Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
In onze Vlaamsche gewesten (onder pseudoniem W.G.E. Walter) (1877)

Informatie terzijde

Titelpagina van In onze Vlaamsche gewesten (onder pseudoniem W.G.E. Walter)
Afbeelding van In onze Vlaamsche gewesten (onder pseudoniem W.G.E. Walter)Toon afbeelding van titelpagina van In onze Vlaamsche gewesten (onder pseudoniem W.G.E. Walter)

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.74 MB)

Scans (187.66 MB)

ebook (2.96 MB)

XML (0.21 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

schetsen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

In onze Vlaamsche gewesten (onder pseudoniem W.G.E. Walter)

(1877)–Virginie Loveling–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 177]
[p. 177]

XLIII.

Dien zelfden Zondag was het, dat de liberale manifestatie plaats hebben moest. Mijnheer Sandrie wilde er niet ontbreken, en had last gegeven aan den jongen knaap, die hem steeds vergezelde, den tilbury met het paard in te spannen.

Toen Amelie hem intusschentijd het ontbijt bracht, stond zij te dralen als iemand, die iets te zeggen heeft, maar niet weet, hoe beginnen. Hij gaf er geene acht op, daar hij het zoo even aangekomen nieuwsblad openvouwde en onder het koffiedrinken vluchtig overzag.

Eindelijk kwam het er uit: ‘Mijnheer,’ sprak de meid met inspanning, ‘ik zeg het niet gaarne; maar ge moet het toch weten: ik verhuis van hier.’

- ‘Hoe zoo, Amelie? wat bediedt dat?’ sprak haar meester opziende.

[pagina 178]
[p. 178]

Zij herhaalde nog eens hare laatste woorden, schuchter en met neergeslagen oogen.

‘En waarom? wat gaat u hier tegen?’ vroeg hij.

Zij zuchtte diep.

‘Spreek ronduit.’

- ‘Omdat ik hier mijne zaligheid niet winnen kan.’

‘En wie verhindert u daarin?’ vroeg hij verbaasd.

Zij beet in haar voorschoot: - ‘Ik heb het ook gezeid,’ riep zij uitbarstend, en zich, of liever degenen verradend, die haar aangestuwd hadden, ‘dat ge de braafste mensch der wereld zijt, en dat ik nooit zulk eenen dienst meer hebben zal... maar ik mag niet, ik mag niet!..’

‘Zijn het de paters?’ onderzocht haar meester.

- ‘Ik moet naar huis: Vader heeft mij noodig,’ sprak zij ontwijkend en met kracht, als wilde ze zich verharden en sterk houden tegen alle mogelijke pogingen om haar van haar besluit af te brengen.

Mijnheer Sandrie begreep het: hij was verontwaardigd en als verslagen over eene dergelijke

[pagina 179]
[p. 179]

vervolging van de katholieke geestelijkheid. Nu ook kon hij het zich uitleggen, van waar de verandering kwam, die hij sedert eenigen tijd in hare gemoedsstemming had bemerkt.

‘Welnu, ge zijt volkomen vrij,’ sprak hij koel, eenigszins gebelgd over het weinig vertrouwen, dat ze in hem scheen te stellen.

Waartoe had het ook gebaat haar te willen overhalen? Hij wist te goed, dat, als de zaligheid tegenover de aangekleefdheid op het spel staat, de uitslag niet twijfelachtig kan wezen.

Zij ook was in zekere mate teleurgesteld, dat hij zoo weinig prijs aan haar scheen te hechten, en blijde van den anderen kant, dat het vertrekken haar zoo licht gemaakt werd.

Het was Mijnheer Sandrie echter onwelkom te vernemen, dat zij heden nog heengaan zou, en toen hij haar wat ontevreden voorstelde ten minste te blijven tot er eene andere meid was:

‘Nog voor geheel Crocke niet!’ was haar vrijpostig antwoord, en zij hief fier het hoofd op, in de overtuiging, dat zij haren plicht deed: zij had volkomen hare vluchtige aandoening overwonnen.

[pagina 180]
[p. 180]

Hij zag eens te meer, dat geene beweegredenen tegen het fanatisme, dat den geest verstokt en het hart verdort, bestand zijn. Hij telde haar het verschuldigde geld en liet haar gaan.

Hij vernam thans ook, dat haar koffer reeds van den avond te voren ingepakt en weggevoerd was; maar hij wist niet, dat ze bij den pastoor van Muilem als meid was verhuurd.

Hij reed ontstemd en misnoegd naar de stad.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken