Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
In onze Vlaamsche gewesten (onder pseudoniem W.G.E. Walter) (1877)

Informatie terzijde

Titelpagina van In onze Vlaamsche gewesten (onder pseudoniem W.G.E. Walter)
Afbeelding van In onze Vlaamsche gewesten (onder pseudoniem W.G.E. Walter)Toon afbeelding van titelpagina van In onze Vlaamsche gewesten (onder pseudoniem W.G.E. Walter)

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.74 MB)

Scans (187.66 MB)

ebook (2.96 MB)

XML (0.21 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

schetsen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

In onze Vlaamsche gewesten (onder pseudoniem W.G.E. Walter)

(1877)–Virginie Loveling–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

XL.

De pastoor wilde, dat de dag van den heiligen Maximus, patroon van Crocke, ditmaal met uitzonderlijken luister gevierd wierd, zooals het in vele dorpen gebruikelijk is. Hij had in den predikstoel afgeroepen, dat hij zijne parochianen verzocht de heilige sacramenten te naderen, en de sermoenen bij te wonen, welke 's morgens en 's avonds plaats hebben zouden. Drie vreemde heeren paters kwamen biecht hooren, en het Hoog-

[pagina 167]
[p. 167]

waardig zou al den tijd ter gedurige aanbidding uitgesteld zijn. In de kerk waren te dier gelegenheid bij de twee reeds bestaande biechtstoelen er twee geïmproviseerde gevoegd van wit hout met een wuivend gordijntje er voor.

De aanbidding moest van den Vrijdag tot den Zondag duren; maar van den Donderdag namiddag te voren kwamen de paters aan en werd er een sermoen gehouden. De kerk was te klein voor al de toehoorders; want niet alleen de inwoners van Crocke, maar vele lieden van de omliggende dorpen als Muilem, Diependale, Zompelgem en anderen wilden den aflaat verdienen, die verzekerd was aan degenen, welke biechten, communiceeren en driemaal de kerk bezoeken zouden.

Het was een Jezuïet met eenen bril op, die zich in eenen wat vreemdklinkenden, doch goed begrijpelijken tongval uitdrukte, welke het eerste sermoen deed. Hij noemde volgens het vleiersgebruik der paters het onaanzienlijk dorp, waar hij zich bevond, de stad Crocke, waardoor hij dadelijk al de inwoners op zijnen kant kreeg. Het was hem lief geweest daar te mogen komen prediken, begon hij; Crocke was door heel het land vermaard voor

[pagina 168]
[p. 168]

de godvruchtigheid zijner inboorlingen, en hij hoopte wel, dat deze goede faam zou behouden blijven, en niemand nalaten zou den aflaat te verdienen. Dan deed hij het nut en de noodzakelijkheid der biecht uitschijnen:

‘Gij hebt alle gelegenheid,’ schreeuwde hij, ‘komt, komt naar den biechtstoel, beschuldigt u vrijelijk van hetgeen u op het geweten ligt, en alle zonden zullen u vergeven worden!’

De menigte ging aandachtig uiteen.

De uitslag overtrof alle verwachting: men verdrong elkaar aan de biechtstoelen; niemand dorst of wilde ontbreken; sommigen moesten uren wachten, aleer zij aanhoord konden worden, zoo lang waren de rijen langs weerskanten. De jonge dokter en zijne vrouw muntten uit: deze laatste verzuimde geen enkel sermoen. Van Hulle zat met de klak op het oor aan het venstertje. Meester Aloïs leidde zijne leerlingen vlijtig ter kerk: het speet hem, datzijne vrouw hem hierin zoo slecht ter zijde stond; want hij begon reeds den invloed harer onafhankelijkheid in zijne school te voelen. Vele betalende leerlingen van Crocke gingen naar Muilem en Zompelgen ter schole, en

[pagina 169]
[p. 169]

het mocht hem niet gelukken, als zijn voorzaat, de rijke boerenkinderen, die afgelegen woonden, als kostgangers in zijn huis te krijgen. Hij verdacht den pastoor in het geheim zijne school te benadeeligen, en meer dan eens was te dezer gelegenheid reeds eene kleine oneenigheid in huis gekomen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken