Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Jezus en de ziel (1916)

Informatie terzijde

Titelpagina van Jezus en de ziel
Afbeelding van Jezus en de zielToon afbeelding van titelpagina van Jezus en de ziel

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.86 MB)

Scans (12.64 MB)

XML (0.31 MB)

tekstbestand






Editeur

F. Reitsma



Genre

proza

Subgenre

non-fictie/theologie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Jezus en de ziel

(1916)–Jan Luyken–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 19]
[p. 19]

III.



illustratie

Want zijne onzienlijke dingen worden, van de schepping der wereld aan, uit zijne schepselen verstaan en doorzien, beide zijne eeuwige kracht en Goddelijkheid opdat zij niet te verontschuldigen zouden zijn - Rom. I : 20.
[pagina 20]
[p. 20]

Op het III. Zinnebeeld.
Van de inwendige en uitwendige dingen.

Het uitwendige is een openbaring van het inwendige. Wanneer ik spreek, zoo zijn de uiterlijke woorden een openbaring van het inwendige woord dat zich in mijn herte opdoet. Deze zichtbare wereld is niet anders als een uitgeboorte van de inwendige wereld. Al wat wij hier zien, dat is ook inwendig in 't onzichtbare. Gelijk als wij hier vinden licht en duisternis, zoo is inwendig ook een eeuwig licht en een eeuwige duisternis, doch niet veranderlijk gelijk als dag en nacht, maar de duisternis is eeuwig in het licht verborgen, gelijk ook deze uiterlijke duisternis, buiten de plaats der Aarde, altijd in het licht der Zonne verslonden of verborgen is en blijft toch wezenlijk duisternis, gelijk wij dat aan de macht zien, die niet anders is als een schaduw van de grove Aardkloot, die de stralen der Zonne ophoudt; en dewijl dan het licht daar niet heen reiken kan, zoo wordt de verborgen duisternis aan ons openbaar. De eeuwige duisternis (verstaat: de inwendige) is de toorn Gods en de Hel daarin de Duivelen wonen, mitsgaders de verdoemde zielen. En het eeuwig schijnende licht is het Hemelrijk, een woning der H. Engelen en Zielen. In de plaats dezer wereld is overal Hemel en Hel tegenwoordigGa naar voetnoot1), maar naar den inwendigen grond.

In Gods kinderen is inwendig het Goddelijke werken openbaar en in de Goddeloozen het werken der pijnlijke duisternis.

De plaats van het eeuwige Paradijs is in deze wereld in den inwendigen grond verborgen, en in den inwendigen mensch, zoo Gods kracht in hem werkt, openbaar. Van deze wereld zullen maar de vier Elementen met het Gesternte en de aardsche Kreaturen vergaan als het uiterlijke grove leven aller dingen; de inwendige kracht van alle Wezens blijft eeuwig.

[pagina 21]
[p. 21]

Nu, gelijk wij hier uiterlijk vuur hebben, zoo is er ook een inwendig Geestelijk vuur, hetwelk is de natuur des eeuwigen Vaders; want de ziele is zelve een Magisch vuur, en het licht dat uit haar schijnt, is haar geest.

En gelijk wij hier water zien, zoo is er ook een Geestelijk water wezenlijk, hetwelk is het water des eeuwigen levens, daar ons Christus op noodt, opdat ons zielevuur daarmede gelaafd zou worden.

En gelijk als hier lucht is, zoo is er ook een inwendige lucht, welke is de H. Geest.

En gelijk als wij hier Aarde hebben, zoo is er ook een inwendige Heilige Aarde, welke is de Goddelijke wezenheid die de eeuwige Wijdte vervult; die (al is zij schoon een Geest) dikker en begrijpelijkerGa naar voetnoot1) is als de klare Godheid. Uit deze H. Aarde wassen allerlei Boomen, Kruiden en Bloemen; niet dat men 't bij zulke dingen vergelijkt, maar wezenlijk; gelijk hier in deze wereld, maar niet zoo grof en begrijpelijk, en toch geformeerdGa naar voetnoot2) en met schoone verwen; het is alles Kracht. Op Hemelsche, Geestelijke wijze is het grijpelijk en smakelijk.Ga naar voetnoot3)

Indien nu hier zulk een groote schoonheid en zoetigheid kan gevonden worden, in de dingen daar goed en kwaad onder elkander vermengd zijn, als een uitgeboorte of openbaring van het Rijk des Lichts en het Rijk der Duisternisse, wat zal het dan zijn ter plaatse daar het goede alleen maar openbaar is? De moeder en oorsprong van alle schoonheid en zoetigheid, tot welke ons God roept. Hij wil niet dat wij op het uiterlijke blijven rusten, maar dat wij daardoor verder gewezen worden, om de eeuwige schoonheid en zoetigheid te erlangenGa naar voetnoot4)

[pagina 22]
[p. 22]

De ziele vindt zich zelven.

 
Toen ik des werelds heul verloor,
 
heb ik mij zelf in een Woestijn gevonden;
 
daar deed zich 't ijslijk Monster voor,
 
te zaam gezet van gruuw len en van zonden.
 
Nu zien wij 't hoog en diep verschil,
 
en hoe wij zijn het tegendeel des Heeren;
 
wij vinden vleesch en eigen wil,
 
die tegen God en zijnen wil begeeren.
 
Wij vinden Duivel, Hel en Dood,Ga naar voetnoot1)
 
en alles wat afgrijslijk is voor Gode.
 
Wat raad in deze hoogste nood?
 
Wij vinden 't zóó: Indien ons God niet noodde
 
en trok, wij dorsten nimmermeer
 
van schaamte voor zijn heilig aanschijn komen.
 
O wee! o ach! mijn God, mijn Heer!
 
Wat heeft de plaats des herten ingenomen!
 
De Oude Mensch, dat booze kind,
 
door 't regimentGa naar voetnoot2) der SterrenGa naar voetnoot3) voortgedreven,
 
is met den Duivel hoog bevrind;
 
dat zij er twee, die passenGa naar voetnoot4) op mijn leven.
 
Ach Slangentreder, staat mij bij!
 
Ik, arme Ziel, ik strijde voor uw eere;
 
ik voor mijn God en God voor mij;
 
zoo zullen wij den vijand nog braveeren.

Goddelijk antwoord.

Al waren uwe zonden als scharlaken, zij zullen wit worden als sneeuw. Jesaja I : 18.
Komt herwaarts tot mij, allen die vermoeid en belast zijt en ik zal u rust geven. Matth. XI : 28.
voetnoot1)
aanwezig.
voetnoot1)
grijpbaar, tastbaarder.
voetnoot2)
vorm hebbend.
voetnoot3)
te smaken; genietbaar.
voetnoot4)
Bl. 20, al. 1, reg. 17 - bl. 20, al. 3 = BOEHME, ed. Sch., Bd. 6, bl. 685, no. 129-132.
voetnoot1)
Zie 't driekoppig monster; op de rechterschouder de hel, met vuur in de hand, links de doodskop met de zeis, in 't midden het vette hoofd met ezelsooren ('t dierlijke lichaam) en de ster en staart des duivels.
voetnoot2)
heerschappij.
voetnoot3)
van Lucifer, den Geest der Sterren.
voetnoot4)
loeren.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken