Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Vlaemsche dichtkunst. In vier zangen in heldenversen beschreeven, en verrykt met geschied- en letterkundige aenteekeningen, gevolgd door de Vlaemsche prosodia (1842)

Informatie terzijde

Titelpagina van Vlaemsche dichtkunst. In vier zangen in heldenversen beschreeven, en verrykt met geschied- en letterkundige aenteekeningen, gevolgd door de Vlaemsche prosodia
Afbeelding van Vlaemsche dichtkunst. In vier zangen in heldenversen beschreeven, en verrykt met geschied- en letterkundige aenteekeningen, gevolgd door de Vlaemsche prosodiaToon afbeelding van titelpagina van Vlaemsche dichtkunst. In vier zangen in heldenversen beschreeven, en verrykt met geschied- en letterkundige aenteekeningen, gevolgd door de Vlaemsche prosodia

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.66 MB)

Scans (291.89 MB)

ebook (3.74 MB)

XML (0.49 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie
sec - letterkunde

Subgenre

gedichten / dichtbundel
poëtica


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Vlaemsche dichtkunst. In vier zangen in heldenversen beschreeven, en verrykt met geschied- en letterkundige aenteekeningen, gevolgd door de Vlaemsche prosodia

(1842)–Thomas van Loo–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
Nisi utile est quod facîmus, stulta est gloria
Phaedri Fab. Lib. III Fab. 16.


illustratie

BRUGGE,

by NOOS, drukker in de st.-jacobs-straet, no. 26.

1842.

[pagina 5]
[p. 5]

Voorberigt
aen alle
opregte en onbaetzugtige,
vaderlandsche taelminnaers.

Ziet hier myne geeërde landgenooten, eenige vrugten van mynen arbeyd, geplukt in den tussschentyd, welken ik aen de veelvuldige bezigheden van myn beroep heb konnen ontrekken. Niets als eene vuerige genegentheyd tot de bevalligste der kunsten heeft my genoopt om eenen last zoo zwaer als deezen op myne schouders te laeden. In deeze gesteldheyd heeft de spreuk van Virgilius: labor omnia vincit improbus, my geduerig opgewekt om een werk zoo aenbelangend en zoo moeyelyk te voltrekken.

Ik heb dan Aristoteles, ik heb Horatius, my den eersten van in myne teere jeugd bekend, dan den zoetvloeyenden Vida Bisschop van Alba en ten laetsten den beroemden Boileau Despreaux te raede gegaen; (Scaliger ben ik in stilte voorby gegaen, want deezen beknibbelaer heeft schier geene gedichten na zynen smaek gevonden.) Deeze vier groote mannen heb ik verkoozen, om als onvrikbaere zuylen het zwak gebouw van myne kunstbeoeffeningen te schraegen: zelfs eenige plaetsen uyt de gemelde schrijvers, in 't algemeen de dichtkunst toepasselijk, heb ik vryëlyk vertaeld.

Ik wil my hier niet vleyen een volmaekt werk tot onderrigting in de dichtkunst uyt te geeven. Deeze schoone kunst vereyscht zoo veel nauwkeurige zorgen, zoo veel aerdige uytdrukkingen zoo veel bemerkingen, dat om alles stiptelyk aen te haelen het de taek alleen van eenen grooten dichter zoude moeten zyn, en een werk in verscheyden boekdeelen uytmaeken. Ik bezit een werk in t'fransch

[pagina 6]
[p. 6]

geschreeven over het heldendicht alleen, boekdeel in octavo van 650 bladzyden, door den eerweerden heer Lebossu kanonik van Ste-Genoveve te Parys, 1708. Indien men dan zoo wydloopig over de andere soorten van gedichten moeste schryven, hoe ver zou men deeze stof moeten uytbreyden.

Myn oogwit is dan alleen om zoo veel jongelingen en ander die eenige genegentheyd voor de dichtkunst hebben, en er geene Grondregels van kennen, deeze myne verzaemeling aen te bieden, op dat zy daer den honing, door veele schrandere mannen vergaderd, tot hun gebruyk en voordeel zouden bereyd vinden.

Verders is myn inzigt hun de liefde in te boezemen tot hunne zoo treffelyke en beminnelyke moedertael, welke hedendaegs door eene al te schandelyke verblindheyd, in haer eygen erf veragt en beledigd word.

Wat de spelling aengaet door my gevolgd in dit werk, zy is de spelling welke my klaerst en duydelykst voorkoomt, en lange jaeren in deeze landen algemeen onder de bloeyende regeering van MARIA THERESIA en keyzer JOSEPH gebruykt wierd; tot dat den zondvloed der fransche omwenteling alles omver wierp. Zal hier op, agter myne Prosodia nog eenige woorden zeggen.

Heb ik dan door deeze myne poogingen eenige bloemtjes of nieuwe versiering, aen het roemwaerdig gebouw onzer vaderlandsche letterkunde, toegebragt, ik zal my gelukkig rekenen dat ik tot vermeerdering onzer beschaeving zal mede gewerkt hebben, om dat volgens 't eenpaerig oordeel der geleerde er niets is dat de zeden meer verzagt en vertedert als de dichtkunst, zoo als ik in het begryp deezes werks ophael.

Verders moet ik myn hulde en dankbaerheyd betuygen aen de hooggeplaetste, zeer edele en treffelyke persoonen, als ook aen alle andere fraeye burgers, die dit myn werk met hunne inteekening hebben willen vereeren. In dit vertrouwen heb ik de eer het zelve als een gedenkstuk van vaderlandsche liefde gepaerd met afschrik van vreemden dwang, hertelyk en broederlyk aen myne landgenooten toe te wyden.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken