Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
In onze Vlaamsche gewesten (onder pseudoniem W.G.E. Walter) (1877)

Informatie terzijde

Titelpagina van In onze Vlaamsche gewesten (onder pseudoniem W.G.E. Walter)
Afbeelding van In onze Vlaamsche gewesten (onder pseudoniem W.G.E. Walter)Toon afbeelding van titelpagina van In onze Vlaamsche gewesten (onder pseudoniem W.G.E. Walter)

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.74 MB)

Scans (187.66 MB)

ebook (2.96 MB)

XML (0.21 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

schetsen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

In onze Vlaamsche gewesten (onder pseudoniem W.G.E. Walter)

(1877)–Virginie Loveling–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

XLI.

De sermoenen hadden 's morgens vroeg en 's avonds laat plaats.

Een groot kraammet paternosters en schapulieren stond aan den gevel van het Gemeentehuis. Het weder was bijzonder koud, de wegen bijna onbruikbaar en echter stroomde de menigte van alle kanten door de duisternis naar de kerk met hare kleppende klok en verlichte vensterramen. Het ruim gebouw was telkens proppens vol: zoodat men oppassen moest om een half uur te voren nog eenen stoel te hebben.

[pagina 170]
[p. 170]

Het waren stoutmoedige predikanten, die donderend op de ketters uitvielen. De gebrilde pater, die de felste was, doormengde zijne sermoenen met meer dan eene anekdoot, welke de aandacht der toehoorders boeide. Hij bracht voorbeelden aan van ongodsdienstige menschen, welke in eens van den bliksem getroffen, of op eene andere schielijke wijze aan hunnen dood gekomen, en voor eeuwig verloren waren.

‘Wanneer gij op reis gaat,’ sprak hij ‘wat doet gij? gij neemt een kaartje voor de plaats uwer bestemming; dat behoudt gij, tot dewachter van den trein het afhaalt. Welnu de Liberaien - en er zijn er in de stad Crocke, weinig, maar en zijn er - die hebben ook een kaartje; maar het is een toegangsbiljet voor de hel!’ en hij sloeg op den predikstoel.

De aanwezigen beefden bij deze woorden.

Dan waren er sermoenen op den dood, het vagevuur en de eeuwige verdoemenis. Wanneer een voortreffelijk predikant de heerlijkheden der hemelsche glorie afschildert, lukt het hem niet goed zijne toehoorders het verlangen naar dit oord van onbegrepen genot en abstract zieleleven in te

[pagina 171]
[p. 171]

boezemen. Als de geloovige dan ook - met het langste uitstel mogelijk - streven wil om in het hemelsch paradijs te komen, is het enkel om aldus aan de folteringen van het vagevuur of de hel te ontsnappen. Heel anders is het echter gesteld met de beschrijvingen dezer laatstgemelde oorden. Hier zal een zeer gewoon predikant zijne aanhoorders treffen, omdat de straffen, die hij opgeeft - hoewel door hare eeuwigdurendheid zonder eenige verhouding met de gepleegde verbreken - volkomen met onze menschelijke natuur in verband staan, en ijzen doen.

Het was op eenen donkeren, windigen avond, dat het sermoen op de hel plaats had. De regen kletste bijwijlen op de vensters, en de in lood gevatte ruiten klepperden onheilspellend daartusschen. De pater beschreef de straffen der verdoemden, hun hartverscheurend hulpgeschreeuw, hunne eindelooze wanhoop, hunne wederzijdsche verwijten; het knarsetanden der ouders, weike hunne kinderen niet van het pad der ondeugd, door slagen of vermaningen gehouden hebben; de klaagtonen van den dronkaard, die de herberg vervloekt, waar hij in het verderf gestort werd; den

[pagina 172]
[p. 172]

ellendeling, die na een voorbeeldig leven in eenen oogenblik van gramschap den naam van God gelasterd heeft en in staat van doodzonde gestorven, in de hel ligt, terwijl de woestaard, wien het vloeken gebruikelijk was, door eene goede, laatste biecht in al den glans der heerlijkheid aan de rechter zijde des Heeren troont!

‘Gij zijt het,’ roept hier de jonge dochter tot den jonkman, die met haar in het eeuwig vuur ligt, de handen uit de vlammen opstekend, ‘gij, die mij door uwe vleitaal de zonde der hoovaardij hebt ingeplant!’ - ‘Gij’ antwoordt de jonkman zich in de uiterste folteringen wringend, ‘gij, gij hebt mij tot het kwaad verlokt!...’ en allen schelden elkaar als de oorzaak hunner rampen uit. En dit duurt zoo hopeloos, zonder einde, zonder genade in alle eeuwigheid der eeuwigheden...’

Vele licht ontstelde lieden weenden; anderen zaten in stomme verslagenheid onder den indruk dezer woorden: een kind uit het weezenhuis viel in bezwijming, en werd door de nonnekens buitengedragen.

Alida had tevergeefs gepoogd hare grootmoeder tehuis te houden. Haar voorgevoel had haar niet

[pagina 173]
[p. 173]

bedrogen: de oude vrouw had na een drietal sermoenen het weinige verstand, dat ze nog bezat, verloren: haar geheugen volkomen kwijt, was zij nauw uit den eenen biechtstoel, toen ze reeds aan den anderen zat. Ook deed zij luide kruisgebeden in het midden van den eeredienst. Dit verwekte stoornis, en ondanks de smeekingen van haar kleindochtertje werd ze in het weezenhuis als kindsch opgenomem Het meisje was groot genoeg om voor zich zelf te zorgen, spraken de armmeesters, en zij kon eenen post zoeken; voorloopig liet men het arme kind echter in haar huisje, ofschoon het reeds aan andere behoeftigen toegezegd was.

Ook de herder van het schaapgoed, welke altijd een ‘diepzinnig’ man geweest was, liep heel den nacht rusteloos rond en moest 's anderdaags in eenen plotselijken aanval van woedende krankzinnigheid op kosten der gemeente weggevoerd, en in een gesticht opgesloten worden.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken