Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Drie novellen (1879)

Informatie terzijde

Titelpagina van Drie novellen
Afbeelding van Drie novellenToon afbeelding van titelpagina van Drie novellen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.84 MB)

ebook (3.00 MB)

XML (0.30 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

novelle(n)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Drie novellen

(1879)–Virginie Loveling–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vreemde invloed. Mijne goede faam. Kromme Cies


Vorige Volgende

XIX

Zij scheen waarlijk als omgekeerd sedert die korte afwezigheid. Zij praatte zoo vriendelijk in huis, en deed blijkbare pogingen om zich volkomen als familielid te laten gelden. Zij stelde belang in al de gesprekken en mengde er zich in, zelfs als Croquet aanwezig was.

Zij had hare opwellingen van nijd overwonnen en alle kleingeestige eigenliefde aan den kant gezet. - Het was aan hen nu haar te helpen en te volgen in dien weg der toegevendheid en liefde.

[pagina 39]
[p. 39]

Zij had reeds aan Eugénie gevraagd haar lessen in de kruidkunde te geven, hetgeen van deze gereedelijk werd toegestaan. Het scheen haar nu zoo aanlokkelijk de planten en bloemen in haar geheim leven na te speuren, en haren aard en eigenschappen te leeren kennen! Hoe verlangde zij naar hare eerste les!

Thans begaf zij zich bij Henriette in het klein kabinet nevens de voordeur, sloeg stoeiend en half verlegen haren arm om het middel harer schoonzuster, en sprak op innemenden toon:

‘Henriette, gij kunt zoo goed engelsch, ik heb zulken lust het te leeren, zeg, wilt gij mij les geven?’

Henriette was bereid genoeg, als zij van haar geliefkoosd engelsch hoorde. ‘Maar’ zei Justine gewichtig, ‘gij moogt het aan Alexis niet zeggen, dat zal eene verrassing zijn, als ik hem dan zoo op eens in de engelsche taal aanspreek, wat zal hij groote oogen opzetten!’ en heel haar aangezicht glansde van kinderlijke verrukking bij die gedachte.

Zonder uitstel trok Henriette boven en kwam aldra terug met eene groote, lijvige spraakkunst. De twee dames zetten zich aan tafel om al dadelijk het onderricht te beginnen.

Henriette had eene heel ernstige uitdrukking aangenomen, en ving aan met zekere statigheid op het eerste blad het a b c in het engelsch voor te lezen. Aan de th gekomen, zegde zij: ‘Justine, deze klank, welke in geene andere talen, naar ik weet, bestaat, is voor vreemden een ware stronkelsteen,’ en zij liet een zonderling geluid hooren.

Justine zag haar met grooten ijver aan.

‘Wij zullen,’ vervolgde de meesteres, ‘ons dus voor het oogenblik uitsluitend met de uitspraak van dezen klank bezighouden. Stel de punt uwer tong tusschen uwe voorste tanden, - ja, zoo - trek nu ijlings uwe tong terug en spreek de letter S uit, zooals in het woord mouth, mond,’ sprak zij plechtig.

[pagina 40]
[p. 40]

- ‘mouth,’ herhaalde Justine, en het scheen haar, dat de klank opperbest was nagebootst.

Maar Henriette schudde het hoofd: ‘mouth,’ siste zij nog luider en met nadruk om ergens eene nuanceering, die aan Justine was ontsnapt, te doen uitschijnen.

‘Mouth,’ herbegon de verduldige leerlinge.

‘Mouth,’ snauwde Henriette al luider en luider, en ‘mouth, mouth,’ trachtte Justine met wanhopige pogingen na te bootsen......

Het waren als twee hondjes, die elkander aanblaften.

Och, Henriette, hoe is het mogelijk! Ziet gij niet, dat uwe leerlinge zoo haar best doet? Wat geeft het er aan, zoo zij in den eerste de th al wat verkeerd uitspreekt? Zij zal er wellicht later wel allengskens toe komen, en ook al kon zij het nooit volmaakt, dit zal geenen enkelen geboren engelschman beletten haar te verstaan, zoo zij anders de taal maar machtig is. - Kom, laat dat varen, Henriette, zij verdient waarlijk eene betere aanmoediging voor hare oplettendheid en leerzucht.

De meesteres begon haar eindelijk de eerste les der spraakleer uiteen te leggen; maar zij haalde zoo menigvuldige voorbeelden aan, en wees op zooveel ontelbare uitzonderingen en geraakte in zooveel omwegen, dat Justine haar hoofd gevoelde draaien en zij haar niet volgen kon. Zij poogde een paar malen eenige uitlegging te vragen over iets, dat zij niet goed begreep; maar Henriette stak den vinger op, keek heel streng en zei, ‘chut, onderbreek mij niet, gij doet mij den draad verliezen,’ en gaf haar ten laatste de spraakkunst in handen, haar aanbevelend het eerste thema te maken.

‘Ja, van dezen avond af,’ zei de vermoeide leerlinge.

‘Neen,’ beval haar de meesteres, ‘nu dadelijk, ik dring op dit punt bijzonder aan, omdat de les thans nog versch in uw geheugen staat.’

[pagina 41]
[p. 41]

Och, in haar geheugen! De ongelukkige vrouw wist er geen enkel woord meer van: zij voelde alleenlijk eene overgroote duizeligheid en begon pijn in het hoofd te krijgen. Zij nam pen en inkt. Henriette had haar een cahier gemaakt, en was heengegaan, en Justine zette zich aan het werk. Het ging niet; zij herlas de les: zij verstond ze niet en de woorden dansten voor hare oogen. ‘Dat ik wat mocht wachten!’ dacht zij immer, ‘dat ik het wat uitstellen mocht!’

Het was nochtans zoo eenvoudig; maar zij was als bedwelmd van al de uitleggingen harer meesteres. Daarbij, de jonge vrouw was niet gewoon aan eenige geestesinspanning, en het ging haar zooals allen, die het gebruik van leeren verloren of nooit gehad hebben: hare gedachten dwaalden gestadig van hare voorgenomen taak af: een niets verstrooide haar, wat moeite zij ook aanwendde om opmerkzaam te blijven.

Eene groote bijna loodrechte ader was op haar voorhoofd verschenen; zij zag rood en had lust om te weenen als een kind. Zij dorst niet opstaan en had na uren lijdens eindelijk op eene jammerlijke wijze haar eerste thema voleindigd en was op het punt de trap op te gaan, om een natten handdoek op haar brandend hoofd te leggen, toen Eugénie haar met een pak planten in de hand weerhield en haar terug in de eetzaal leidde.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken