Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
België in de Tweede Wereldoorlog. Deel 1 (1973)

Informatie terzijde

Titelpagina van België in de Tweede Wereldoorlog. Deel 1
Afbeelding van België in de Tweede Wereldoorlog. Deel 1Toon afbeelding van titelpagina van België in de Tweede Wereldoorlog. Deel 1

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (24.23 MB)

XML (0.37 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/geschiedenis/Tweede Wereldoorlog


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

België in de Tweede Wereldoorlog. Deel 1

(1973)–Paul Louyet–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

De verloren vrede (1918/1939)


Vorige Volgende

22 / De tweede regering van Zeeland

In deze omstandigheden worden in België de 24ste mei 1936 de wetgevende verkiezingen gehouden.

De uitslagen geven duidelijk de krisis weer van het politiek bewustzijn van de Belgische bevolking. Diep onder de indruk van de dreigende internationale toestand en ten zeerste ontgoocheld door het bestaand regime, verlaat een onverwacht groot gedeelte van de menigte de ‘nationale’ partijen.

De Liberale Partij kan enigermate de schijn redden. Zij verliest maar één zetel en zendt nog 23 volksvertegenwoordigers naar de Kamer. De B.W.P. verliest evenwel meer dan honderdduizend stemmen en drie zetels; toch wordt zij, met 70 volksvertegenwoordigers, de grootste formatie in het parlement. De Katholieke Partij beleeft één van de zwaarste nederlagen sedert haar ontstaan: zij heeft meer dan 200.000 stemmen minder en verliest in de Kamer 16 zetels.

[pagina 107]
[p. 107]

De oppositie is geweldig vooruitgegaan want één Belg op vier heeft tegen de regering gestemd. De Kommunistische Partij, die in het vorig parlement drie volksvertegenwoordigers had, krijgt er nu negen. Het V.N.V. verdubbelt zijn vertegenwoordiging in de Kamer en komt van 8 op 16 zetels. Maar de palm gaat ongetwijfeld naar Rex, want de verkiezingen zijn een ongelooflijke triomf voor de formatie van Degrelle; zij was in het vorige parlement niet vertegenwoordigd en geraakt nu met één slag bijna op de hoogte van de Liberale Partij. Rex haalt 21 zetels in de Kamer, 12 in de Senaat.

Het sukses van de oppositie is evenwel meer en erger dan de nederlaag van de meerderheidspartijen: het is een overduidelijke bevestiging van de krisis van het regime, van het diskrediet waarin de instellingen zijn geraakt, van het misprijzen dat een groot gedeelte van de bevolking voelt voor de gevestigde machten en, in bepaalde gevallen, van haar openlijke vijandschap voor de staatsvorm zelf.

Men heeft voorts het gevoel dat, zo de meerderheid van de bevolking het nog bij de traditionele partijen heeft gehouden, deze geen illusies moeten koesteren. Want het publiek dat de autoritaire groeperingen of de kommunisten niet heeft gevolgd, heeft slechts bij gebrek aan beters katholiek, socialist of liberaal gestemd. Of het dit nog zal doen bij een volgende gelegenheid hangt af van de oplossing, die de nationale partijen willen of kunnen geven aan de problemen van het ogenblik.

Het moment is dus bijzonder dramatisch wanneer de regering van Zeeland na de verkiezingen ontslag neemt en een krisis begint, die dreigt aan aan te slepen.

De oppositie heeft weliswaar de verkiezingen gewonnen, maar zij is geen alternatief voor het vorig bewind. Zij bestaat uit groepen die lijnrecht tegenover elkaar in linkse en rechtse formaties zijn opgesteld en die bovendien ook in hun geheel genomen numeriek niet sterk genoeg zijn om een bod te doen op de macht. Samenwerken met één of meer partijen van de vroegere regering wordt noch door de oppositie, noch door de ‘nationale’ partijen gewild.

Laatstvermelde zijn dan wel noodzakelijkerwijze op elkaar aangewezen om een nieuwe koalitie te vormen. Zij hebben evenwel uit de nederlaag een uitgesproken minderwaardigheidskompleks overgehouden, dat nog, tenminste voor liberalen en katholieken, wordt versterkt door de gewijzigde machtsverhouding onder de partijen.

Want de B.W.P. is nu de sterkste partij in het land geworden en eist de leiding op van de nieuwe regering van nationale unie. Zij stuit onmiddellijk op tegenstand. De liberalen, die een rem zijn geweest voor de sociale werking van de vorige regering, weten zeer goed dat hun konservatieve houding hun sukses heeft bezorgd bij hun gebruikelijk kiezerskliënteel en voelen weinig voor een kabinet onder het premierschap van Emile Vandervelde. De konservatieve katholieken, die reeds zoveel terrein aan Rex hebben moeten prijsgeven, vrezen dat een koalitie onder socialistische leiding hen nog meer op de slechte helling zal plaatsen. Beide kringen hebben trouwens de ogen gericht op Frankrijk, op de Volksfrontregering van Léon Blum, die deze dagen tot stand is gekomen, op de sociale woelingen: ook zij zijn resoluut gekant tegen elke deelneming aan een kabinet met Vandervelde als eerste-minister.

Het enig mogelijk alternatief schijnt dus, zo de socialisten hierin toestemmen, een nieuwe regering van Zeeland. Deze heeft, hoewel niet volledig, het vertrouwen van de konservatieven; hij blijft de gunst behouden van een gedeelte van de socialisten, wat in deze bewogen tijden onontbeerlijk is. Maar de socialisten willen niet zonder meer een niet-socialistisch eerste-minister aanvaarden; wanneer Vandervelde wordt geweigerd door de énen en van Zeeland door de anderen, ontstaat kortsluiting. De onmacht van het systeem lijkt volkomen en de politieke afgrond bodemloos.

Intussen en terwijl te Brussel de partijleidingen exklusieven uitspreken, krijgt ook België een sociale springtij.

Het wordt inderdaad woelig wanneer een lid van de fascistische Antwerpse splinterpartij, de ‘Realisten’, vlak vóór de verkiezingen de twee socialistische militanten, Pot en Grijp, heeft neergeschoten. De dag waarop de slachtoffers worden begraven, gaat de Antwerpse haven 24 uur in staking. De beweging zal, onder invloed van de gebeurtenissen in Frankrijk, snel boven het lokale vlak uitstijgen en leiden tot een algemene staking over het gehele land.

De toestand wordt zo dreigend en de partijen schijnen op dergelijke wijze verstrikt te zijn geraakt in hun tegenstrijdige belangen, dat koning

[pagina 108]
[p. 108]

Leopold III het ogenblik gekomen acht persoonlijk op te treden. Hij grijpt terug naar de bevoegdheden die de Belgische grondwet in 1831 aan de koning had gegeven maar die, sedert de invoering van het algemeen enkelvoudig stemrecht, door de monarchie waren prijsgegeven. Hij aanvaardt van Zeeland's verzoek niet om van zijn taak als formateur te worden ontslagen en roept de ‘bonzen’ van de drie nationale partijen samen. Onder zijn stuwing, de eerste in een hele reeks, komt het nu zeer snel tot een tweede regering van Zeeland. De Man wordt minister voor Financiën. Tot ieders verwondering, de zijne inbegrepen, wordt Paul-Henri Spaak minister voor Buitenlandse Zaken.

Een jaar geleden was de eerste regering van Zeeland van wal gestoken met het vuurwerk van de devaluatie; ook de tweede regering van Zeeland vertrekt met grof geschut.

Onder de druk van de omstandigheden, en zelfs nog vóór de regering het vertrouwen van het parlement heeft gekregen, wordt het aksent op de sociale aangelegenheden gelegd. Een Nationale Konferentie van de Arbeid wordt samengeroepen; patroons en werknemers zullen een oplossing zoeken zoeken voor het hevig konflikt, dat het land lamgelegd. Het komt onmiddellijk tot een overeenkomst, die kan worden vergeleken met de akkoorden van Matignon die de Franse sociale partners zopas hebben ondertekend. Ook in België doet het patronaat belangrijke toegevingen: de lonen en gezinstoelagen worden verhoogd, de werknemers krijgen jaarlijks zes dagen betaald verlof; in sommige bedrijven (de haven en de mijnen, waar men het eerst en hevigst heeft gestaakt) wordt de 40-urenweek ingevoerd. Uiteindelijk besluit de Nationale Konferentie van de Arbeid ook de verplichte verzekering tegen ziekte en invaliditeit in te stellen.

Dank zij deze toegevingen wordt de algemene staking beëindigd en de rust in het land hersteld. In de leidende kringen van links en rechts herademt men wel, maar snel zal een les getrokken worden uit de gebeurtenissen om te vermijden dat deze zich opnieuw zouden voordoen.

Reeds de verkiezingen hebben immers bewezen dat de aanhang van de Kommunistische Partij in het land groter is geworden; de algemene staking heeft duidelijk aangetoond, dat de invloed van de B.W.P. en de syndikaten op de arbeidersbevolking nog steeds achteruitgaat. De beweging heeft weer een ‘wild’ begin gekend en is pas, door snelle toegevingen, geen tweede Borinage geworden.

De B.W.P. voelt zeer goed aan dat zij radikaler moet worden, wil zij terug terrein winnen. De partijleiding die, terwille van haar medewerking aan de eerste regering van Zeeland, haar slogan ‘het Plan, gansch het Plan, niets dan het Plan’ had begraven en haar eisen tot struktuurhervormingen had opgegeven, haalt ze nu terug uit de vergeethoek.

En het wonder gebeurt: de konservatieve vleugel van de nieuwe regering geeft toe. Want hoewel de Belgische arbeidersklasse bezadigder is geweest dan de Franse of de Spaanse, blijft, met het Volkfsront voor ogen, voorzichtigheid geboden. Wanneer het gevaar zal geweken zijn en het moment dus gunstiger, kan men trouwens altijd weer regeren onder vrienden, zonder socialisten.

Het komt daarom tot een regeringsprogramma dat progressiever is dan dat van de vorige regering. Van Zeeland kondigt staatskontrole aan over de wapenindustrie, de elektriciteits- en verzekeringsmaatschappijen, de banken.

Tegelijkertijd wil hij ook de staat voor de toekomst beter uitrusten en België steviger instellingen bezorgen: een hervorming van de Grondwet moet de uitvoerende macht, de koning en de regering, versterken.

De premier laat het niet bij woorden; bijna onmiddellijk wordt, weliswaar bijna uitsluitend op het politieke vlak van de staatsinstellingen, begonnen met de studie van een aantal hervormingen. Men zal lang blijven studeren, zelfs wanneer het tweede kabinet van Zeeland reeds zal afgetreden zijn, om niet te zeggen vergeten...

Zo het binnenland rustig blijft, althans rustig genoeg om niet verder te moeten ingrijpen in het Belgisch bestel, blijft evenwel de buitenlandse toestand voortdurend verslechteren. Wij hebben de voornaamste momenten reeds besproken: de bezetting van de Rijn, Ethiopië, het Volksfront in Frankrijk en Spanje, de burgeroorlog, interventie en niet-interventie.

De toestand is ook voor België zorgwekkend, want het internationaal statuut van het land staat opnieuw op de helling.

[pagina 109]
[p. 109]


illustratie
1




illustratie
2




illustratie
3




illustratie
4




illustratie
5
een politieke verschuiving
De verkiezingen van mei 1936 zullen de meest ophefmakende zijn die men sedert vele jaren in België heeft gekend. De grote krisis leeft nog na: er is nog altijd werkloosheid in het land.
April-mei 1936 kent dan ook een zeer geanimeerde verkiezingsstrijd (1 en 2), waaruit alvast blijkt dat publiciteitszin en humor niet helemaal zijn teloorgegaan in het land van Ulenspiegel. Er zijn evenwel andere groepen opgekomen, o.m. een splinterpartij die niet meer is dan een ééndagsvlieg maar die een tragedie zal veroorzaken: de Realisten (3). Eén van de propagandisten dezer partij doodt, op het einde van de verkiezingskampagne, twee militanten van de socialistische partij, Pot en Grijp (4 en 5); hun dood geeft onmiddellijk aanleiding tot stakingen die zullen uitgroeien tot een algemene staking; de twee brandpunten ervan liggen te Antwerpen en in de Borinage.


[pagina 110]
[p. 110]


illustratie
6
een politieke verschuiving
Op 24 mei 1936 vonden de algemene wetgevende verkiezingen plaats. De nederlaag van de regeringspartijen nam voor de katholieke partij dramatische verhoudingen aan, hoewel ook socialisten en liberalen heel wat verloren. De kommunisten, die in de vorige Kamer van Volksvertegenwoordigers 3 leden hadden, kregen er nu 9; de Vlaamse-Nationalisten kwamen van 8 op 16. Maar de grote triomfator van het ogenblik was Léon Degrelle (6) wiens Rex-beweging, die slechts enkele maanden geleden als politieke partij tot stand was gekomen en dus geen enkel vertegenwoordiger had in het vorige Parlement, 21 zetels kreeg in de nieuwe Kamer, bijna zoveel als de ‘nationale’ liberale partij. Meteen werd uiterst rechts een faktor van betekenis in het land en Degrelle, die men eigenlijk nooit ernstig had opgenomen, een personage van belang. Toch was de oppositie, die nu over een vierde beschikte van de stemmen in het parlement, te verdeeld om een alternatief te zijn voor het experiment van Zeeland. Daarom wordt de vroegere eerste-minister opnieuw premier (7).




illustratie
7


[pagina 111]
[p. 111]


illustratie
1




illustratie
2




illustratie
3




illustratie
4




illustratie
5
woelig belgië
Intussen is de stakingsgolf, begonnen na de moord op Pot en Grijp, onder de stimulans van de gebeurtenissen in Frankrijk, uitgegroeid tot een algemene staking. Evenals de Franse arbeiders eist men in België een gevoelige verbetering van het lot van de werknemers, die sterk gehavend uit de krisis waren gekomen. Men wil hogere lonen, sociale zekerheid, de 40-urenweek, zes dagen (!) betaald verlof. De beweging vertrok in de Antwerpse haven, die snel volledig werd stilgelegd (1). Zij gaf aanleiding tot heel wat incidenten, vnl. wanneer stakingbrekers werden ingezet (2), en sloeg haast onmiddellijk over op alle sektoren van nijverheid en handel. De sterk georganiseerde diamantbewerkers verlieten als één man de slijperijen en troepten samen op het nog beboomde, groene Sint-Jansplein (3). De bedienden in de kantorenwijk rond de Beurs namen eveneens deel aan de beweging en verlieten in blok hun kantoren (4), terwijl de arbeiders van de Antwerpse Trammaatschappij de lelijke gele gevaarten uit de circulatie namen (5). België begon Volksfrontallures te krijgen...


[pagina 112]
[p. 112]


illustratie
6
woelig belgië
Te Brussel kwamen, naar het voorbeeld van de Franse ‘midinettes’, de naaistertjes op straat om de Internationale te zingen (6). Tegelijkertijd staakt men ook in de Waalse steenkolenmijnen en metaalnijverheid en legt de hele Borinage het werk neer (7). Ook Luik volgt (8) terwijl te Gent het proletariaat bij duizenden samenloopt op de Kouter (9).
In België zal het fascisme niet doorbreken. Het zal ook niet komen tot een Volksfront. Integendeel, het Belgisch patronaat was zo sterk onder de indruk van wat gebeurde in Frankrijk en in Spanje, dat het toegevingen deed: er kwam een embryo van sociale wetgeving tot stand, er kwam betaald verlof. De bedrijven die het meest en het hardst hadden gestaakt ontvingen zelfs een premie: zij werden ‘gevaarlijk’ geheten en kregen de 40-urenweek...
Inmiddels was er bloed gevloeid en werd te Quaregnon een vrouw gedood door een ‘verloren’ kogel. Fundamenteel was niets opgelost, noch op het sociale vlak, noch op welk ander vlak ook. Het land zal woelig blijven...




illustratie
7




illustratie
8




illustratie
9


[pagina 113]
[p. 113]


illustratie
1a




illustratie
1b




illustratie
1c
rex vaincra...
Uit de ‘Action Catholique’ ontstaat in België, aan Franstalige zijde, een andere fascistische beweging, Rex. Zij wordt geleid door een surrogaat-Mussolini, de ‘Chef’ van Rex: Léon Degrelle (1a, b, c).
Wanneer Rex deelneemt aan de verkiezingen van 1936, haalt het zoveel zetels als de ‘nationale’ Liberale Partij, 21 in de Kamer, 12 in de Senaat.
Het is een gunstig moment voor Rex; de Belgen zijn ontevreden met het regime en niet te spreken over hun vertegenwoordigers in regering en parlement. Het systeem is erg gekompromitteerd door schandalen van alle slag en Degrelle beschuldigt... (2); zijn partij kiest een bezem als embleem en zal alle ‘pourris’ uit de Tempel verjagen (3).
Het blijft niet bij woorden alleen. Rex betoogt aanhoudend en de rellen zijn niet van de lucht (4). Degrelle zelf leidt zijn manifestanten tot in de verboden ‘neutrale’ zone bij het Parlement. Zijn aanhouding (5) verbetert zijn ‘imago’ nog bij het publiek.




illustratie
2




illustratie
3




illustratie
4




illustratie
5


[pagina 114]
[p. 114]


illustratie
1




illustratie
2




illustratie
3
rex crèvera...
Nochtans is voor Rex, na de verkiezingen van 1936, het hoogtepunt voorbij.
Toch wil Degrelle het aanleggen op een krachtproef; hij lokt begin 1937 te Brussel een tussentijdse verkiezing uit en stelt zich kandidaat. De regeringspartijen nemen de handschoen op en steunen één tegenkandidatuur, deze van de premier Paul van Zeeland. De verkiezing zal op 11 april 1937 plaatsvinden; de kampagne is kort maar hevig en wordt met de meest verscheidene, soms zelfs grappige, middelen gevoerd (1). Alle partijen staan achter van Zeeland; Degrelle heeft alleen het V.N.V. op zijn hand, wat extra door de tegenpartij wordt gehekeld (2).
Juist voor de verkiezing komt ook de Kerk tussen. Kardinaal van Roey maant de gelovigen aan te stemmen voor de eerste-minister (3). Niettegenstaande Degrelle's knieval (4) is dit voor hem de genadeslag. Hij krijgt 19% van de stemmen; van Zeeland haalt 76% en beleeft een kolossale, zij het kortstondige, triomf (5).




illustratie
4




illustratie
5



Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

landen

  • over Groot-Brittannië (en Noord-Ierland)

  • over Frankrijk

  • over Duitsland

  • over Verenigde Staten