Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Voncken der liefde Jesu (1687)

Informatie terzijde

Titelpagina van Voncken der liefde Jesu
Afbeelding van Voncken der liefde JesuToon afbeelding van titelpagina van Voncken der liefde Jesu

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (5.42 MB)

ebook (8.31 MB)

XML (0.24 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie

Subgenre

emblematiek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Voncken der liefde Jesu

(1687)–Jan Luyken–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 194]
[p. 194]

De quaa, Is naa.



illustratie
Ende sy [sullen] des Menschen vyanden [worden] die sijne huys genooten [zyn]. Matth. 10. vers 36.


[pagina 195]
[p. 195]

Verlost ons van den boose. Matth. 6. vers 13.

 
Ach Bruydegom van myn Gemoedt!
 
Tot u verhef ick myne suchten,
 
En kom in uwen boesem vluchten,
 
Dat uw genade my behoed!
 
Zy wonen binnen myne muuren,
 
Als hartgenooten van myn Huys,
 
Die my verschaffen stryd en Kruys,
 
En op my loeren, alle uuren!
 
Wie syn dan dese, waarde Geest?
 
Die in den schyn van huysvrindinnen,
 
Soo veel verwarde draden spinnen,
 
Dat gy voor haar geselschap vreest?
 
't Zyn spruyten van myn levens krachten,
 
Myn Hart, en Ziel soo naa verwant,
 
Door een aloude starcke bandt,
 
Myn eyge Sinnen en Gedachten.
 
Zy brengen my veel onrust aan;
 
En of ick haar gebie, te swygen,
 
Om soete stilte en rust te krygen,
 
Sy laten 't soo niet lange staan.
[pagina 196]
[p. 196]
 
Died moet ick my gestadig weeren,
 
En setten haren opstandt neer,
 
Al reys, op reys, en keer, op keer,
 
Dies such ick veel, tot u, ô Heere!
 
Gy syt myn Heyland, en myn Heldt,
 
Op wien myn Hart sich moet betrouwen,
 
Dies hoop ick my aan u te houwen,
 
Verdrucktse, met uw groot geweldt:
 
Vertreetse onder uwe voeten,
 
Als stof; ô aller goetste Heer,
 
Lecht gy de macht der boosheyt neer,
 
wat sou voor u niet buyge moeten!
 
Ach dat myn Huys eens was bereydt,
 
En uytgeruymt, van alle saaken,
 
Die uwe woning onreyn maaken,
 
Door veelderleye Eygenheydt!
 
O waarde Gast, daar wy om suchten,
 
Op dat uw wil, daar Koning waar;
 
Ach Jesus! doetse voor en naar,
 
Als kaf, verstuyven en vervluchten.
[pagina 197]
[p. 197]

Heylig Antwoordt.

De Heere sal uwen uytgang ende uwen ingang bewaren, van nu aan tot in der ewigheyt. Psalm. 121 vers 8.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken