Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De onrustzaaier (1955)

Informatie terzijde

Titelpagina van De onrustzaaier
Afbeelding van De onrustzaaierToon afbeelding van titelpagina van De onrustzaaier

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.66 MB)

Scans (8.12 MB)

XML (0.23 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De onrustzaaier

(1955)–Willem G. van Maanen–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

[VI]

Die inschrijvingsavond werd een succes, voor hem. Hij had een tafel in de gang gezet, en troonde daarachter als een ronselaar, de pen in de hand en witte formulieren voor zich. Alleen de geldzak ontbrak. De eerste die zich kwam aanmelden was mijn sigarenmaker. Hij groette me verlegen en bleef met de hoed in de hand voor de tafel staan.

- Hoe heet u?, vroeg meester Chris.

- Kanis, meester.

- En uw beroep?

- Ik maak sigaren, meneer hier weet het.

- Waarom komt u hier?

- Ik wil er nog wat bij leren. Mijn jongens weten meer dan ik, dat kan niet voor een vader...

Hij begon weer onbehoorlijk te hoesten, met lange uithalen, en keerde zich om. Toen hij eindelijk klaar was vroeg meester Chris:

[pagina 25]
[p. 25]

- Bent u ziek?

- Dat niet, meester. Maar dat sigarenmaken, die droge stof, meneer notaris weet het, daar ga je gauw van hoesten.

- U bent aangenomen. Loopt u maar door, naar dat lokaal, en ga in een bank zitten. Straks kom ik bij u.

Zo ging het door. De een na de ander kwam binnen, ik kende haast iedereen. Er waren er genoeg bij die hun kinderen bij de bijbel hadden gedaan. Enkele mensen wees hij af, ik weet niet waarom, toen ik het hem vroeg antwoordde hij niet. Misschien waren ze hem niet dom genoeg. Er kwamen meer mannen dan vrouwen, maar die waren er toch ook, en dan meestal zonder echtgenoot.

De aanmelding duurde van zeven tot half acht, dat stond op het biljet, en toen de Buitenkerk het halve uur sloeg ging hij de voordeur sluiten. Nadien werd er nog wel aan gerammeld, maar hij liet rammelen tot het de buitenstaanders verveelde en ze het opgaven. Hij had er ook waarachtig niet meer nodig; ik schat dat er wel vijftig in de banken zaten. Voor ieder biljet een, dat boven zijn bed meegeteld. Er bekroop me een onbehaaglijk gevoel toen hij de deur van het lokaal achter ons dichttrok. Honderd ogen keken ons aan alsof ze van ons alle heil verwachtten. Hongerige gezichten die eerder zouden ontspannen door het toedienen van een boterham dan van geestelijk voedsel. Maar nog meer werd ik in de war gebracht door de gedachte dat daar voor me een klas kinderen zat die door een verwoestende hand plotseling oude afgeleefde mensen waren geworden. De doodse stilte die er heerste maakte dat dwangbeeld nog beklemmender, en ik was blij toen meester Chris begon te spreken.

[pagina 26]
[p. 26]

- Het doet me plezier, zei hij, - dat u allen behoefte hebt aan meer ontwikkeling. Dat bewijst dat u niet zo onontwikkeld bent als waarvoor u zichzelf aanziet. Nu moet u niet denken dat dit een soort avondschool wordt waar u leert lezen en schrijven. Ik zal u dingen bijbrengen die het leven de moeite waard maken, want moeite kost het. Ik zal u gevoel voor schoonheid geven, voor wat waar is in het leven en voor wat bedrog is, ik zal u aantonen dat juffrouw Heidendaal het bij het verkeerde eind heeft, maar dat het een moedig mens is, ik zal u leren hoe oud de Buitenkerk is en waarom het zo'n mooi gebouw is, ik zal aantonen dat de kleine sigarenmakers zich moeten organiseren en dat de huisvrouwen vrijwillige slavinnen zijn, ik zal met u gaan wandelen langs de rivier, en u het verschil leren tussen fluitekruid en berenklauw. U zult misschien niet begrijpen wat dat allemaal voor nut heeft, maar u zult al gauw merken dat het u gelukkiger zal maken. Ik zal ook mooie boeken met u gaan lezen en naar muziek luisteren, en ik zal u bewijzen dat God niet is wat dominees en andere oplichters van hem maken, maar dat hij een product is van uw eigen geweten en net zoveel gestalten heeft als er mensen zijn.

Tot mijn verbazing bleef iedereen stil. Ik had protesten verwacht van de Heeringa-satellieten, maar niets. Ikzelf voelde wel bedenkingen opkomen, vooral tegen de passage over God, die ik nog altijd vereenzelvig met mijn vader en tegen wie ik opzie, al ben ik niet van plan hem te gehoorzamen. God bedoel ik.

Twee maal per week zou er les zijn, en dat gebeurde ook. Want ik had me al voorgenomen hem zijn gang te laten

[pagina 27]
[p. 27]

gaan, en zolang de wethouder geen bezwaren naar voren bracht tegen het gebruik van de school op die twee avonden zou ik het ook niet doen. Het kostte me wel moeite het bestuur ervoor te winnen, maar ik zei dat de meester mij allang geleden toestemming had gevraagd en dat ik had verzuimd dat door te geven. Als ik toen had geweten wat voor gevolgen die cursus nog zou hebben had ik wel anders gepraat.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken