Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De twistappel (1904)

Informatie terzijde

Titelpagina van De twistappel
Afbeelding van De twistappelToon afbeelding van titelpagina van De twistappel

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.89 MB)

ebook (2.90 MB)

XML (0.33 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De twistappel

(1904)–Virginie Loveling–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

XX

Het had heel wat moeielijkheden aan voordat het huwelijk plaats hebben kon. De toelating voor de wet moest verkregen worden als zijnde de verloofden schoonbroeder en zwagerin. Het moest daarenboven ‘Pausen,’ zooals de landlieden het noemen, dit is: de hooge katholieke overheden hoeven bij den Paus dispensatie te vragen tot het toedienen van dit sacrament, indien de betrokken personen ‘geestelijk maagschap’ zijn.

Tegen het einde van den winter was alles in orde. Al de partijen waren het eens, dat er in de gegeven omstandigheden aan geen feest kon gedacht worden, met het rouwkrip van Esther's overlijden nog figuurlijk de hoofden omsluierend.

Dat Mathijs in het kerkelijk huwelijk had toegestemd

[pagina 85]
[p. 85]

was weder eene verovering, die Fernande behaald had. Of liever er was zelfs geen strijd en dus geen openlijke victorie geweest. Hij kende haar te goed om niet te weten met welke godsdienstige stugheid hij hier te strijden had. Hij nam, om zijn gezag niet gansch te ondermijnen, de zaak als natuurlijk aan, enkel meende hij, wat vaak gebeurt in dergelijke gevallen, door het hardnekkig vasthouden aan één princiep van nietig bijbelang, zijn eigenwaarde te handhaven. Hij wilde en zou nooit toestemmen, zei hij met overdreven energie, om 't zij te Vroden in de dorpskerk, 't zij te Gent in de parochiekerk van zijn wijk, waar hij tijdelijk domicilie had gekozen, te trouwen.

Och, zijn beduchtheid voor de wereld deed Fernande glimlachen. Alsof daar geen middel voor bestond! alsof er met de geestelijkheid tot geene schikking in der minne was te komen! Wist hij dan niet, dat er soms huwelijken in 't geheim in de kapel van den Treurwilg te Gent ingezegend werden?

Ja, daar had hij wel van gehoord en hij noemde namen van personen in aanzien, welke de reputatie hadden in die kapel het een of ander meisje beneden hun stand, in overtreding met de wet enkel kerkelijk, ter sluik te hebben gehuwd.

‘Welnu, degenen, welke opspraak of toeloop vreezen, verkrijgen oorlof van hun pastoor daar te trouwen. Wat mij betreft,’ voegde Fernande er bij, ‘ge weet, dat ik de wet voor een bloote formaliteit aanzie, waar-

[pagina 86]
[p. 86]

aan wij ons noodzakelijker wijs onderwerpen moeten. Het katholiek huwelijk alleen is geldig.’

‘En ik,’ zei hij, met even veel oprechtheid, ‘houd dit voor nietsbeduidend en van geener waarde.’

Doch waarom twisten nopens dat punt? In elkanders degelijkheid stelden zij vertrouwen, sympathie bestond, een gemeenschappelijk belang vereenigde hen, niets anders zouden ze eischen van elkaar.

De dag was aangekomen, een mooie dag op 't einde van Februari. Zij meenden dat geen mensch er iets van wist, en reden vroeg des morgens naar de stad met het rijtuig van den heer Duquenne, waarin hij, zijne vrouw en het bruidspaar zaten. De wettelijke plechtigheid liep spoedig af op het Stadhuis en in de kapel van den Treurwilg, waar de pastoor van Vroden, vroeg met den trein naar de stad getrokken, hen wachtte, was geen bekend aangezicht te ontwaren.

Na de inzegening stapten zij opnieuw in het wachtend rijtuig.

Mathijs aarzelde een oogenblik of hij mede zou rijden of naar zijn bezigheden gaan; toen vond hij het wellicht al te onachtzaam tegenover zijn bruid, hij wipte binnen en zette zich nevens haar.

Veel werd er niet gesproken gedurende de reis. Fernande keek uit het raam naar de grauwgrijze velden, afgewisseld met lange strooken korengroen; naar den bleekblauwen hemel, wazig wordend aan den horizon, en naar de verre grijsblonde populieren-kruinen, waar

[pagina 87]
[p. 87]

hier en daar een zwarte, ronde dikte, scherp afgeteekend in 't nog bladerlooze hout, een eksternest aanwees.

Tonia had kleinen Gaspard een bloeienden pyrrhustak in de hand gegeven en droeg hem daarmede aan het rijtuigportier.

‘Mijn kind, mijn jongen!’riep Fernande uit, hem met moederlijke innigheid vastgrijpend.

‘Allo, geef dat aan papa en mama,’ zei Tonia aan den knaap, die te klein was om haar te verstaan, maar die, toen zijn vader het welkomsttakje nemen wou, dit afwerend verdedigde onder algemeen ontroerd gelach.

De paarden werden niet eenmaal uitgespannen. Na een eenvoudig maal reden de getrouwden, thans met den gemeenschappelijken schat, het kind, naar hun eigen huis.

De kleederen van Fernande en wat ze medenemen wilde, waren reeds van 's avonds te voren, met alles wat aan den kleine behoorde, heimelijk in den Twistappel gedragen.

‘Proficiat, mijnheer en madame,’ sprak Kathelijntje, toen ze de deur voor hen opende; en zij ook had een verrassing gereed, namelijk een grooten bloemtuil, dien ze in de stad had besteld. Het misviel hun beiden. Zij hadden haar wel verboden eenig vertoon te maken.

Het was echter niet de plaats of het oogenblik om verwijten te doen. Zij dankten haar met stillen tegenzin. Petrus verscheen insgelijks met de pet af en het hoofd diep gebogen, gevolgd door Marie, welke het

[pagina 88]
[p. 88]

haar plicht achtte te zeggen op haar gewonen kortaf-geknapten toon: ‘Veel geluk en een lang leven!’

Heel vertrouwelijk reeds in het bewustzijn hunner solidariteit, helde Mathijs zich naar Fernande, fluisterend in de Fransche taal, ofschoon hij wel moest weten, dat Kathelijntje, welke zoo lang in Luik gewoond had, hem verstond:

‘'t Is echt vervelend. Geef hun eene fooi.’

‘Een tienfrankstukje?’ vezelde zij in vragend antwoord.

‘Wat ge wilt.’

En Fernande haalde hare porte-monnaie te voorschijn en deelde kleine goudmuntjes rond.

De dienstbaren staken de hoofden te zamen in de keuken, gebelgd den inhoud in hun open palmen aan elkander toonend:

‘Op hun trouwdag! zijn ze niet beschaamd voor zulke rijke menschen!’ zei de meid.

‘Hoe rijker hoe vrekker,’ verklaarde Marie.

‘Ze meenen zeker dat ze 't mee zullen dragen hierna,’ bromde Petrus vijandig.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken