Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De onrustzaaier (1955)

Informatie terzijde

Titelpagina van De onrustzaaier
Afbeelding van De onrustzaaierToon afbeelding van titelpagina van De onrustzaaier

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.66 MB)

Scans (8.12 MB)

XML (0.23 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De onrustzaaier

(1955)–Willem G. van Maanen–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

[VIII]

Een paar dagen later werd ik bij de wethouder geroepen. Hij heeft een parapluwinkel, maar daar moest ik niet komen. Hij zetelde in een kamer van ons Gothische stadhuis, waar hij misstond als een van zijn zwarte paraplu's in een rek voor hellebaarden. Van beide had hij genoeg: de eerste in zijn winkel, de laatste in de raadszaal die er met alle geweld moest uitzien als de wapenkamer van een oud kasteel. Alleen in zo'n omgeving schijnen de besluiten voor het welzijn van onze stad te kunnen worden genomen, en het verwonderde me dat hij er ter gelegenheid van mijn komst geen in zijn eigen kamer had laten brengen. Vermoedelijk reikten zijn bevoegdheden niet zover.

- We moeten eens praten over de nieuwe bovenmeester, zei hij.

- U moet misschien, antwoordde ik, - maar ik niet.

- Ta ta ta ta, zei hij, alsof hij plotseling was verjongd tot een zuigeling die mij goedendag wilde zeggen. Maar het bleek dat die klanken werden geuit om mij te waarschuwen niet verder op de ingeslagen weg voort te gaan.

[pagina 34]
[p. 34]

- Windt u zich nu niet direct op, notaris, zei hij, - maar laten we de kwestie eens kalm bepraten. Ik heb klachten gekregen.

- Van juffrouw Heidendaal, zei ik.

- U raadt het.

- Nee, ik weet het, zei ik. - Juffrouw Heidendaal heeft mij inzage gegeven van haar brief aan u.

- Dat is onbehoorlijk van haar, zei hij.

- Ik heb er geen gebruik van gemaakt, antwoordde ik zoetsappig, - maar uit haar woorden begreep ik waarom het ging. Ze ondervindt concurrentie van hem.

- Ik vind dat woord niet op zijn plaats, zei hij stijf, en hij trok zijn hoofd tussen zijn schouders alsof er een paar regendruppels langs zijn nek in zijn boord gleden. - Maar daar komt het inderdaad op neer. En u hebt hem de gelegenheid daartoe verschaft.

- Het schoolbestuur heeft er nooit bezwaar tegen gehad dat het gebouw op Woensdagavond werd gebruikt voor het geven van catechisatie door leden van uw kerkgenootschap, zei ik even stijf, maar zonder mijn hoofd in te trekken voorzover ik me herinner. - Ik kan niet aannemen dat het gemeentebestuur bezwaar heeft tegen het geven van een ontwikkelingscursus in hetzelfde gebouw.

- Dat hebben wij ook niet, zei hij, - maar wel tegen de inhoud en de strekking van die cursus. En als u dan toch formeel wilt zijn, u had mij daarvoor toestemming moeten vragen.

Dat was waar, maar ik kon hem moeilijk vertellen dat ik dat laatste letterlijk tegen de meester had gezegd, en dat ik naderhand door mijn knieën was gegaan zonder dat

[pagina 35]
[p. 35]

er meer over toestemming was gesproken. Nu ik tegenover de wethouder zat moest ik het doen voorkomen alsof die hele cursus met mijn volle instemming was begonnen, en ik citeerde meester Chris dan ook maar door te beweren dat school en stad ermee waren gebaat. Ik voegde daar bij dat ook aanhangers van Heeringa meenden nog wel wat van meester Chris te kunnen opsteken.

- Daar gaat het niet om, zei hij, en als er een dooddoener is waar ik een hekel aan heb dan is het wel aan die.

- Waarom dan wel?, vroeg ik niettemin.

- Het gaat erom of wij als gemeentebestuur kunnen dulden dat iemand een deel van onze gemeentenaren beledigt. Die zin had hij niet van zichzelf, en hij had er ook moeite genoeg mee hem zonder stotteren uit te brengen. Na afloop keek hij mij opgelucht en triomfantelijk aan, en hij trok een schaartje in de vorm van een paraplutje uit zijn zak om daarmee een sigaar de kop af te knippen. Hij schrok toen hij merkte dat hij vergat er mij een aan te bieden, en schoof mij het kistje verlegen toe. Ik nam er ondanks alles een. Na het ritueel van elkaar vuur geven zei ik puffend, om het effect van mijn woorden te verzachten:

- Ik ben een van de zeer vele gemeentenaren die al jaar en dag door een zeker iemand worden beledigd.

- Juffrouw Heidendaal, zei hij, en hij hulde haar in een rookwolk.

- U raadt het, zei ik, en maakte haar bijna onzichtbaar. Hij glimlachte, dat viel me van hem mee. Daarna tekende hij een bedenkelijk figuurtje op zijn vloeiblad en fluisterde:

[pagina 36]
[p. 36]

- Juffrouw Heidendaal is niet geheel toerekeningsvatbaar. U weet dat de kerk haar ook niet steunt?

- Het verband tussen die twee opmerkingen ontgaat me, zei ik, en wuifde de rook tussen ons beiden weg.

- Ik begrijp u niet, notaris.

- Dat begrijp ik, meneer de wethouder.

- Ta ta ta ta, brabbelde hij toen maar weer, maar we waren toch verder dan in het begin. Want hij verzekerde me dat hij er niet aan dacht de cursus van de nieuwe meester te verbieden. Iedereen mocht gaan en staan waar hij wilde, en als men de meester verkoos boven juffrouw Heidendaal, het zij zo. Maar hij wilde wel enig toezicht op de avondlijke bijeenkomsten, en hij stelde daarom voor dat de lessen van tijd tot tijd door een lid van het schoolbestuur zouden worden bijgewoond. En dat daarvan verslag aan de wethouder zou worden uitgebracht. Dat was toch niet teveel gevraagd.

Dat was het werkelijk niet, maar ik geloof nu toch dat er meer achter stak dan ik toen vermoedde. Ik zei dat ik zijn voorstel redelijk vond en nam het aan. Een week later ben ik een paraplu bij hem gaan kopen; hij smeerde me er een aan met een ganzekop als handvat, want dat stond zo gekleed. Maar het beest was al jaren oud, want toen het eens flink regende en woei viel hij van zijn stokje, en ik moest hollen om de paraplu te grijpen voor hij in de rivier te water raakte.

Ik krijg een droge mond van het vertellen. Ik zal even een beaujolais halen, die mag best koel worden gedronken. Mijn verhaal is misschien niet erg interessant voor wie de plaats en de personen niet kent, maar ik vind het

[pagina 37]
[p. 37]

zelf zo prettig alles nog eens op te halen. Het werkt verhelderend voor me, ik begin te begrijpen waarom onze stadsgemeenschap een vrijbuiter als meester Chris uitstoot, en een veel idioter mens als juffrouw Heidendaal duldt. Zij verstoort niets. Maar zijn vertrek gaat me toch aan het hart, hij had hier zoveel goed werk kunnen doen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken