Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Literatuur. Geschiedenis en bloemlezing. Deel 2. Omstreeks 1880 tot heden (1968)

Informatie terzijde

Titelpagina van Literatuur. Geschiedenis en bloemlezing. Deel 2. Omstreeks 1880 tot heden
Afbeelding van Literatuur. Geschiedenis en bloemlezing. Deel 2. Omstreeks 1880 tot hedenToon afbeelding van titelpagina van Literatuur. Geschiedenis en bloemlezing. Deel 2. Omstreeks 1880 tot heden

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.65 MB)

Scans (21.34 MB)

ebook (3.35 MB)

XML (1.27 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde

Subgenre

non-fictie/naslagwerken (alg.)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Literatuur. Geschiedenis en bloemlezing. Deel 2. Omstreeks 1880 tot heden

(1968)–H.J.M.F. Lodewick–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
Regelnummers proza verbergen
[pagina 15]
[p. 15]

Noord-Nederland
omstreeks 1880 tot omstreeks 1920

[pagina 17]
[p. 17]

Noord-Nederland
omstreeks 1880 tot omstreeks 1920
Het geestelijk klimaat omstreeks 1880

2

Het laatste kwart van de 19e eeuw kenmerkt zich doordat het algemene levensbeeld geleidelijkaan dynamischer wordt. Verschillende factoren hebben hieraan meegewerkt:

Een nieuw schooltype, de h.b.s., doet zijn intrede (1863), waarvan niet alleen een grotere democratisering van het onderwijs het gevolg is, maar waardoor tevens het zwaartepunt verplaatst wordt naar de moderne talen en de natuurwetenschappen. De steeds verder schrijdende industrialisatie brengt het ontstaan van de moderne arbeidersbeweging en het socialisme mee.

Handel, nijverheid en verkeer nemen een steeds groter vlucht.

De emancipatie der vrouw werkt niet alleen bevrijdend, maar schept ook nieuwe problemen met betrekking tot haar plaats in het maatschappelijk leven.

Zowel bij protestanten als bij katholieken breekt geleidelijk een nieuw inzicht door met betrekking tot de kunst: de door J.A. Alberdingk Thijm en anderen ingezette emancipatie der katholieken begint vruchten af te werpen, terwijl ook bij de orthodoxe protestanten langzaam een nieuwe esthetische belangstelling opkomt.

Wat de kunst betreft zien wij schilders als de gebroeders Maris, Mauve en Weissenbruch zich aaneensluiten tot de Haagse School, die, in navolging van de Franse School van Barbizon (zo genoemd naar het Franse dorpje ten zuidoosten van Parijs, waar schilders als Millet en Th. Rousseau de landschapskunst beoefenden) in bewogen realisme de ruimte scheppen waarin landschap, zee en interieur ademen kunnen. In Alphons Diepenbrock (1862-1921) krijgt Nederland weer een componist die op Europees niveau staat. Op het gebied van de literatuur treffen wij temidden van het gezapig doorkabbelend geschrijf van een Beets en de retoriek van een Ten Kate ook betekenisvol werk van ouderen als Conrad Busken Huet († 1886), Eduard Douwes Dekker († 1887), Carel Vosmaer († 1888) en Allard Pierson († 1896).

Belangrijke literaire tijdschriften zijn er sinds het uittreden van Potgieter en Busken Huet uit De gids in 1865 niet meer, - jongere amateurs die niet de gebaande wegen van de traditie bewandelen, hebben tot genoemd tijdschrift geen toegang. Dank zij Vosmaer neemt een enkele maal De Nederlandsche spectator een bijdrage van hen op; De banier (1875-1878) bestaat slechts enkele jaren, wij vinden er o.a. bijdragen van de naturalist Marcellus Emants en van de gevoelige dichters W.L. Penning en F.L. Hemkes. Ook het in 1877 opgerichte weekblad De Amsterdammer (De groene) biedt de jongeren wel gelegenheid tot publiceren. Zonder deze bladen voor-

[pagina 18]
[p. 18]

lopers van De nieuwe gids te willen noemen, moeten wij opmerken dat zij voorbereidend werk verricht hebben.

Dat heeft zeker ook gedaan de literaire kring Flanor (zo genoemd als hommage aan Carel Vosmaer, die onder dit pseudoniem zijn Vlugmaren, korte kritische bijdragen in De Nederlandsche spectator, publiceerde). Flanor werd gevormd door een groep literatoren en schilders die elke dinsdag in het café De Karseboom te Amsterdam bij elkaar kwam, - letterkundigen als Paap, Kloos, Van Eeden, later ook Van Deyssel, Verwey, Erens en Van Looy, en schilders als Veth en Witsen zijn er lid van geweest. Albert Verwey las er zijn episch gedicht Demeter voor, Van Eeden zijn satirische Grassprietjes. ‘Het schijnt’, schrijft François Erens in zijn Vervlogen jaren, ‘dat nieuwe ideeën over kunst moeten worden geboren in tabaksrook, bij het gerinkel van glazen, het heen-en-weer-geloop van kellners en het langs-strijken van onverschillige bezoekers.’ En een ander karakteristiek citaat uit hetzelfde boek luidt:

 

1]Ja, dat ‘zwammen’ op allerlei kamers in de Pijp of in de café's, bij Willemsen, 2]Mast, Krasnapolsky, de Poort van Cleve of in allerlei kleine kroegjes van 3]Amsterdam! Wat hebben wij gepraat en wat heb ik gepraat! Wat heb ik 4]betoogd, verklaard, verdedigd, afgebroken! Zóó ontstonden de nieuwe 5]begrippen over literatuur en andere kunsten; het broeide toen van alle 6]kanten. Er waren uit Den Haag ook schilders gekomen, Isaac Israels, Breit-7]ner en nog anderen. En zij zaten met de literatoren 's avonds in de café's en 8]zwamden zooals men dat noemt, al is het dan ook met een leelijk woord. 9]De geboorte der nieuwe kunstbegrippen had in Amsterdam plaats, zooals 10]dat ook in Parijs was gebeurd, in allerlei café's. Dáár was het de Vachette, de 11]Voltaire, de Source, Le Chat Noir en niet te vergeten de Procope, waar de 12]geschilderde portretten van eenige Encyclopedisten, vroegere bezoekers, 13]vanuit hunne medaillons op de muren de latere bezoekers aanstaarden.

14]Evenals later in Amsterdam, werd er in Parijs gezwamd, uren en uren lang. 15]Dat heeft zijn goed, maar ook zijn kwaad. Hij die het een of ander had te 16]berde gebracht, iets had gevonden of ontdekt in de begrippen over kunst, 17]was al dikwijls tevreden, als hij het maar had gezegd en aan de anderen had 18]duidelijk gemaakt. Hij vond het dan later onnoodig zijn vondst nog eens 19]hier of daar te publiceeren in druk. Dit was het kwade van al dat gepraat. 20]Dikwijls ook stelde zich de betooger tevreden met zijn rol van schatgraver, 21]van vinder, van docent. De anderen hoorden het aan, verwerkten het bewust 22]of onbewust, publiceerden het en de betooger was er mee tevreden. Hij 23]lachte vergenoegd, wanneer hij zijn eigen woorden en begrippen zag in de 24]regels der anderen en voelde zich dan een occulte kracht in de literatuur. 25]Misschien zal iemand zich afvragen: ‘Waar was dan de eerzucht, waar was 26]de ijdelheid van een zoo overtuigden en overtuigenden betooger?’ en dan 27]geloof ik te moeten antwoorden, dat hij die in zijn liefde voor zijn eigen 28]vondsten had vergeten en dat hij genoeg had aan de voldoening ze te zien 29]erkend en in practijk gebracht.

Frans Brens, Vervlogen jaren

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken