Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Drie novellen (1879)

Informatie terzijde

Titelpagina van Drie novellen
Afbeelding van Drie novellenToon afbeelding van titelpagina van Drie novellen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.84 MB)

ebook (3.00 MB)

XML (0.30 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

novelle(n)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Drie novellen

(1879)–Virginie Loveling–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vreemde invloed. Mijne goede faam. Kromme Cies


Vorige Volgende

XIII.

De lente was daar met al hare groene frischheid: de lente, die hier gewoonlijk met dorre, gure winden komt, bracht thans eene bij uitzondering milde lucht en warmen zonneschijn. Zij hadden reeds meermalen kleine uitstapjes in het veld gedaan, en de oude dame was zelfs reeds een paar malen op korter wandelingen mede geweest. Het was dan ook natuurlijk, dat Alexis deze den arm aanbood en Justine schaarde zich gewillig tusschen hare schoonzusters; maar eens, dat zij alle vier zonder de moeder per spoor naar Melle gereden waren, om daar eenen halven dag in de omliggende bosschen door te brengen, had Justine, bij het uitstappen van den trein, haren arm door den zijnen gestoken, en koutte vroolijk en uitgelaten in de vrije lucht.

[pagina 25]
[p. 25]

Hij drukte dien eens innig aan zich, en toen, als vreesde hij, dat het Eugénie en Henriette verstoren mocht, dat zij beide zich schenen af te zonderen, liet hij bijna onmerkbaar zijnen arm zachtjes nederkomen, zoodat de hare er van zelfs uitviel. Zij voelde zich gebelgd over die handelwijze en ging langs de andere zijde van Henriette en sprak tegen haar. Ook had het haar reeds meer dan eens verveeld, dat hij en Eugénie gestadig met de oogen naspeurend ten gronde geslagen, langs grachtjes en wegeltjes, in bosschen en weiden planten zochten, en uittrokken, en vreemde namen gaven en bespraken, en tehuis zorgvuldig klasseerden en op groote, grauwe bladen met al de twijgjes en de bladertjes en de vezeltjes der wortels bij middel van kleine reepjes papier opeenplakten. ‘Onkruid’, noemde Justine dit met al de minachting, welke zulk slag van bezigheid aan de buitenlieden inboezemt.

Zij bevonden zich in het bosch: de nachtegaal en al de vogels zongen, en het galmde luid en lustig onder het gewelf der hooge beukenboomen. Zij had zich alleen, met den rug tegen eenen stam geleund, nedergezet, en deed de oogen toe en luisterde naar de menigvuldige, bijna onvatbare geruchten, dat levensgeronk der lente, rondom haar; maar zij genoot niet zooals vroeger: zij dacht aan Alexis, die haar onvriendelijk had bejegend, en deed, zooals wij allen soms doen: van onze groote vreugden niet genieten, omdat ons eene kleine bekommering bezighoudt.

Eensklaps hoorde zij luide, blijde uitroepingen achter de heesters: zij keek rond, zij ging naar de plaats vanwaar ze kwamen; zij zag Alexis op den boord van eenen kleinen waterpoel met eene naar den grond gebogen knie en met de handen samengeslagen, als in aanbidding iets in het water aanstaren: Eugénie had eenen vond gedaan, den Sparganium natans had zij ontdekt, riep hij haar toe, en deze rechtstaande nevens hem, vertelde het zegepralend

[pagina 26]
[p. 26]

aan Henriette, die ook van eenen anderen kant toegeschoten kwam. En uit hunnen toon straalde die uitbundige, blijde verrassing, welke aan kinderen en verzamelaars van wat het ook zijn mag eigen is. Maar Justine zag onverschillig en bijna spijtig toe: dat was eene vreugde, die zij niet begreep, en een boos gevoel, zooals er in het hart van eiken mensch huist, ontwaakte in haar. Zij wilde het verdrijven; maar 't gelukte haar niet, en zij, die haar leven voor hem zou opgeofferd hebben, misgunde hem zijne onschuldige blijdschap, omdat deze hem door eene andere dan haar zelve was verschaft! ‘Hier zal ik met mijne vrienden komen,’ riep hij in geestdrift, ‘en wat zal Rakeel zeggen, dat de Sparganium natans hier groeit? hij die meent, dat hij heel de Flora van het omliggende kent, de Sparganium natans!’ herhaalde hij om zich zelven te overtuigen, dat het wel inderdaad zoo was, en hij verhaastte onwillekeurig den stap.

‘Altijd met hunnen Sparganium natans en hun onkruid,’ dacht Justine in het terugkeeren.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken