Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De onrustzaaier (1955)

Informatie terzijde

Titelpagina van De onrustzaaier
Afbeelding van De onrustzaaierToon afbeelding van titelpagina van De onrustzaaier

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.66 MB)

Scans (8.12 MB)

XML (0.23 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De onrustzaaier

(1955)–Willem G. van Maanen–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

[VII]

Op een avond niet lang daarna kwam juffrouw Heidendaal bij me op bezoek. Om haar op de proef te stellen bood ik haar een glas wijn aan. Ze sloeg het af, en keek me daarbij onbevreesd aan. Tenslotte wist ze niet dat ik van haar relaties met Slok op de hoogte was, en getuige was geweest van de nachtelijke scène met meester Chris. Ik had plezier in de situatie en was mild gestemd.

Ze kwam mijn hulp vragen voor het opstellen van een testament, en had een tas vol papieren meegebracht, waarin ze meteen fanatiek begon te graven.

- Plannen om dood te gaan?, vroeg ik.

- Die maakt alleen de Here, antwoordde ze, zonder van haar graafwerk op te zien.

- Maar maakt hij ze ook?, vroeg ik verder, om haar te plagen.

- Dat weet hij alleen.

- Zou hij het werkelijk weten?

Ze staakte haar arbeid en keek eindelijk op. - Ik ben niet gekomen om met u te redetwisten, zei ze kalm. - Als u het weten wilt, ik ben ziek. Dokter Blom zegt niet wat

[pagina 28]
[p. 28]

het is, maar het is kanker, in mijn borst en in mijn buik. Ze legde haar handen even op de plaatsen die ze noemde, zette toen die vermoeiende tas naast haar stoel en begon te huilen.

Dergelijke overgangen van het menselijk gemoed ken ik te goed dan dat ik me erdoor van de wijs laat brengen. Maar in haar geval had ik toch medelijden, en ik liet haar begaan zonder haar in de rede te vallen. Na enige tijd stond ik op en schonk haar een glas cognac in, werkelijk een goede cognac. Ze greep het en nam een slok alsof het water was.

- Ik ben niet bang voor het einde, zei ze, op haar leven doelende.

- Cognac geeft moed, kon ik niet nalaten te antwoorden.

- Ik ben bang niets na te laten, vervolgde ze, zonder op mijn woorden in te gaan, maar na nog een tweede slok te hebben genomen die het glas ledigde. - Geestelijk gesproken, zei ze haastig.

- Daar zou ik me in uw geval maar niet ongerust over maken, zei ik. - U hebt genoeg uw best gedaan om de mensheid in onze stad een erfenis mee te geven die ze nog geslachten lang kunnen overdragen. Mag ik u nog eens inschenken?

- Ik drink nooit, zei ze ernstig. - Maar cognac is medicijn, zei mijn moeder, en dan is het geen zonde. Heel graag. Denkt u werkelijk dat ik zal blijven voortleven?

- Waar bedoelt u, boven of beneden?

- U bent een onverbeterlijke kwelgeest, notaris. Hier beneden natuurlijk.

- Is het geen zonde u dat af te vragen?

[pagina 29]
[p. 29]

- Dat kan ik beter bepalen dan u.

De drank deed haar goed, en ik vroeg me af of alcohol de gave bezat de korst los te weken om het deel gezond verstand waarover ze blijkbaar toch beschikte. En als dat zo was, of ze dan daarom in het donker haar mandje voor Slok neerliet.

We kwamen terzake. Het bleek dat alle kolder die ze overdag uitbraakte eerder in goud veranderde dan in padden; ze was niet onvermogend. Maar dat is ambtsgeheim, en voor mijn verhaal doet het er ook weinig toe. Misschien kwam ze werkelijk voor het testament, maar toch nog meer voor de man wie ze, als ze niet zo christelijk was, alleen maar vervloekingen zou nalaten: de nieuwe meester. Toen ik me zijn naam liet ontvallen sprong ze erop af als een hond op een been, en alle cognac ter wereld kon de smaak daarvan niet veranderen.

- Een satan is het, notaris, de duivel zelf.

Wanneer had ik dat meer gehoord? Ik probeerde haar te sussen, maar het was olie op het vuur. Als een furie stootte ze uit:

- Een sadist is het. En ik zal eisen dat hij hier weggaat, ik zal hemel en aarde bewegen dat hij ontslagen wordt.

- De hemel begrijp ik, maar hoe wilt u het met de aarde aanleggen?

- Spot maar, spot maar. Ik heb een brief aan de wethouder opgesteld, en die zal indruk maken. Hier, leest u hem maar.

- Ik denk er niet aan, zei ik. - Vertel me maar liever wat hij heeft misdaan. Ik schonk haar nog eens in, voor de zesde maal geloof ik, en ze slokte het glas er haast bij op.

[pagina 30]
[p. 30]

Haar ogen begonnen uit te puilen, en ze had haar tas weer op schoot gezet, misschien om ze in op te vangen als ze uit hun kassen zouden rollen.

- Gisteren nog stond ik bij de brug, een hele groep kinderen om me heen. Al die lieve gezichtjes naar me opgeheven. Ze drinken het evangelie, notaris, ze drinken het. Ik vertelde hun van Daniël, hoe hij voor de leeuwen was geworpen, en hoe het geloof hem uit hun muilen redde.

- Dat hoort toch niet bij het evangelie?, vroeg ik. Ik ken de bijbel wel niet zo grondig als de pachtwet, maar dat er een oud en een nieuw testament zijn weet ik toch.

- U praat al net zo goddeloos, zei ze, - maar u bederft er tenminste geen kinderen mee. Hij wel. Toen ik nog volop bezig was die harten te winnen kwam hij langs, in een korte broek nog wel en een rugzak op. Hij had met zijn heidense handen de goddelijke natuur weer eens bezoedeld. Zo juffrouw Heidendaal, riep hij, weer bakerpraatjes vertellen? Laat je maar niet bang maken, jongens. Wie gaat er mee de rivier nog even langs? En weg waren ze.

- De natuur is sterker dan de leer, zei ik, om toch wat te zeggen. - Maar dat is toch geen reden voor ontslag?

- Die rattenvanger, zei ze. - En de ouderen vergiftigt hij ook al. Toen ik om zes uur bij de sigarenfabriek stond, en daar heb ik altijd een dankbaar gehoor, toen riep er een: We hebben u niet meer nodig, we hebben nu de nieuwe meester. Dat is tenminste niet zo'n...

- Zo'n wat?, vroeg ik, en schonk nog maar eens bij.

- Ouwe hoer, siste ze, en ze maaide haar volle glas van de tafel. Ik moest lachen om dat woord uit haar mond,

[pagina 31]
[p. 31]

maar de cognac ging me aan het hart, en ik besloot maar eens met schenken op te houden. Ik bukte om het glas van de grond te rapen, mijn hoofd lag haast op haar knieën naast die onfrisse tas, en ineens fluistert ze me in mijn oor:

- En 's avonds kwam hij op mijn kamer.

- Met wat voor bedoelingen?, vroeg ik toen ik weer zat.

- Daar liet hij zich niet over uit, zei ze afgemeten. - Hij kwam maar eens praten, zei hij. En of we niet samen konden doen.

- Samendoen?, vroeg ik geschrokken.

- Hij zei: u staat maar op straat onzin te verkopen, maar u bent niet zo gek als u doet. Als u nu eens bij mij op de avondcursus verhalen komt voorlezen, goede verhalen die ik wel zal uitkiezen, daar hebben we met zijn allen veel meer aan. Met Kerstmis zullen we er een kerstverhaal van maken. Daarmee dacht hij me te paaien. God heeft me gezegd te weigeren.

- Kon u dat niet uit uzelf?

- Alles wat ik uit mezelf doe doe ik uit God.

- Het lijkt me onzin, zei ik voorzichtig, - maar het kan ook wel wat betekenen. U hebt toch geen last van de cognac? Want ik begon te vrezen dat de korte opleving van haar gezond verstand tenslotte ook wel zonder medicijn had kunnen worden veroorzaakt, en dat drank eerder schaadde dan baatte. Ze begon ook vreemd en gejaagd rond te kijken, alsof ze werd achtervolgd, en greep van tijd tot tijd naar haar hart, misschien om er zich van te vergewissen of het nog klopte. Het leek me van wel, en dat zei ik haar.

[pagina 32]
[p. 32]

- Het is mijn hart niet, het is mijn borst, zei ze. - Ik heb kanker.

- U ziet er veel te goed uit, zei ik, want ik geloofde haar niet.

- Mijn ene borst groeit naar binnen en zakt uit, antwoordde ze, - en dat is het bewijs. Gods wegen zijn ondoorgrondelijk, maar hij geeft zijn beminden tekens als het einde komt.

Ik had haar borst nooit in ogenschouw genomen, maar een blik op de volheid ervan overtuigde me dat er van naar binnengroeien geen sprake was. En waarom God haar buste als wegwijzer naar het einde zou gebruiken begreep ik niet. Ik deed een poging een eind aan het gesprek te maken, keek weer eens op de pendule, en borg tenslotte de flessen weg.

- U koestert de antichrist aan uw hart, notaris, zei ze toen ik daarmee bezig was. - U weet het misschien niet, maar ik zeg het u.

- Hij is niet de eerste die u daarvoor verslijt, zei ik.

- Hij komt in verschillende gedaanten, beweerde ze.

- Dit is een van zijn gevaarlijkste gestalten, en ik waarschuw u.

- Dank u, zei ik zo kort mogelijk, maar dat zweepte haar juist op en ze riep:

- De antichrist, de antichrist, ik zie hem komen, ik zie hem onze stad belagen. Hij lokt de kinderen mee, hij misleidt de ouderen, de zienden verblindt hij en de horenden verdooft hij. Zijn rugzak is vol van de vruchten van de boom der kennis, maar voorwaar ik zeg u: wie ervan eet zal worden vergiftigd en als een

[pagina 33]
[p. 33]

hond sterven. En voor honden is geen plaats in de hemel. En zo ging ze door tot middernacht. De ene idioterie volgde de andere op, en tenslotte zette ik haar buiten de deur, met tas en al. Daar ging ze nog een tijdje verder, maar toen ik me op mijn slaapkamer begon uit te kleden kwam er iemand langs, en die klampte ze aan. Ik hoorde hen onder de poort doorlopen, en ik vroeg me af wie de ander zou zijn. Misschien haar vijand wel.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken