Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
In onze Vlaamsche gewesten (onder pseudoniem W.G.E. Walter) (1877)

Informatie terzijde

Titelpagina van In onze Vlaamsche gewesten (onder pseudoniem W.G.E. Walter)
Afbeelding van In onze Vlaamsche gewesten (onder pseudoniem W.G.E. Walter)Toon afbeelding van titelpagina van In onze Vlaamsche gewesten (onder pseudoniem W.G.E. Walter)

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.74 MB)

Scans (187.66 MB)

ebook (2.96 MB)

XML (0.21 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

schetsen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

In onze Vlaamsche gewesten (onder pseudoniem W.G.E. Walter)

(1877)–Virginie Loveling–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 122]
[p. 122]

XXIX.

Aan Victor hadde hij het willen toevertrouwen, aan hem alleen, hoe dit verbod van den pastoor hem griefde; doch de notaris overleed in den avond, en toen Meester Aloïs 's anderdaags al vroeg naar het sterfhuis ging, vond hij zijnen vriend in diepe droefheid en verslagenheid over dit plotselijk verlies. Het was geen geschikt oogenblik om over tooneel- en feestaangelegenheden te spreken. Meester Aloïs zelf was getroffen over dien dood. Hij trachtte Victor op te beuren met al de alledaagsche redeneeringen, welke eenieder in dergelijk geval aanwendt, en die de bedroefden evengoed van buiten kennen als de trooster zelf, doch waarnaar men zoo gretig luistert, als men in het ongeluk is, omdat men ze uit den mond van eenen liefhebbenden persoon behoeft te vernemen, wil men er door versterkt en opgewekt worden.

[pagina 123]
[p. 123]

Eerst liep het gesprek over de bijzonderheden van dit overlijden, om in eene algemeene beschouwing over het menschelijk bestaan, de broosheid van het leven, de nietigheid onzer wenschen, de ijdelheid van al het aardsche streven over te slaan.

Deze dood was een verlies voor het dorp. De notaris was eerste schepen, en de Burgemeester een in alle bestuurzaken onwetend man; ook liet hij zich door zijnen collega leiden, en was het van Damme, die eigenlijk aan het hoofd stond. Het baarde geenen twijfel, zei men, dat zijn neef hem in het ambt van notaris opvolgen zou.

Thans waren de vacantiedagen aangekomen, en naderde de dag van het huwelijk. Meester Aloïs had het weten te schikken, dat hij op de twee laatste vergaderingen der maatschappij niet tegenwoordig was geweest. Ook Mijnheer Victor had er ontbroken, en de repetitiën hadden geene plaats gehad. Niemand had zich in deze beide gevallen over de afwezigheid der bestuurders verwonderd. Romanie had niet eenmaal opgemerkt, dat haar bruidegom juist de dagen der vereeniging gekozen had om hare en zijne familie te Muilem en

[pagina 124]
[p. 124]

Zompelgem te bezoeken, en ook al hadde zij er aan gedacht, het kon niet anders dan haar vleien te zien, dat hij, om bij haar te blijven, al het overige vergat.

Hij balde soms de vuist, als hij alleen was, en bromde binnensmonds eene goddelooze vermaledijding, omdat hij gehoorzamen en zwijgen moest. Het hadde hem goed gedaan al zijne makkers bijeen te roepen en hun te zeggen: ‘Ziehier wat gebeurd is, en wat men mij, vrijen mensch, oplegt en waaraan ik mij onderwerpen moet. Haat hem, die mij dwingt van ons gezamenlijk genoegen, van ons streven naar ontwikkeling af te zien!’

Doch zoo was het niet gesteld. Meester Aloïs was te zeer van zijne slavernij overtuigd om zelfs zijnen dwingeland te durven aanwijzen en beschuldigen. Hij wist, dat al de vrucht van zijne onderwerping zou zijn verloren gegaan, hadde hij het gewaagd er over te klagen. Het gold hier zijn bestaan en dat der jonge vrouw, welke hij aan zich verbinden wilde. Hoe deerde het hem echter om zijne maatschappij! Hij kon er soms niet van slapen, en zocht naar een uitvluchtsel om zich op eene eerlijke wijze terug te trekken. Het verne-

[pagina 125]
[p. 125]

derde hem uitermate aan zijne meer onafhankelijke vrienden te moeten bekennen, dat hij volkomen aan het geestelijk opperhoofd der gemeente onderworpen was, en hij verontwaardigde zich innig er over genoodzaakt te zijn middelen te beramen om zijn eigen grootste genoegen te niet te doen, en een gevoel van haat en wraaklust doorwoelde zijn hart, toen hij tot huichelarij gedwongen, glimlachend en verlegen op den gestelden Maandag tusschen den pastoor van Zompelgem en den clericalen dokter van Crocke, rechtover zijnen zedelijken heer en meester aan diens welvoorziene tafel plaats nam.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken