Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
België in de Tweede Wereldoorlog. Deel 1 (1973)

Informatie terzijde

Titelpagina van België in de Tweede Wereldoorlog. Deel 1
Afbeelding van België in de Tweede Wereldoorlog. Deel 1Toon afbeelding van titelpagina van België in de Tweede Wereldoorlog. Deel 1

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (24.23 MB)

XML (0.37 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/geschiedenis/Tweede Wereldoorlog


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

België in de Tweede Wereldoorlog. Deel 1

(1973)–Paul Louyet–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

De verloren vrede (1918/1939)


Vorige Volgende

4 / De bezetting van de Roer

De 11de januari 1923 trekken Franse en Belgische eenheden het Roergebied binnen. Deze aktie wordt ondernomen zonder de toestemming van Groot-Brittannië en zelfs tegen de wil van Londen in. Zij is een duidelijke schending van de bepalingen van het verdrag van Versailles en verwekt zeer grote ontstemming in de hele wereld.

De onmiddellijke aanleiding tot de bezetting van de Roer is het feit dat Duitsland op het stuk van herstelbetalingen in gebreke is gebleven. De lezer

[pagina 17]
[p. 17]

zal zich wellicht herinneren, dat Duitsland één van de artikels van het verdrag van Versailles had aanvaard dat zegde dat Duitsland alléén schuld had aan de oorlog. Hieruit volgde dat het aan alle verbondenen alle reeds geleden en nog te lijden schade zou vergoeden die uit het konflikt voortsproot. Duitsland moest niet alleen de stoffelijke schade betalen die werd veroorzaakt door zijn oorlogsdaden alsmede door deze van de verbondenen; het werd ook verantwoordelijk gesteld voor de oorlogspensioenen die de geallieerden moesten geven aan hun verminkten, aan de weduwen en wezen van de gesneuvelden. Duitslands herstelbetalingen strekten zich derhalve uit over vele decennia en bereikten, gezien de kolossale omvang van de verliezen aan mensen en bezit, astronomische cijfers.

 

Het eerste bedrag, dat door de verbondenen werd vastgesteld, bereikte zes miljard zeshonderd miljoen pond sterling; Frankrijk had recht op 52% van dit bedrag, Groot-Brittannië 22%, Italië 10%, België 8%, de andere geallieerden 8%. Deze enorme som moest in schijven en in baar geld worden betaald. De laatstvermelde voorwaarde was volkomen boven de kracht van het overwonnen en in volledige ontreddering verkerend Duitsland. Bepaalde kringen en meer in Groot-Brittannië dan in Frankrijk en België, zijn dit gaan inzien en stilaan is zowel het bedrag van de herstelbetalingen gaan verminderen als de els te worden betaald in baar geld. Duitsland kan zijn verplichtingen steeds maar slechter aan, tot het uiteindelijk, in december 1922, de verschuldigde termijnbetaling niet kan uitvoeren. Hierop reageert Frankrijk met een onverwachte brutaliteit, en bezet het samen met België het Roer-gebied. Het is evenwel geen bezetting terwille van de bezetting, dwz. om de eigen veiligheid te waarborgen. Frankrijk wil de Duitse nijverheid rechtstreeks voor de geallieerden doen werken en de verschuldigde herstelbetalingen feitelijk bij de bron innen. Duitsland neemt de Frans-Belgische inval niet en roept de passieve weerstand uit: het is de Duitse burgers verboden met de bezetters samen te werken en alle vrijwillige herstelbetalingen en leveringen in goederen worden stopgezet.

 

Met één slag valt het hele ekonomisch leven in Duitsland stil. De mark, waarvan de waarde wegens de Duitse oorlogsschuld reeds sterk was gedaald en einde 1922 werd uitgewisseld naar rato van 35.000 mark voor een pond sterling, duikt nu helemaal de diepte in. Zij verliest in enkele maanden tijd alle waarde en wordt einde 1923, omgewisseld tegen 50.000 miljard mark het pond. Er zijn over deze tijd die geen voorgaande kende, ontelbare tragi-komische anekdoten. De bekendste is wellicht deze, volgens welke men, vóór de inflatie, inkopen ging doen met geld in zijn zak en terugkwam met koopwaar in een mand. Tijdens de inflatie ging het andersom: men vertrok met een mand vol geld en kwam met wat koopwaar in zijn zak terug.

 

In ‘De Zwarte Obelisk’ vertelt Remarque over deze tijd, toen men de arbeiders tweemaal per dag moest betalen, omdat zij 's middags met hun loon van 's morgens zoveel meer konden kopen dan met hun namiddagloon 's avonds.

 

Het is duidelijk dat in dergelijke omstandigheden geen ekonomisch leven en derhalve ook geen ordelijke samenleving meer mogelijk is.

 

Voor Duitsland, dat in 1923 volledig aan de grond zit, is de bezetting van de Roer en haar gevolgen een nog grotere ramp dan het verdrag van Versailles. Met één slag wordt een belangrijk gedeelte van de bevolking, de middenstand, geruïneerd. De haat tegen de geallieerden en het verdrag van Versailles wordt tot een hyper-nationalistische hysterie opgezweept; de ene staking volgt op de andere en ook aanslagen en sabotages. Terwijl de Duitse regering te Berlijn alle schuld op de geallieerden steekt en weigert welke maatregelen ook te treffen om een einde te maken aan de onmogelijke toestand, moet het land afrekenen met zowel een putsch van rechts als een kommunistische omwenteling. Het kent de éne te München, de andere te Hamburg en niemand weet welke de volgende stad zal zijn, noch van welke kant het onraad dreigt.

 

Dergelijke chaos kan uiteindelijk geen eeuwen duren in een modern, industrieel land met een sterk ontwikkeld stedelijk leven. Daarom kapituleert de Duitse regering na acht maanden of, beter gezegd, zij neemt ontslag. In september 1923 komt een nieuw kabinet tot stand dat zal worden geleid door een in het buitenland onbekend politikus: Gustav Stresemann. In feite wordt op dit ogenblik de eerste stap gezet naar een Frans-Duitse toenadering, naar het Dawes-plan, naar Locarno.

[pagina 18]
[p. 18]


illustratie
8




illustratie
9




illustratie
10
einde goed, alles goed?
Het einde van de ‘nationale unie’.
Na de oorlog werd de politiek van ‘nationale unie’, tot stand gekomen tijdens het konflikt, voortgezet. Eerste-minister Lacroix regeerde met de steun van katholieken, socialisten en lineralen.
Langzamerhand nam evenwel de spanning tussen de partijen toe. Wanneer, in oktober 1921, in aanwezigheid van de socialistische minister E. Anseele, een rode vlag-met-gebroken-geweer werd overhandigd aan de socialistische oudstrijders van La Louvière (8), viel de regering.
De socialistische partij ging in de oppositie en zou het nieuwe katholiek-liberale kabinet van G. Theunis (9) fel bekampen, o.m. in verband met de Belgische deelneming aan de bezetting van het Roergebied (10).


[pagina 19]
[p. 19]


illustratie
11




illustratie
12




illustratie
13




illustratie
14




illustratie
15
einde goed, alles goed?
De overwinnaars hadden Duitsland herstelbetalingen opgelegd voor een bedrag van zes miljard zeshonderd miljoen pond sterling. Zij hadden er evenwel niet voor gezorgd dat Duitsland deze last ook zou kunnen dragen. Immers, het moest in goud betalen en niet in goederen; het mocht geen handelsvloot hebben en ook niet lenen in het buitenland.
Wanneer het onvermijdelijke gebeurde en Duitsland faalde, bezette Frankrijk, tegen de zin van Engeland in maar met Belgische hulp, in 1923 het Roergebied (11).
In België was de bezetting van de Roer niet erg populair. De oppositie-pers hekelde de regering zeer sterk (12), en in de meerderheidspartijen ontstond onenigheid.
In Duitsland ruïneerde de inflatie, die door de Roer-bezetting in de hand werd gewerkt, hele lagen van de bevolking en bereikte de ellende een groter dieptepunt dan tijdens de oorlog (13-14).
De tijd was rijp voor initiatieven van uiterst rechts of links. Voor het eerst kreeg Hitler zijn naam in de buitenlandse pers. Hij organiseerde met Ludendorff een putsch te München, maar mislukte (15).


[pagina 20]
[p. 20]


illustratie
16




illustratie
17




illustratie
18
einde goed, alles goed?
Locarno
De bezetting van de Roer loste het probleem van de Duitse herstelbetalingen niet op. Wel integendeel. De ekonomie van het land ging zienderogen ten gronde, de mark daalde met duizelingwekkende snelheid.
Maar ook in het buitenland, en voornamelijk in Frankrijk en België, was het niet zo bijzonder goed met de ekonomie en steeg de ontevredenheid der bevolking met de dag.
Het beleid zou dan ook in Duitsland en Frankrijk worden gewijzigd dank zij Stresemann, Herriot en Briand (16). Het kwam tot een regeling van de twistpunten en, meer nog, tot een nieuw internationaal evenwicht. Te Locarno (17) werd een politiek tot stand gebracht, die vrede en welvaart beoogde en enkele jaren lang in dit opzet slaagde. In het vaarwater van Locarno werd zelfs door haast alle landen ter wereld het Briand-Kellogg-pakt (18) ondertekend, dat de oorlog buiten de wet stelde.



Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

landen

  • over Groot-Brittannië (en Noord-Ierland)

  • over Frankrijk

  • over Duitsland

  • over Verenigde Staten