Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Drie novellen (1879)

Informatie terzijde

Titelpagina van Drie novellen
Afbeelding van Drie novellenToon afbeelding van titelpagina van Drie novellen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.84 MB)

ebook (3.00 MB)

XML (0.30 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

novelle(n)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Drie novellen

(1879)–Virginie Loveling–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vreemde invloed. Mijne goede faam. Kromme Cies


Vorige Volgende

XXX.

Wat zonderling toeval had deze twee vrouwen te zamen gebracht, deze twee tegenovergestelde naturen, welke zoo weinig bij elkaar schenen te behooren, en die tot hiertoe geene de minste wederzijdsche sympathie hadden getoond!

Marie wist, dat geene woorden, hoe liefderijk ook, zulk soort van lijden verzachten kunnen: ook beproefde zij geenszins hare gezellin te troosten, zij zweeg en George volgde haar voorbeeld.

Hoe vreemd scheen Justine deze onverwachte vlucht toe! Haar zenuwstel was hevig geschokt en schreiend lag zij in den wagen.

Minchen, het Saksische dienstmeisje, met haar eerlijk oog, hare hoekige schouders en haar mannelijk voorkomen, bereidde eene kamer voor de nieuw aangekomene. Justine betrok ze dadelijk en was hare beschermers zeer dankbaar, dat zij haar thans aan haar zelve overlieten.

Men zond haar spijzen boven: zij had echter geenen

[pagina 66]
[p. 66]

eetlust en bracht den nacht en de volgenden slapeloos door. Zij zat heel den dag met het hoofd op de hand aan haar tafeltje in kwellende overpeinzingen verdiept. Marie kwam enkel zelden en vluchtig bij haar; maar zond haar elken morgen eenen frisschen bloementuil. Dit zwijgend blijk van medegevoel ontroerde Justine, zij zat de bloemen aan te staren: het was alsof Marie dezen den last had opgedragen haar te verkwikken en te troosten; en de zoete geur, dien zij verspreidden, omgaf haar, als het ware, met eene atmospheer van liefderijke deelneming.

In het portaal aan het raam nevens hare kamer bevond zich eene ronde marmeren kom met groene planten omgeven, waarin roode vischjes zwommen, en waarin men een fonteintje kon doen spruiten. Soms hoorde zij Marie, zacht zingend den trap opklimmen, het kraantje opendraaien en daar verwijlen, als wilde het beduiden: ‘hier wacht ik, hebt gij troost noodig, zoo kom en spreek, ik ben bereid u te aanhooren.’ Ten minste zoo legde Justine het uit. Zij was als eene wilde, nieuwgevangen meerle, die allengskens en buiten haar weten tam werd: eens opende zij zelve hare kamerdeur en kwam nevens hare schoonzuster staan; zij sprak van het weelderig groen der bladeren, zij zag de bewegingen der vischjes na: Marie sloeg haren arm om haar middel en leidde haar mede beneden, en voor de eerste maal zat de vluchtelinge tusschen hare vrienden aan tafel.

George liet geene verwondering blijken; hij zorgde voor haar, iets waar Marie in hare verstrooidheid niet aan zou gedacht hebben, en Justine overwon allengs hare schuchterheid, en scheen met eetlust de spijzen te nuttigen. Na het maal kruiste George de beenen, stak eene sigaar op, steunde den elboog op den disch en begon in het dagblad te lezen. Zij voelde zich gansch van den huize, en Marie, de goede, rijngevoelige Marie, haalde

[pagina 67]
[p. 67]

een album uit, vol van zeldzame zichten van Pompeï en Herculanum, dat zij van Italië had medegebracht, en dit doorbladerden zij samen, en Justine luisterde met belangstelling naar alles, wat Marie daarover te vertellen wist. Zij deden ook eene kleine wandeling tegen den avond: de beweging, of de frissche lucht, waaraan zij niet meer gewoon was, of de overmaat van vermoeienis, oefenden eenen weldadigen invloed op de jonge bannelinge uit; want dien nacht sliep zij goed, en verkwikt ontwaakte zij eerst laat in den morgen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken