Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Pit-tah de grijze wolf (1923)

Informatie terzijde

Titelpagina van Pit-tah de grijze wolf
Afbeelding van Pit-tah de grijze wolfToon afbeelding van titelpagina van Pit-tah de grijze wolf

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.78 MB)

Scans (9.16 MB)

ebook (2.98 MB)

XML (0.29 MB)

tekstbestand






Vertaler

S.J. Barentz-Schönberg



Genre

proza
jeugdliteratuur

Subgenre

roman
vertaling: Amerikaans-Engels / Nederlands


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Pit-tah de grijze wolf

(1923)–Jack London–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 140]
[p. 140]

Tweede hoofdstuk.
Het zuiden.

Pittah stapte in San Francisco van de stoomboot aan land. Nooit hadden de goden hem zoo groot en machtig toegeschenen als nu, op het slikkerige plaveisel van San Francisco. De hutten die hij had gekend, waren vervangen door reusachtige gebouwen. De straten waren vol gevaren - wagens, karren, automobielen; groote, sterke paarden, die reusachtige vrachtwagens voorttrokken; monsterachtige electrische wagens die toeterend en rammelend door de straten gilden als de lynxen die hij in de noordelijke bosschen had gekend.

Het was overweldigend. Pittah kreeg diep ontzag voor alles. Hij was bang. Hij kwam zichzelf even klein en nietig voor als op den eersten dag, dat hij uit de Wildernis in het dorp van Grijzen Bever kwam. En er waren zooveel goden, hij werd er duizelig van. Het donderend geraas in de straten verdoofde hem en de eindelooze beweging der dingen. Als nooit te voren voelde hij hoe afhankelijk hij was van zijn meester, dien hij op de hielen volgde en dien hij, wat er ook gebeurde, nooit uit het oog verloor.

Maar Pittah zou niet meer dan een benauwd visioen van de stad krijgen - een ervaring die als een bange droom zou zijn, onwezenlijk en vreeselijk, die hem nog lang daarna den slaap zou verstoren. Hij werd door zijn meester in een bagagewagen aan een ketting vastgelegd te midden van kisten en koffers.

Hier heerschte een korte, dikke, gespierde god, die met veel geraas, met koffers en doozen smeet, ze door de deur naar binnen haalde, ze opstapelde of ze kletterend naar buiten wierp, waar andere goden ze opvingen.

En hier, in die hel, werd Pittah door zijn meester verlaten - of tenminste Pittah dacht dat hij verlaten was, tot

[pagina 141]
[p. 141]

hij de reistasschen van zijn meester naast zich rook en hij er de wacht bij ging houden.

- Tijd dat u komt, bromde de god van den wagen een uur later, toen Weedon Scott bij de deur verscheen. Die hond van u wou niet dat ik met een vinger uw bagage aanraakte.

Pittah kwam uit den wagen. Hij was verbaasd. De benauwende stad was verdwenen. Het geraas van de straten verdoofde hem niet langer. Voor hem lag een lachend landschap, glanzend van zonneschijn, loom van rust. Maar hij had weinig gelegenheid zich over die verandering te verbazen.

Een rijtuig wachtte. Een man en een vrouw naderden den meester. De vrouw stak haar armen uit en sloeg ze den meester om den hals - een vijandige beweging! Het volgende oogenblik had Weedon Scott zich uit de omarming losgemaakt en was hij bij Pittah gekomen, die in een grommenden, woesten demon was veranderd.

- Het is in orde, moeder, zei Scott, terwijl hij Pittah vasthield en trachtte hem te kalmeeren. Hij dacht dat u mij kwaad wou doen en dat kon hij niet toelaten. Het is goed - het is goed. Hij zal alles spoedig genoeg leeren.

- En intusschen zal ik mijn zoon alleen maar mogen omhelzen als zijn hond er niet bij is, sprak zij lachend, ofschoon zij bleek en bevend van schrik was.

Zij keek naar Pittah, die gromde en kwaadaardig keek.

- Hij zal zijn les wel leeren, sprak Scott, en dadelijk ook!

Hij sprak zacht tot Pittah totdat deze gekalmeerd was en toen werd zijn stem streng.

- Liggen! Allo! Liggen!

Dat was een van de dingen die de meester hem had geleerd en Pittah gehoorzaamde, ofschoon schoorvoetend en somber.

- Nu moeder!

Scott stak haar beide armen toe, maar hield zijn blik op Pittah gevestigd.

- Liggen! waarschuwde hij, liggen!

[pagina 142]
[p. 142]

Pittahs haren gingen overeind staan en hij hurkte neer, terwijl de vijandige beweging werd herhaald. Maar er gebeurde niets kwaads, evenmin door de omhelzing van den vreemden man-god, die volgde. Toen werden de reistasschen in het rijtuig gelegd, de vreemde goden en de meester volgden en Pittah bleef waakzaam achter het rijtuig aanrennen of waarschuwde de paarden dat hij er was om op te passen, dat den god dien zij zoo snel voorttrokken, geen kwaad geschiedde.

Na een kwartier reed het rijtuig door een steenen poort tusschen een dubbele rij gebogen en ineengegroeide noteboomen. Aan beide zijden strekten zich grasvelden uit, hier en daar afgebroken door reusachtige eiken. In de nabijheid, in tegenstelling met het jonge groene gras, zag men hooivelden in bruin en goud. Verderop de goudgele heuvels en hooggelegen weiden. Een huis met een groote veranda en vele vensters keek neer in het groene dal.

Maar Pittah had niet veel gelegenheid dit alles te zien. Nauwelijks was het rijtuig het park ingereden, of hij werd aangevallen door een herdershond met heldere oogen, een spitsen kop en woedend, verontwaardigd geblaf. Pittah waarschuwde niet, maar zijn haar ging overeind staan, toen hij stil zijn doodelijken aanloop nam. Doch die aanloop werd nooit ten einde gebracht. Eensklaps hield hij op, bijna op zijn hurken neervallend, zoo verlangend was hij den hond te ontwijken, dien hij had willen aanvallen. Het was een wijfje en de wet van zijn soort verbood hem haar aan te grijpen.

Maar de herdershond kende dat instinct niet, daar zij een wijfje was. Bovendien had zij, als herdershond, een instinctmatigen afkeer van de Wildernis, voornamelijk van den wolf. Pittah was voor haar een wolf, de roover die de kudden door alle eeuwen heen had aangevallen. En dus vloog zij hem aan toen hij trachtte de aanraking met haar te ontwijken. Hij gromde onwillekeurig toen hij haar tanden in zijn schouder voelde, maar hij poogde niet haar op zijn beurt te bezeeren.

[pagina 143]
[p. 143]

- Hier, Collie! riep de vreemde man in het rijtuig.

Weedon Scott lachte.

- Doet er niet toe, vader. Dat is wel goed voor hem. Pittah heeft nog heel wat te leeren en het beste is, dat hij maar dadelijk begint. Hij zal zich wel weten staande te houden.

Intusschen snelde Collie Pittah woedend na, schreeuwend en blaffend van verontwaardiging, maar zij kon Pittah niet inhalen, die stil als een schaduw bliksemsnel over den grond voortgleed.

Het rijtuig stopte voor het huis en de meester stapte uit. Op dit oogenblik werd Pittah plotseling ook van terzijde aangevallen. Het was een jachthond, die op hem toevloog en door den onverwachten schok rolde Pittah ondersteboven. Als een beeld van kwaadaardigheid kwam hij overeind, met achterover liggende ooren, opgetrokken lip, gerimpelden neus en zijn tanden sloegen op elkaar, terwijl hij juist de halsslagader van den hond miste.

De meester kwam aanrennen, maar hij was te ver weg en het was Collie die het leven van den jachthond redde.

Voor Pittah den doodelijken beet kon toebrengen, snelde Collie toe als een stormwind - vol haat voor den roover uit de Wildernis. Zij vloog Pittah aan midden in zijn sprong en ten tweede male werd hij ondersteboven gegooid.

Het volgende oogenblik kwam de meester aan en hield Pittah vast, terwijl de vader de andere honden riep.

Het rijtuig was weggereden en andere vreemde goden kwamen uit het huis. Sommigen bleven op eerbiedigen afstand staan, maar twee hunner, vrouwen, herhaalden de vijandige beweging en grepen den meester om den hals. Pittah echter begon die beweging toe te staan. Er gebeurde geen kwaad, terwijl de geluiden die de goden maakten, niet dreigend waren. Die goden haalden ook Pittah aan, maar hij verjoeg ze grommend.

De jachthond was bij het bevel: ‘Liggen, Dick, liggen!’ de stoep opgegaan en bij de veranda gaan liggen, nog

[pagina 144]
[p. 144]

brommend en dreigend den indringer bespiedend. Een der godenvrouwen had haar armen om Collie geslagen en liefkoosde en streelde haar. Maar Collie was zeer verbaasd en verbluft en jankte onrustig door de tegenwoordigheid van den wolf.

Pittah volgde zijn meester op den voet toen deze de stoep opging om het huis binnen te treden. Dick gromde op de veranda en Pittah gromde op de stoep terug.

- Neem Collie mee naar binnen en laat de twee andere het samen uitvechten, stelde Scotts vader voor. Daarna zullen zij wel vrienden zijn.

- Dan zal Pittah om zijn vriendschap te toonen vooraan bij de begrafenis moeten loopen, zei de meester lachend.

Ongeloovig keek de oude heer Scott eerst naar Pittah, toen naar Dick en eindelijk naar zijn zoon.

- Je bedoelt dat...

Weedon knikte.

- Ja, dat bedoel ik. U zou binnen één of hoogstens twee minuten een dooden Dick hebben.

Hij keerde zich tot Pittah.

- Kom, Wolf, je zult mee naar binnen moeten gaan.

Met stijve pooten en rechtovereind staanden staart, den blik vast op Dick gericht en tevens op de onbekende gevaren om hem heen, trad Pittah het huis binnen. Toen hem echter geen vreeselijk iets daaruit tegemoet sprong, ging hij met een voldaan geknor aan zijn meesters voeten liggen, lettend op alles wat er gebeurde, steeds gereed op te springen en op leven en dood te vechten met de verschrikkingen die voor hem onder het dak van die woning moesten schuilen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken