Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Jezus en de ziel (1916)

Informatie terzijde

Titelpagina van Jezus en de ziel
Afbeelding van Jezus en de zielToon afbeelding van titelpagina van Jezus en de ziel

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.86 MB)

Scans (12.64 MB)

XML (0.31 MB)

tekstbestand






Editeur

F. Reitsma



Genre

proza

Subgenre

non-fictie/theologie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Jezus en de ziel

(1916)–Jan Luyken–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 155]
[p. 155]

XXXVI.



illustratie

De Heere is mijn licht en mijn heil, voor wien zoude ik vreezen? De Heere is mijn levenskracht, voor wien zou ik vervaard zijn? - Psalm XXVII: 1.
[pagina 156]
[p. 156]

Op het XXXVI. Zinnebeeld.
Van de ware ruste.

Johannes lag op de borst van onzen allerzoetsten Heere JEZUS. Als dit een liefhebbende Ziele beleeft, zoo ontvonkt haar het gemoed.

o, Hoe zoet is het, te rusten op het herte JEZUS! JEZUS is de eeuwige liefde des Vaders, en de eeuwige, wezenlijke zachtmoedigheid. De toorn en de gestrengheid wordt van hem verslonden, en alle onstuimigheid moet zich voor hem nederleggen.

Wie op deze heilzame plaats begeert te rusten, die moet alle valsche rust, op kreaturen gevest, verlaten.

Gij zijt zeer verdoold, zoo gij ergens ruste zoekt als in God.

Wie in God rust, hoeft niets te vreezen, want God is meerder dan alle kreaturen. Maar wie in eenige kreatuur rust, staat gedurig in vreeze, dat hem zijn rust door een ander kreatuur zal verstoordGa naar voetnoot1) en verbroken worden. En ook: waar nog vrees is, daar is geen ware ruste.

Psalm XCI. - Wie in de schuilplaats des Allerhoogsten is gezeten, die zal vernachten in de schaduw des Almachtigen.

Ik zal tot den Heere zeggen: Mijne toevlucht en mijn burg, mijn God op wien ik vertrouw.
Want hij zal u redden van den strik des vogelvangers, van de zeer verderfelijke pestilentie.
Hij zal u dekken met zijne vlerken, en onder zijne vleugelen zult gij betrouwen; zijne waarheid is een rondas en beukelaar.
Gij zult niet vreezen voor den schrik des nachts, voor de pijl die des daags vliegt,
voor de pestilentie die in de donkerheid wandelt, voor het verderf dat op den middag verwoest.
[pagina 157]
[p. 157]

Aan uwe zijden zullen er duizend vallen, en tien duizend aan uwe rechterhand: tot u zal het niet genaken.
Alleenlijk zult gij het met uwe oogen aanschouwen, en gij zult de vergelding der goddeloozen zien.
Want gij, Heere, zijt mijne toevlucht; den Allerhoogsten hebt gij gesteld tot uw vertrek:
u zal geen kwaad wedervaren en geen plage zal uwe tent naderen.
Want hij zal zijne Engelen van u bevelen, dat zij u bewaren op alle uwe wegen;
zij zullen u op de handen dragen, opdat gij uwen voet aan geenen steen stoot.
Op den fellen leeuw en de adder zult gij treden, gij zult den jongen leeuw en den draak vertreden.
Dewijl hij mij zeer bemint (spreekt God), zoo zal ik hem uit helpen; ik zal hem op eene hoogte stellen, want hij kent mijnen naam.
Hij zal mij aanroepen, en ik zal hem verhooren; in de benauwdheid zal ik bij hem zijn, ik zal er hem uittrekken en zal hem verheerlijken.
Ik zal hem met langheid der dagen verzadigen, en ik zal hem mijn heil doen zien.
[pagina 158]
[p. 158]

De Ziele heeft haar herte met Jezus verzegeld.

 
Een ander zegelt met zijn ringe
 
een groote schat van aardsche dingen,
 
(die dierbaar is en hem behaagt)
 
voorGa naar voetnoot1) een ontrouwe knecht of maagd.
 
Ik heb den Zoon uit God, den Vader,
 
dien levendigenGa naar voetnoot2) bron en ader
 
der diepste liefde en vriend'lijkheid,
 
het eeuwig licht der Majesteit,
 
den zoetsten JEZUS, Heer der Heeren,
 
- wien alle zaal'ge geesten eeren
 
en dienen zonder dwang of wet -
 
zóó duid'lijk op mijn hart gezet
 
gelijk een zegel, dat de dingen
 
die wij zoo mild van God ontvingen,
 
ons nimmer kunnen zijn ontvoerd
 
door hem die op dien schatkist loert
 
om zich daar meester van te maken.
 
De roover durft ons niet genaken,
 
als hij dat hooge zegel ziet;
 
want dit gebraad en smaakt hem niet.

Goddelijk antwoord.

Zet mij als een zegel op uw hart, als een zegel op uwen arm; want de liefde is sterk als de dood, de ijver is hard als het graf, hare kolen zijn vurige kolen, vlammen des Heeren. - Hooglied VIII: 6.
voetnoot1)
verward, verwoest.
voetnoot1)
ter bescherming tegen.
voetnoot2)
levens-vol.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken