Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Bloemlezing uit de bundel Uyt-spanningen (1971)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.92 MB)

XML (0.31 MB)

tekstbestand






Editeur

P.J. Buijnsters



Genre

poëzie

Subgenre

bloemlezing
gedichten / dichtbundel
liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Bloemlezing uit de bundel Uyt-spanningen

(1971)–Jodocus van Lodenstein–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 108]
[p. 108]

Cruys-Schole van J. Christi Gemeynte.>
Op de voorvallen des selven Jaars.Ga naar voetnoot*Ga naar voetnoot*

 
O Kruys-nacht schoner dan de dagen!
 
Hoe can de werld het ligt verdragen
 
Dat in uw duysternisse schijnt?Ga naar voetnoot2-3
 
De Cruycelingen cunnen selvenGa naar voetnoot4
5[regelnummer]
Ten gronde van dat heyl niet delven /
 
Daar al uw droefheyd in verdwijnt.
 
 
 
De Cruycelingen stonden deerlijckGa naar voetnoot7
 
En sagen in het cruys verveerlijckGa naar voetnoot8
 
Malcand'ren aan; en hieven 't oog'
10[regelnummer]
En hert / en hand te saam na boven;
 
Maar riepen (so het scheen) ten doven:
 
Tot sig den Hemel tot haar boog.
[pagina 109]
[p. 109]
 
Den Hemel ging sijn hulp bestellen /Ga naar voetnoot13
 
Onsigtbar' hulp / en strax de schellenGa naar voetnoot14
15[regelnummer]
Van d'oogen vielen / en 't was ligt.
 
Doe sagen wy de soete vrugtenGa naar voetnoot16
 
Van al ons kermen / al ons sugten /
 
In 't cruyce selv ons toegerigt.Ga naar voetnoot18
 
 
 
't Hovaardig herte wierd gebogen:Ga naar voetnoot19
20[regelnummer]
De lage sielen vlogen hoge:
 
De creup'len liepen als een hind:Ga naar voetnoot21
 
De swacken droegen sware lasten:
 
Het Cooren bleev ten dorsch-vloer vaste /
 
Als 't caff verstoov voor sulck een wind.Ga naar voetnoot24
 
 
25[regelnummer]
O! heyl'ge wind! wat baart gy heylen!Ga naar voetnoot25
 
By u ons trage boot can seylen:Ga naar voetnoot26
 
Gy maackt van onse vonck een gloed:
 
Gy reynigt onse lugt van dampen:
 
En onse siecke siel van rampen:
30[regelnummer]
Dewijl gy 't caff verstuyven doet.Ga naar voetnoot30
 
 
 
Gy doet ons speceryen vloeyen:
 
En ons met vleug'len opwaarts spoeyen:
 
Gy maakt ons vrugt den Hemel soet:
 
Gy maalt het stenig hert aan bricken:Ga naar voetnoot34
35[regelnummer]
En doet de flauwe siel verquicken:Ga naar voetnoot35
 
Dewijl gy 't caff verstuyven doet.
[pagina 110]
[p. 110]
 
Te vooren in ons oogen schenen
 
Verwerpelijcke slegte steenenGa naar voetnoot38
 
En onbequaam ten Kercken-bouw /
40[regelnummer]
Die in den strijd in storm en barenGa naar voetnoot40
 
't Huys onderschraagden als pylaren /
 
En stonden op den hoeck-steen trouw.Ga naar voetnoot42
 
 
 
Te vooren dagten wy het waren
 
Onwrickelijcke Kerck-pylaren,Ga naar voetnoot44
45[regelnummer]
Die laas! so haast de schudding quamGa naar voetnoot45
 
Strax toonden d'ongesonde grondenGa naar voetnoot46
 
In laster-schrift / of laster-monden
 
Op d'onweerbare duyv' / dat lam.
 
 
 
O! heyl'ge smelt-croes! wat al heylenGa naar voetnoot49
50[regelnummer]
Baart gy! die soo het hert cunt peylen /
 
En wijst ons wat daar binnen is.
 
En leert ons 's Geestes eerstelingenGa naar voetnoot52
 
Den donck'ren dag der cleine dingenGa naar voetnoot53
 
Niet smaden als een duysternis.
 
 
55[regelnummer]
En leert ons sien hoe menschen liegen.
 
Die sullen ons niet meer bedriegen /
[pagina 111]
[p. 111]
 
Hoe schonen schijn haar boosheyd deckt.
 
Die wolven kentmen aan haar tanden /
 
Als 't vyer haar schaapen-vagt verbrandenGa naar voetnoot59
60[regelnummer]
Comt; en ons so ten baken streckt.
 
 
 
Ja 't vier aan 't branden / niet te vreden /
 
Den schonen schijn van lammer-cleden
 
Te teren / grijpt haar selven aan:Ga naar voetnoot63
 
En sengt haar vagt / en crenckt haar luyster /Ga naar voetnoot64
65[regelnummer]
Ja sendt sijn cragt / en dringt sijn fluysterGa naar voetnoot65
 
Door 't vel / om 't vleesch met pijn te bra'en.Ga naar voetnoot66
 
 
 
Mijn luyt! hier dienen hoger snaren.
 
Daar sie ik 't vier door 't vel-diep varen
 
En roosten 't vleesch / en roosten 't been:
70[regelnummer]
Ick vrees men raakt door pijn aan 't rasen.
 
So maar den storm niet voort gaat blasenGa naar voetnoot71
 
Den vlam door d'ingewanden heen.
 
 
 
Raad-rijcke Godt! wat sijn uw wercken
 
Met aandagt weerdig aan te mercken!
75[regelnummer]
Men had dien roock gebracht ten vlam /Ga naar voetnoot75
 
Men woud / men soud uw diere sielen
 
Met duysend / in een gloed vernielen /
 
Die telgen delgen met de stam:
[pagina 112]
[p. 112]
 
Maar 't vuyr was van uw eygen handen /
80[regelnummer]
(Alstuyrend Godt) geraackt aan 't branden /
 
Des moest'et uwen wille doen;Ga naar voetnoot81
 
Des van / en na uw wijsheyd blaken /
 
En geen van uw Gesalfden raken /
 
Ten waar om haar van quaad te hoe'n.
 
 
85[regelnummer]
Den vlam om siel en lijff te teren
 
En cond nog siel nog lichaam deeren;
 
Maar bragt het heil in grote maat:
 
Een toetse der Opregticheden
 
Verbranden 't schuym van bose seden
90[regelnummer]
Voor helsch vergiff / voor siel-verraad.
 
 
 
Thans ruckten 't vier op 't felst aan 't woeden
 
(Dewijl dat schuym de vlamme voede)
 
Sijn oogmerck / en sijn paal verby;Ga naar voetnoot93
 
En vat het naast en valt aan 't schroockenGa naar voetnoot94
95[regelnummer]
Die self den gloed voor and'ren stoocken /
 
En braadt sijn stokers op een ry.Ga naar voetnoot96
 
 
 
Daar teert het scepters, cronen, ampten,Ga naar voetnoot97
 
Daar d'ydelheyd so lang om campten /
 
In eenen dag. en als een mot
100[regelnummer]
Verteert het pragt van purp're cleden
 
De vangsten van Staatsugtigheden /Ga naar voetnoot101
 
En maackt haar vanger tot een spot.
[pagina 113]
[p. 113]
 
My dunckt / ick sie de Drie her-levenGa naar voetnoot103
 
Die brandend' ongeschonden bleven
105[regelnummer]
En Viere wierden in het vier.Ga naar margenoot+
 
My dunckt / ick sie dat rot her-stervenGa naar voetnoot106
 
Die sig verdorven in 't verdervenGa naar voetnoot107
 
In 't vierig woeden op die Vier.
 
 
 
Den Godt van Abednego, Mesah
110[regelnummer]
En Sadrag, die ons rampen me sag
 
Riep; Mijn Magt eyndt in Babel niet.
 
O Lam! die 't vier hebt met uw wondenGa naar voetnoot112
 
Dat u verslinden woud / verslonden /
 
Verslindt den vloeck van ons verdriet.
voetnoot*
Het derde deel van Lodenstein's Uyt-Spanningen bevat een viertal Aandagten over de kerckelijcke voorvallen des jaars 1660; achtereenvolgens: Treur-liedt, Weemoedige Suchten ende Gelovige Gebeden van de bedroefde gemeinte Jesu Christi tot haren Heere, Cruys-Schole en Standvastige Onstantvastigheyd der onder-Hemelsche dingen. Het zijn uiterst felle reacties op de eind 1658 weer opgelaaide strijd in Utrecht over de autonomie der kerk. Het conflict spitste zich toe op de vraag of de kerkelijke goederen, zoals werkelijk het geval was, aan particuliere leken ten goede mochten komen, of ten dienste der kerk moesten worden aangewend. De streng-gereformeerde predikanten onder wie Lodenstein, Teellink en Van de Velde, geruggesteund door Voetius, eisten het laatste. De stedelijke magistraat wilde hier niet van weten. Toen het stadsbestuur bovendien toelating eiste van twee politieke commissarissen tot de kerkeraadsvergadering, waartegen de genoemde predikanten vanaf de kansel scherp protesteerden, kwam het tot een openlijke uitbarsting Op 19 juli 1660 werd aan Van de Velde en Teellinck bevolen om de provincie Utrecht binnen 24 uur te verlaten. Lodenstein werd kennelijk ontzien, hetzij om zijn voorname afkomst, hetzij om zijn prestige bij de gemeente. Maar hij liet zich de mond niet snoeren, getuige onder andere deze Cruys-Schole.
De eerste strofe is een imitatio van de aanhef van de Rey van Klaerissen uit Vondel's Gijsbrecht van Aemstel.
voetnoot*
titel: het aantal samenstellingen met kruis- in 17e-eeuws piëtistisch taalgebruik is legio; cf WNT VIII, 432 vv.
des selven Jaars: 1660.
voetnoot2-3
de paradox reeds bij Vondel.
voetnoot4
Cruycelingen: zij die hun heil stellen op Christus en Diens kruis (niet in WNT).
voetnoot7
deerlijck: jammerlijk.
voetnoot8
verveerlijck: geducht (adjektief in postpositie).
voetnoot13
bestellen: verlenen.
voetnoot14
strax: aanstonds.
voetnoot16
Doe: toen.
voetnoot18
toegerigt: toebereid.
voetnoot19
Cf. Jes. 5: 15: ‘...de oogen der hoovaardigen zullen vernederd worden’ en Jes. 13: 11: ‘de hoovaardij der tirannen zal Ik vernederen.’
voetnoot21
Cf. Jes. 35: 6: ‘Alsdan zal de kreupele springen als een hert.’
voetnoot24
Cf. Ps. 1: 4: ‘Alzoo zijn de goddeloozen niet, maar als het kaf, dat de wind henendrijft.’
voetnoot25
Cf. Ps. 147: 18: ‘Hij doet Zijnen wind waaien.’
voetnoot26
By: door.
voetnoot30
Dewijl: aangezien.
voetnoot34
stenig: stenen.
bricken: gruzelementen.
voetnoot35
flauwe: krachteloze.
voetnoot38
slegte: ongeschikte; cf. Ps. 118: 22: ‘De steen, dien de bouwlieden verworpen hadden, is tot een hoofd des hoeks geworden’.
voetnoot40
in den strijd: de kerketwist van 1658-1660.
voetnoot42
In Efez. 2: 20 heet Christus ‘de uiterste hoeksteen’.
voetnoot44
Onwrickelijcke: onverzettelijke, d.w.z.: betrouwbare.
Kerck-pylaren: steunpilaren van de kerk.
voetnoot45
laas: helaas.
voetnoot46
d'ongesonde gronden: onbetrouwbare grondvesten, bodem; tevens woordspeling met gronden in de zin van redenen.
voetnoot49
Cf. Jer. 9: 7: ‘Daarom zegt de Heere der heirscharen alzoo: Ziet, Ik zal hen smelten, en zal hen beproeven’.
voetnoot52
eerstelingen: eerstgeborenen; cf. Rom. 8: 23: ‘...maar ook wij zelven, die de eerstelingen des Geestes hebben.’ De woordgroep 's Geestes eerstelingen in vs. 52 is bijstelling.
voetnoot53
Cf. Zach. 4: 10: ‘Want wie veracht den dag der kleine dingen?’
voetnoot59
vyer: vuur; cf. Job 1: 16: ‘Het vuur Gods viel uit den hemel, en ontstak onder de schapen’. Lodenstein denkt natuurlijk vooral aan het beeld van de wolven in schaapsvel, waarvan sprake is bij Matth. 7: 15.
voetnoot63
teren: verteren.
haar: meerv. mannelijk.
voetnoot64
crenckt: schendt.
luyster: (uiterlijke) pracht, glans.
voetnoot65
fluyster: gloed; afleiding van ww. fluisteren = flikkeren, stralen, cf. WNT III, 4581.
voetnoot66
bra'en: verbranden.
voetnoot71
So: als.
voetnoot75
Men had die rook tot een vlammend vuur opgepookt. Versta: men had dat smeulend conflict aangewakkerd tot een brand.
voetnoot81
Des: daarom.
voetnoot93
paal: grens.
voetnoot94
schroocken: (ver-)schroeien.
voetnoot96
stokers = onruststokers, scheurmakers wordt hier ook in letterlijke zin gebruikt, aansluitend bij de gevolgde beeldspraak.
voetnoot97
ampten: heeft hier wel speciaal betrekking op de waardigheden van de oude kapittels, die toen onder dezelfde titels nog door aanzienlijke gereformeerden bekleed werden.
voetnoot101
vangsten: ontvangsten; hier speciaal: emolumenten, ongeregelde ontvangsten naast het vaste inkomen.
Staatsugtigheden: het streven naar een hogere rang dan men rechtens bekleedt. Dit typisch vondeliaanse woord is in dit mede door Vondel geïnspireerde gedicht op zijn plaats.
voetnoot103
de Drie: de drie jongelingen (Sadrach, Mesach en Abèd-nego) in de vuuroven, waarover verteld wordt bij Dan. 3. Terwijl zij, gecompleteerd door een engel Gods, met hun vieren ongedeerd bleven, verteerde het vuur juist hun beulen.
margenoot+
Dan. 3: 23, &c.
voetnoot106
rot: schare.
voetnoot107
sig verdorden: zichzelf verteerden.
voetnoot112
vv. Cf. hetgeen hierboven p. 64 is opgemerkt over intellectieve beeldspraak in de 17e eeuw.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken