Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Een revolverschot (1911)

Informatie terzijde

Titelpagina van Een revolverschot
Afbeelding van Een revolverschotToon afbeelding van titelpagina van Een revolverschot

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.84 MB)

ebook (2.87 MB)

XML (0.30 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Een revolverschot

(1911)–Virginie Loveling–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

XVI.

Een paar dagen later was de moeder van den notaris naar Vroden tot bezoek gekomen. Het sprak van zelf, dat hij ze ook eens in zijn kantoor leidde. Zij was een bleeke, kaal in den rouw gekleede dame, met een gebogen rug, zeer tenger en smal van schouders, die, in tegenstrijdigheid met de bescheiden houding van haar zoon, onbewimpeld nieuwsgierig, eerst door de ruiten in den buurtuin keek, dan de toegangsdeur opende, een voet op 't erf waagde, en, daar Trientje juist aan 't achterhuis was, ze aansprak met de vleiende opmerking, dat het ginder toch zulk een schoone tuin scheen, en of de juffrouwen er iets zouden tegen hebben, indien ze er eens even doorwandelde.

‘Niets,’ zei Trientje, die hier alles voor het hare rekende.

[pagina 60]
[p. 60]

De jonge man, blijkbaar gewoon den wensch van zijn moeder te eerbiedigen en haar te gehoorzamen, volgde haar op de hielen, met liefderijke goedkeuring van het eenigszins vrijpostig voorstel, dat hij niet zou gewaagd hebben zelf te doen, en van hetwelk hij inwendig geen verantwoordelijkheid op zich nam, toen Marie, die, aan 't open venster in de eetzaal zittend, alles gehoord had, haar handwerk neerwierp en bij hen kwam.

En nu was het een betuigen van beleefdheden en vriendelijkheden, die ongemeen mochten heeten. Georgine ook trad buiten en allen gingen in den tuin.

Vier menschen zullen niet licht op 't zelfde pad naast elkander stappen, al is 't ook breed genoeg daartoe. Weldra was Georgine met den notaris een weinig vooruit: zij groot en kloek, hij klein en mager, beiden weinig gespraakzaam of naar woorden zoekend om elkaar te onderhouden.

Met de moeder was het anders gesteld: zij liet Marie den tijd niet om een woord te plaatsen. Op slependen toon, met iets zing-achtigs in de stem, verhaalde zij roerende dingen: hoe zij vroeg haar man verloren had, hoe zwak haar kind, haar Edgard, was geweest en dat de dokters aan zijn behoud getwijfeld hadden; hoe zij eens het hemdje gereed uitgehaald had om hem af te leggen en hij Godlof! toch hersteld en gezond opgegroeid was. Ja, zij had veel moeten schrabben en sparen om hem zijn studies te kunnen laten doen. Nu was hij, waar hij zijn moest; veel werk had hij nog niet maar... en hier zag ze Marie schuinsch-vorschend aan... met wat steun en voorspraak zou het vertrouwen wel komen. En zij

[pagina 61]
[p. 61]

ging voort op dien toon, met de zelfzuchtig-naïeve mededeelzaamheid van iemand, die aan geen geestesleven behoefte voelt, alleen woont en veronderstelt, dat, wat hem persoonlijk aangaat, ook voor den toehoorder het belangrijkste van de wereld is. Zij keek enkel verstrooid naar den tuin, de zeldzame boomsoorten, het vijvertje met de roode vischjes en de bloemen. En thans, in de wijsheid harer moederliefde deelde zij nog dit mede: ze wilde niet bij hem te Vroden haar intrek nemen, ofschoon 't profijtiger ware geweest de dagelijksche kosten te versmelten en zelve het huiswerk te doen, iets waartoe ze de kracht nog voelde. Neen, hij zou trouwen en een schoondochter begeert haar meesterschap te behouden en heeft gelijk. En daarop vertelde ze, dat ze op een kamertje woonde te Gent, in 't voormalig klooster der Predikheeren, en dat ze niets anders verlangde en tevreden was, als haar kind - het kind van haar rijpen leeftijd, dat verzweeg ze - maar gelukkig was, wat kon een vrouw anders wenschen op aarde?

Ze zag er zijn grootmoeder uit en het was aandoenlijk, hoe zij, wat vermoeid misschien, of liever als pralend met een rechtmatige inbezitneming, haar inmiddels achterhaalden zoon bij den arm greep, die haar liefderijk toelachte, en met haar voortstappend, als welkomst-bewijs zijn hand op de hare gelegd had.

Marie had Trientje haastig bevelen gegeven, voordat ze in den tuin gingen. De tafel stond gedekt, en ofschoon de notaris eenige zwakke opmerkingen maakte en voorgaf, dat de waardin uit het Wethuis hun iets te eten bereidde, moesten zij aanzitten. Och, wat sla met hesp (ham), dat

[pagina 62]
[p. 62]

had men immers gereedelijk buiten... en dan, tot bevreemding der gasten, werd een kom met aardbeien opgediend, - in de stad waren er geen zulke te koop, zei juffrouw Mussche. En zij kreeg de tranen in 't oog bij de verblijdende mededeeling, dat er ook nog voor haar om mee te dragen een korfje vol geplukt was.

Een monstertuil van houtpioenen - die aan de tengere kleur en de frissche fijnheid der roos de verbazende grootte paren van hun weelderigen omvang - werd haar nog vóor het henengaan in de hand gegeven.

Nog nimmer was de brave, steeds over 't hoofd geziene vrouw, aldus gefeest geworden. Georgine begreep niets van Marie's handelwijze, Marie die vrekgierig was, wanneer het de gift van een scheutje of een bloem gold, werd nu kwistig daarmede zooals zij met hare geneesmiddels en met hare aalmoezen was! En, niet bekomend van haar verwondering, volgde zij hare oudere zuster tot aan de tuinpoort om de naar 't station vertrekkenden uitgeleide te doen.

‘Vriendelijke menschen toch!’ zei Marie na het afscheid, ‘een goede jongen, die notaris. Wie zijn moeder liefheeft, ziet zijn vrouw later ook gaarne.’

Georgine antwoordde niet; er viel niets tegenstrijdigs op te antwoorden. Het verbaasde haar echter: het was de eerste maal, sinds zij hem kenden, dat Marie, zoodra hij den rug gekeerd had, geen geringschattenden schimp, die gewoonlijk raak was, op Mussche deed hooren.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken