Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
België in de Tweede Wereldoorlog. Deel 1 (1973)

Informatie terzijde

Titelpagina van België in de Tweede Wereldoorlog. Deel 1
Afbeelding van België in de Tweede Wereldoorlog. Deel 1Toon afbeelding van titelpagina van België in de Tweede Wereldoorlog. Deel 1

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (24.23 MB)

XML (0.37 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/geschiedenis/Tweede Wereldoorlog


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

België in de Tweede Wereldoorlog. Deel 1

(1973)–Paul Louyet–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

De verloren vrede (1918/1939)


Vorige Volgende
[pagina 7]
[p. 7]

1 / De grote vrees van november

Herfst 1918. Het einde van de oorlog is in het zidht en het Belgisch establishment, koning, kerk en burgerij, neemt poolshoogte. Zijn gevoelens zijn gemengd. Oppervlakkig bekeken is de toestand immers schitterend. Het tweede Marne-offensief van de Duitsers is mislukt. De verbondenen hebben met sukses in september een tegenaanval ingezet en in oktober zijn de Duitsers overal op terugtocht. Hun nederlaag schijnt onvermijdelijk en in november, nabij.

De Belgische leidende standen hebben dus reden te over om tevreden te zijn. ‘Arm, klein België’ heeft zijn historische rol met glorie vervuld en het zal nu de vruchten van de overwinning plukken. Want men heeft vele plannen gesmeed en heel wat eisen gesteld: België wil een nieuw en beter internationaal statuut, uitbreiding van zijn grondgebied in Europa en Afrika, alsmede herstel van de geleden oorlogsschade. Uiteindelijk kan de ramp nog een goede zaak worden.

Er zijn evenwel ook schaduwzijden. Want welke eisen zal de Belgische bevolking stellen, wat zullen de frontsoldaten vragen wanneer de wapenstilstand zal gesloten zijn?

Het establishment vergeet niet dat de bevolking vóór de oorlog in beweging was gekomen en dat de Belgische arbeidersklasse beschouwd werd als één der meest revolutionaire van heel Europa. Het is wel, sedert het uitbreken van de oorlog tot een soort nationale eendracht gekomen; sommige arbeidersleiders zijn toegetreden tot de Belgische regering en de ‘patron’ van de Belgische Werklieden Partij, Emile Vandervelde, heeft zelfs aanvaard minister van Staat te worden. Maar zal de nationale eendracht standhouden nu haar onmiddellijke aanleiding, de oorlog, voorbij is? Het establishment wil voorzorgen nemen en het heeft geen ongelijk.

In februari 1917 is in Rusland de troon van de Romanovs ineengestort. Enkele maanden later, in oktober, is er een sociale omwenteling uitgebroken. Zij heeft niet alleen de hogere standen weggeveegd en alle bezit verbeurd verklaard, maar zij wil de revolutie ontketenen over de hele wereld. Sedertdien waart het spook van het bolsjewisme door Europa. Vandaag, in november 1918, blijken zijn kansen groter dan ooit. Want nu vallen de tronen van de Hohenzollerns en de Habsburgers en waait de rode vlag over Berlijn, Wenen en Boedapest. De traditionele strukturen spatten uiteen als zeepbellen en maken plaats voor nieuwe, revolutionaire lichamen.

Onder de Duitse troepen, die op dat ogenblik ons land nog gedeeltelijk bezetten, ontstaat een opstandige beweging. De rode vlag verschijnt te Brussel en Duitse soldaten trachten de bevolking op te ruien.

Het is duidelijk dat de leidende standen zich zorgen gaan maken. Tognogtoe hebben zij een bijzonder geprivilegieerd bestaan geleid. Maar zal de bevolking, die het altijd heeft moeten stellen met een burgersschap van tweede of derde rang, niet opnieuw gaan luisteren naar radikale taal? Zullen zij, op wie de ellende van de oorlog het meest heeft gewogen, vrede nemen met de vrede alleen? Het establishment vreest dat het volk een nieuw regime wil, een nieuw politiek, sociaal en ekonomisch bestel; dat het, zo het dit niet krijgt, met geweld tegen de gevestigde macht zal opstaan. Om dit te vermijden, om het bolsjewisme de pas af te snijden, zal het meest intelligente gedeelte van de leidende standen bereid zijn koncessies te doen.

Zohaast de Duitse troepen uit België wegtrekken en door Belgische eenheden worden vervangen, is de politiek van hervormingen aan de orde van de dag.

Reeds de 2de november 1918 ontvangt koning Albert, in zijn hoofdkwartier te Loppem, vertegenwoordigers van de bevolking uit het bezette gebied. Onder hen bevindt zich de bekende Gentse arbeidersleider Edward Anseele.

De 21ste november komt een nieuw kabinet, de zogenaamde regering van Loppem, tot stand; het wordt gevormd door de drie grote partijen: de konservatieve katholieke en liberale groeperingen en de Belgische Werklieden Partij.

De 22ste november doet koning Albert zijn intrede te Brussel. Hij houdt er dezelfde dag voor de verenigde Kamers van het parlement een troon-

[pagina 8]
[p. 8]

rede waarin diepgaande hervormingen worden aangekondigd. De koning belooft inderdaad de invoering van het algemeen, enkelvoudig stemrecht. Dit betekent dat eindelijk een einde wordt gemaakt aan het tot dan geldende cijnskiesstelsel. Voortaan zal de bezittende elite, althans wat het stemrecht betreft, met de gewone man worden gelijkgeschakeld. Voortaan zal iedere man één stem hebben en niet, naar gelang zijn opvoeding, fortuin, betrekking twee, drie of vier. Een eis waarvoor generaties hadden gevochten, waarvoor bloed was gevloeid, wordt eindelijk ingewilligd. Het is niet alles.

De koning wenst ook, dat de beperkingen zouden afgeschaft worden die nog op het stakingsrecht wegen, vnl. het berucht artikel 310 van het Belgisch Strafwetboek. Het wordt in het naoorlogs België mogelijk het werk neer te leggen zonder dat men de kans loopt in de gevangenis terecht te komen.

Nadat hiermee aan de wensen van een groot gedeelte van de bevolking is voldaan, wendt koning Albert zich tot een andere kategorie burgers, nl. deze van het Vlaamse landsgedeelte. Hij belooft hun dat voortaan beide landstalen volledig gelijkberechtigd zullen zijn. Hij herhaalt een reeds vóór de oorlog gedane belofte: te Gent zal een Vlaamse universiteit worden opgericht.

 

Meteen worden de woeligste elementen van de bevolking, de arbeiders en de flaminganten, tevreden gesteld of wordt tenminste de spits van hun eisenprogramma afgebeten.

 

De drie ‘nationale’ partijen scharen zich achter koning Albert; de nieuwe regering zal worden gevormd door de Brusselse advokaat Delacroix, een beschermeling van de grootfinancier Emile Francqui, en op deze nationale eendracht steunen. Voor de Belgische bevolking schijnt nu een periode van rust en vrede te beginnen. Zo aan alle wensen niet onmiddellijk kan worden voldaan, heeft zij toch het gevoel dat zij terug in beweging is en vooruitgaat. Bovendien wordt het vaderland in de hele wereld geëerbiedigd en geëerd. Want België beleeft een groot moment in zijn geschiedenis: Versailles.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

landen

  • over Groot-Brittannië (en Noord-Ierland)

  • over Frankrijk

  • over Duitsland

  • over Verenigde Staten