Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Peel omnibus (1969)

Informatie terzijde

Titelpagina van Peel omnibus
Afbeelding van Peel omnibusToon afbeelding van titelpagina van Peel omnibus

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.46 MB)

Scans (21.45 MB)

ebook (3.17 MB)

XML (1.12 MB)

tekstbestand






Editeur

Toon Kortooms



Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Peel omnibus

(1969)–H.H.J. Maas–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

2

De boerin meende, dat Toon en Dien niet beter konden doen dan maar zo gauw als het ging naar de pastoor te gaan. Dan was immers al het geklets ineens uit. Toon zou 's nachts wel zo lang ergens anders kunnen slapen, want bruidegom en bruid onder één dak, dat kon niet, dat zou ‘grote schande’ zijn.

Een klein huisje was er wel te vinden. Veel hadden ze niet nodig,

[pagina 215]
[p. 215]

want ze waren immers allebei de hele dag op de boerderij. Daar verdienden ze daggeld en de kost. Als ze thuis kwamen, gingen ze naar bed, en als ze opstonden weer aan het werk.

Er werd niet lang geprakkezeerd. Toon en Dien vonden ook, dat 't zo 't beste zou zijn. En dan ook maar hoe gauwer hoe beter.

Zeker, deden de lui met dubbelzinnig gelach, ze waren nou toch al zo ver, dat ze het ook allemaal weten wilden. Zoveel te eer zouden ze weer in de rust zijn.

Toen het bekend werd, was het hele dorp tevreden. Het gepraat keerde zich van de Veulenhof en ‘de booien’ af en wierp zich op iets anders, dat onder de hand weer was voorgevallen en genot-brengende afwisseling bracht in het sleurleven.

De werkzaamheden op de boerderij gingen met een kleine stoornis van een paar dagen gewoon door. De boer en de boerin waren uit de nood en glansden van plezier, dat alles zo goed was afgelopen zonder schade voor hén. Zij waren ten opzichte van de bruiloft dan ook heel gul. Stoelen en tafels, potten en pannen, alles kon op de boerderij voor het feest geleend worden. De boerin bracht ook nog allerlei mee ten geschenke, als een krentemik, wat koffie, suiker en een grote kan vol melk. En een groot kruisbeeld in een glazen stolp deed ze de jonggehuwden cadeau. Alle gasten bewonderden ‘de schone Lieven-heer’ uren lang, keken er naar en prezen opnieuw, dat het toch ‘een schone Lievenheer’ was en keken andermaal en knikten gewichtigdoend met het hoofd: ‘Ja, het was toch prachtig, zo'n schone Lieven-heer onder een stolp.’ Dien was er ook heel blij mee, en de boerin zat breed op haar stoel, pronkerig van trots.

Dat zij bij Toon en Dien op de bruiloft kwam, vonden allen ‘schoon gedaan’ van haar.

Het grote glas jenever met klontjes ging rond, en allen slurpten er eens van, nadat Toon en Dien eerst een teugje genomen hadden. En zodra het leeg was, werd het opnieuw gevuld en andermaal rond gegeven. Er werd koffie gedronken. Grote koperen kannen vol werden aangebracht, en als ze half leeg waren, goten de buurvrouwen, die voor de ‘kook’ moesten zorgen, er maar weer heet water bij. Grote stapels ronde sneden effen mik en krentenmik waren in een ogenblik verdwenen.

Terwijl de gasten blazend en zuchtend uitrustten van de inspanning zeiden twee meisjes een gedicht op. ‘Heilwens op de echtvereniging van Antonius Hubertus Peeters en Huberdina Jakobs’. Met datum en jaartal.

Een der meisjes hield het bont-bebloemde papier in de hand. Met hoge kleur begonnen ze, nauw-verstaanbaar, de woorden rad uitstotend en ze halfinslikkend, terwijl nu de een, dan de ander achter was. Langzamerhand trok de verlegenheid echter wat af, en de eerst neergesla-

[pagina 216]
[p. 216]

gen ogen gingen star blikken naar de bruid. Toen keken de gasten ook allemaal naar de bruid, die vuurrood werd onder dat aangapen, en aan haar kleren begon te frommelen. De beide meisjes stonden houterig en stijf het gedicht op te dreunen. Eenmaal vlot aan de gang, maakten zij echter ook nu en dan een hoekige duw met de arm in de richting van de bruid, en met open monden en verbaasde blikken zagen de andere vrouwen het aan. Het ene couplet ratelde het andere na, en toen op schreeuwerige toon heel veel volgde van 's Hemels zegen en een talrijk kroost, toen waren de meisjes aan het met spanning verwachte, schoonste gedeelte gekomen. De vrouwen deden vroom met dweperige blikken en wat gebogen hoofd. Bij dat ‘talrijk kroost’ keken de al half aangeschoten jongelui die de bruiloft meevierden, naar Toon en knipten een oogje naar hem, zeggend met de uitdrukking van hun gelaat, dat hij dáár zeker wel voor zorgen zou.

Toen het uit was, vond iedereen het toch, schoon, beestig schoon. Dien moest het maar laten inlijsten. Ze keek er eens op en maakte daarbij een heel dom gezicht, omdat ze niet lezen kon. Maar die krans van bonte bloemen om het gedicht heen was ook schoon.

Het glas jenever met klontjes ging weer van mond tot mond.

Eindelijk trok de hele troep de herbergen af, bruidegom en bruid voorop, tot etenstijd, en daarna opnieuw, tot de avond. Er werd veel gedronken en hoe langer hoe wilder gedanst en gehost en druk gevrijd. Vooral tegen de avond ging het dol toe, toen allen verhit waren door de roes van drank en zinnelijkheid. In een klein café stonden allen, schreeuwend en brallend, woest te springen. Een paar struikelde en anderen vielen er overheen. Het was een hoop rokken en spartelende benen, waaruit gegil en onderdrukt gelach optrilden.

De volgende dag kwamen de getrouwde lui uit de buurt na de middag op koffievisite. Er werden allerlei ruwe toespelingen gemaakt op de eerste nacht. Nadat eenmaal het gesprek daarop was gekomen, kwam er aan de platte geestigheid geen eind meer. De een trachtte de ander te overtreffen. En toen Toon vertelde, dat zij 's nachts door het bed waren gevallen, omdat men uit de grap alle onderleggers op een paar na stilletjes uit het ledikant had genomen, hingen alle lijven te schudden op de stoelen. De vrouwen met de kop achterover. Sommigen lachten met volle mond, zodat de brokken in de keel schoten, en door het hoesten de nat-bekauwde kruimels over de koffietafel spatten en de tegen-overzittenden in het gezicht.

Dan begonnen de geestigheden opnieuw. De een wist een geval, dat er peper gestrooid was in het bed van pasgetrouwden, de ander, dat er turven geduwd waren onder het laken, een derde weer wat anders. Ze hadden allemaal veel plezier.

En daags daarna gingen Toon en Dien als man en vrouw naar de Veulenhof.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken