voetnoot18
Of...of: hetzij...of.
voetnoot19
Still: kalm maar. De constructie is chiastisch. Deze geruststellende woorden zijn gericht tot de ouders van het echtpaar.
voetnoot26
't Gracy-school: de school der genade.
voetnoot29-30
Maackt...wis: maakt waar, doet in vervulling gaan.
voetnoot32
eeuwe: (onbepaald lange) tijd.
voetnoot40
Cf. Joh. 10: 16: ‘...en het zal worden ééne kudde, en één Herder’.
voetnoot43-44
Ons hart, meegesleept door tedere liefde, roept: keer terug! Maar als het tot bezinning is gekomen, zegt het...
voetnoot44
De puntkomma heeft hier de waarde van een dubble punt, cf. Weijnen, p. 16.
voetnoot46
's Heren-berg: de Voor-sang spreekt van ‘den Berg van 's Heeren Huys’.
voetnoot48
vloeyt aan: nadert. WNT I, 451, vermeldt aanvloeien = vloeiend naderen, langzaam stromend aankomen. Deze laatste betekenis lijkt hier minder op zijn plaats.
schigtig: schielijk.
voetnoot50
rey: schare (van gelovigen).
stigten: stevigen, cf. WNT XV, 1576.
voetnoot51
helsche putten: de hel (eigenlijk: helse afgronden).
voetnoot52
Cf. Matth. 12: 29: ‘Of hoe kan iemand in het huis eens sterken inkomen, en zijne vaten ontrooven, tenzij dat hij eerst den sterke gebonden hebbe? en alsdan zal hij zijn huis berooven.’ Ook Mark. 3: 27.
voetnoot53
climm boven: worde verheerlijkt.
voetnoot54
met: samen met.
voetnoot55
Bepaler van dat diep: cf. Jes. 51: 10: ‘Zijt Gij het niet... die de diepten der zee gemaakt hebt tot eenen weg, opdat de verlosten daardoor gingen?’
die met de spanne: cf. Jes. 40: 12: ‘Wie heeft de wateren met Zijne vuist gemeten? en van de hemelen met de span de maat genomen?’ Een span is de afstand tussen de uiteengespannen duim en vingers.
voetnoot57
Den streng van 't Noorden: het koord waaraan de Noordenwinden geboeid zijn.
margenoot+
Joh. 10: 16.
voetnoot60
Joh. 10: 16: ‘Ik heb nog andere schapen, die van dezen stal niet zijn; deze moet Ik ook toebrengen; en zij zullen Mijne stem hooren, en het zal worden ééne kudde, en één Herder.’
voetnoot61
Cf. Jes. 49: 2: ‘En Hij heeft Mijnen mond gemaakt als een scherp zwaard, onder de schaduw Zijner hand heeft Hij Mij bedekt’. Ook Jes. 51: 16.
voetnoot62
strecken: legeren.
voetnoot64
verburgen sanden: onzichtbare zandbanken.
voetnoot66
't Verheven meyr: de hoge zee.
voetnoot68
singen: lofzingen.
voetnoot70
send uw Ligt en Waarheyd: citaat Ps. 43: 3.
voetnoot72
Ons Jongst' en tedre suster: ‘dien Formosaan’ uit vs. 45, of ruimer, de heidense volken die Christus nog niet als hun bruidegom hebben leren kennen. Het beeld verwijst naar Hoogl. 8: 8: ‘Wij hebben eene kleine zuster, die nog geene borsten heeft; wat zullen wij onze zuster doen in dien dag, als men van haar spreken zal?’
voetnoot74
't heylsaam Bond: het Verbond tussen God en Zijn volk; cf. Jer. 31: 31; Matth. 26: 28; 1 Cor. 11: 25.
ingewand: in de bijbel worden ingewand en nieren dikwijls genoemd ter aanduiding van het inwendigste van het gemoed.
voetnoot76
nieu: voor het eerst.
voetnoot77
tranig: in tranen.
bedouwen: bevochtigen.
voetnoot78
vlammig: vurig.
tuygen: getuigen van.
Menschen-soen: de verzoening van de zondige mens met God.
voetnoot83
Dien: degene die (object).
voetnoot84
stenig: stenen, verstokt; cf. de slotregel van Toe-tred tot 's Heeren H. Sacrament.
voetnoot85
der heyl'ger scharen: Van de heilige scharen. Lodenstein gebruikt graag de sterke verbuiging van het bijv. naamw. in genitief en datief, cf. Trimp, p. 140.
voetnoot87
den aanstoot: datgene wat aanstoot geeft. Allusie op Jes. 57: 14: ‘En men zal zeggen: Verhoogt de baan, verhoogt de baan, bereidt den weg, neemt den aanstoot uit den weg Mijns volks!’
voetnoot88
Wie heeft voor ons al deze kinderen (van het geloof) ten leven gewekt?
voetnoot90
Cf. Jer. 31: 21: ‘Richt u merkteekenen op’.
sist aan: drijft aan; cf. WNT, supplement A, 135: ‘aansissen: door sissen aandrijven, aandrijven. Ongewoon’.
haar: hen.
voetnoot94
Ogen-lusten: datgene wat het oog behaagt, ogendienarij.
voetnoot97
Slagtmaand: november.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken