Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Voncken der liefde Jesu (1687)

Informatie terzijde

Titelpagina van Voncken der liefde Jesu
Afbeelding van Voncken der liefde JesuToon afbeelding van titelpagina van Voncken der liefde Jesu

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (5.42 MB)

ebook (8.31 MB)

XML (0.24 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie

Subgenre

emblematiek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Voncken der liefde Jesu

(1687)–Jan Luyken–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 160]
[p. 160]

Rusten is gemackelyk.



illustratie
Tot een onverderstickt, en onbevlecklicke, en onverwelcklicke Erffernis, die in de Hemelen bewaardt is voor u. 1 Petri. 1. vers 4.


[pagina 161]
[p. 161]

Lieflykheden zyn in uw rechterhand eeuwiglyk. Psalm. 16. 11.

 
Als koude word verwarmt,
 
En hitte word verkoeld,
 
Soo is 't een lief'lyk wesen:
 
Als 't afgesloofde lyf,
 
De soete rust gevoeld
 
Dan is 't een lief genesen.
 
Als honger word versaad,
 
En droefheyt word verheugd,
 
Dat maakt een triumpfeeren:
 
Als 't goed het quaad verwind,
 
Dat is de bron van vreugd,
 
En 't lachgend Jubileeren.
 
Als 't licht de duysternis,
 
Verbergt in zyn geweld,
 
En opend alle dingen,
 
Dan word het siende oog,
 
Het wonder voor gesteld,
 
Om lof en danck te singen,
 
O uytgevloeyde kracht,
 
En wesen deser tyd,
[pagina 162]
[p. 162]
 
Soo nodig t' overwegen,
 
Om dat ghy een Figûur,
 
Van 't ewig wesen zyt;
 
Men meet u toch ter degen.
 
Bedenck eens trouwe ziel,
 
Wat u gebeuren sal,
 
In 't ewig salig leven;
 
Als ghy het aarden vat,
 
En 't aartsche jammer dal,
 
Ten laatsten hebt begeven!
 
Uw levens wortel sal,
 
In 't eynd'loos, altyd Nieuw,
 
Een ewig weldoen voelen;
 
Als of't begin der vreugd,
 
En deugd, nooyt op en hieuw,
 
Van warmen en verkoelen:
 
Van blytschap, uyt verdriet,
 
Versadiging, en rust,
 
Tot lust, en welbehagen,
 
Van 't aangenaam des lichts,
 
Wanneer zy 't duyster blust,
 
In 't hartverheug'lyk dagen.
 
Van alles daar het leed,
 
Met lief gebalsemd word:
[pagina 163]
[p. 163]
 
En dat sal ewig blyven;
 
Gelyk een schone bloem;
 
Wiens opgang nooyt verdord;
 
Wie kan dat heyl beschryven?
 
Maar ach! wat sal dat syn,
 
Tot God gekeerd gemoet?
 
Wat is het voor een wesen?
 
Dat haar met al dit geen,
 
Van onophoudelyk soet,
 
Geduurig sal genesen?
 
Dat sal God selver zyn:
 
Dat alle weelde swicht;
 
Zyn eygen Hert en leven;
 
Van alle kracht des heyls,
 
In 't vrind'lyk liefden licht,
 
Een eynd'loos ewig geven.
 
Vloeyd toe met u gemoed,
 
Al die op aarden zyt,
 
Tot dese Ziels genade,
 
Op dat ghy uwe Ziel
 
In alle eeuwigheyd,
 
Gelukkig meugd versaden.
 
Gelukig is de Mensch,
 
Totsulck een heyl genood:
[pagina 164]
[p. 164]
 
Ach dat zy 't al bedachten!
 
En 't werels, slecht, en kleyn,
 
Om 't Hemelsch schoon, en groot,
 
Versmaden, en verachten!
 
Wat is 't, al watter is,
 
Dat met de tyd vergaadt,
 
Voor 't ewig Zielen leven?
 
Maar wat oneyndig blyft,
 
En in zyn wesen staat,
 
Dat kan vernoeging geven.
 
Wel aan al die het hoord,
 
Verkiest het beste deel,
 
En laat het minder vaaren;
 
Het gansche Hemelryk,
 
En Godt, is machtig veel,
 
Jaa alles, en geheel,
 
Och laat ons dat vergâaren.

Heylig Antwoordt.

Ende Godt sal alle tranen van hare Ogen afwisschen; ende de Doot en sal niet meer zyn: noch rouwe, noch gekryt, noch moeyte en sal meer zyn: want de eerste dingen zyn wech gegaan. Apoc. 21. vers. 4.

[pagina 165]
[p. 165]

Toe-sang.

Toon: Sulamite.

 
Jesus, Jesus! Jesus, Jesus!
 
Ach laat ons toch, die schoonste Naam herhalen
 
Al schynt het buyten palen,
 
Wat souden wy, om iemand, daar na geven?
 
Want Jesus is ons leven!
 
Den liefden Oly, tot heling en versachten,
 
En den Balsem, en den balsem, en den balsem der krachten.
 
2.
 
Jaa beminde der Ziele!
 
Wy hebben hoop, on eens, eerlang, na desen,
 
Uw lof en prys te wesen,
 
Met hoger tong ontstoken door u krachten,
 
Bereykt met geen gedachten,
 
Om u te heffen met hemelse gesangen,
 
Ewig, ewig, ewig ewig, ewig ewig is lange.
 
3
 
Laat ons eeten en drincken,
 
Van Jesus Naam, dien allergrootsten segen,
 
Als Pel'groms onderwegen,
 
Tot wy, eerlang, uyt dese wereld scheyden,
 
In 't leven sonder tyden,
 
Om in Godts Harte, voor eyndeloos te wonen,
 
Jesus, Jesus, Jesus, Jesus, Jesus Christus myn schone.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken