Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Drie novellen (1879)

Informatie terzijde

Titelpagina van Drie novellen
Afbeelding van Drie novellenToon afbeelding van titelpagina van Drie novellen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.84 MB)

ebook (3.00 MB)

XML (0.30 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

novelle(n)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Drie novellen

(1879)–Virginie Loveling–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vreemde invloed. Mijne goede faam. Kromme Cies


Vorige Volgende
[pagina 22]
[p. 22]

XII.

Justine was nog maar eens met haren echtgenoot uitgeweest, dat was toen zij hunne huwelijksvisites hadden gedaan, haastig uit het rijtuig stappend, van het eene huis in het andere. Nauwelijks neergezeten weer opstaande om elders te gaan, zooals zij deden, was die tijd zeker wel kort voor vrienden en bekenden om een juist oordeel over haar te vellen. De indruk, welken zij in het algemeen maakte, was niet gunstig: in de meeste huizen werd zij met nieuwsgierige onwelwillendheid verwacht; men vergaf het haar niet, dat zij, arm en onbeduidend, den ernstigen, alom geachten Alexis aan zich had weten te hechten. Zij sprak niet veel en liet geene neiging blijken met iemand nauwer kennis aan te knoopen.

‘Waarin toch bestaat hare aantrekkelijkheid voor uwen broeder?’ zei eene vriendin aan Eugénie, wel wetend, dat men deze niet kwetste door het twijfelbare eener dergelijke vraag.

‘Ach,’ antwoordde Eugénie met milden toon, ‘Justine is niet bijzonder lieftallig, zij is niet heel gracieus, dat is waar; zij is wellicht ook niet zeer teerhartig, en het is onloochenbaar, dat het haar aan gezond oordeel ontbreekt; maar wat wilt gij? hare eerste opvoeding liet te wenschen en.... waarlijk, Alexis had het veel slechter kunnen treffen.’ O vrouwenhart, is het aldus, dat gij iemand verdedigt!

Waren dit de woorden niet, welke zij gebruikte, als zij tegen Alexis van zijne jonge vrouw sprak, zoo was het toch de geest van hare gezegden, en sloeg dit in heel hare handelwijze en in alles door. Hij wist niet, hoe het kwam, maar hoe lief hij Justine ook had, toch was zij zonder dat hij het zelf vermoedde, al zeer in zijne meening

[pagina 23]
[p. 23]

gedaald, en had hij tegenover haar eenen dwazen, schertsenden toon aangenomen, dien hij niet gewoon was, en die geenszins in zijn karakter lag: hij behandelde haar als een kind, als een geliefd, maar onverstandig schepsel, - ach, zij had zich voorgesteld zijne goede vriendin te zijn, de bestendige vertrouwelinge van al zijn lief en leed te worden, en hoe was zij teleurgesteld, en hoe voelde zij zich ongelukkig, onuitsprekelijk ongelukkig in zijnen kring!

Maar hij had haar verboden te klagen: zij had zich voorgenomen het niet te doen en met de haar eigen halsstarrigheid hield zij woord, hoe hard het haar ook vallen mocht, en hoe breed de klove wierd, welke deze terughouding tusschen hen beiden maakte.

Het vernederde haar, dat hij soms tehuiskomend haar schertsend toelachte en haar zijn lief kind noemde, en wanneer Henriette of Eugénie in de kamer traden, hij aan deze opgewonden ergens eenig groot, politiek nieuws mededeelde of haar ernstig over iets, dat hem bekommerde onderhield!

Ook kon zij het niet zonder treurnis hooren, dat Henriette soms in haar bijzijn eenige woorden engelsch met Alexis sprak. Och, ware zij wat toegevender geweest, zij zou wel ondervonden hebben, dat het eene onschuldige ijdelheid was, die dit meisje hiertoe aanspoorde en tevens eene herinnering aan haar geliefkoosd Engeland, waarheen zij somtijds sprak terug te keeren; maar Justine was wat te lichtgeraakt en geneigd, als vele ongeleerde menschen, in zulk geval te gelooven, dat men uitsluitend van haar sprak. Het was haar ook eene oorzaak van spijt, dat Eugénie zijne kousen en zijn lijnwaad verzorgde en zijne kleederen in orde bracht.

Croquet bracht soms het een of ander nieuw uitgekomen boek mede: dat las hij voor met zijne scherpe stem; ook wel een artikel uit een dagblad; maar zij luisterde niet heel aandachtig; want meerendeels verstond zij er niet

[pagina 24]
[p. 24]

bijzonder veel van, als er van politiek, bij voorbeeld, quaestie was; en hare meening werd nooit in aanmerking genomen, als het eenen roman gold; want men sprak voor haar heen zonder op hare woorden acht te slaan; op die wijze bracht men haar aldra tot stilzwijgen.

De beide juffers prezen Croquet, zijnen opgeruimden aard, zijn gezellig karakter, zijnen gedienstigen omgang. Justine zei niets daarop: zij oordeelde gansch anders over hem, zij vond hem gevoelloos, geaffecteerd en ingenomen met zich zelven, en het was waar, dat hij te haren opzichte niet minzaam was, hoe lief hij zich ook, niettegenstaande zijne gebreken, jegens anderen te gedragen wist. De jonge vrouw kon er ook van haren kant niet toe besluiten hem als vriend des huizes te bejegenen: zij had gemeend zich zelve hierdoor te kort te doen; want onervaren als zij was, verwisselde zij, als vele lieden doen, het gevoel harer eigenwaarde met dat harer gekwetste eigenliefde.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken