Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Peel omnibus (1969)

Informatie terzijde

Titelpagina van Peel omnibus
Afbeelding van Peel omnibusToon afbeelding van titelpagina van Peel omnibus

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.46 MB)

Scans (21.45 MB)

ebook (3.17 MB)

XML (1.12 MB)

tekstbestand






Editeur

Toon Kortooms



Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Peel omnibus

(1969)–H.H.J. Maas–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

3

De gemeente, waar Toon Peeters woonde, verkocht het nog niet verdeelde stuk veen aan een van de maatschappijen voor honderdtwintig duizend gulden. Het publiek bleef echter onkundig van de juiste som. Waarom het bekend te maken?

Met Veendorp en Peelheim wilden de onderhandelingen op de duur niet best meer opschieten.

Beide plaatsen hadden een zeer uitgestrekt peelveld in eigendom, dat allergunstigst gelegen was voor de exploitatie, wijl de spoorlijn er doorheen sneed of er heel kort bij kwam. De fabrieken konden dan zo gebouwd worden, dat ze door een zijlijn van enkele meters lengte te verbinden waren met het stationsemplacement.

De maatschappijen kwamen met elkaar in een heftig intrigerende concurrentie om het terrein dier gemeenten te krijgen.

Haar afgezanten bezochten in stilte burgemeesters en raadsleden om door diplomatiek gepraat te vissen naar het bod van de tegenpartij en de opinie van het bestuur. Ze wisten dadelijk, wie de lakens in de raad uitdeelden en konkelden met hen alleen voort.

Te Veendorp zat Van Ruwhorst in de raad. Iemand, die door het hele dorp een gladzak genoemd werd, maar die men voor geen cent ver-

[pagina 247]
[p. 247]

trouwde. Hij was een man van veel ontwikkeling en, waar voor hem zelf voordeel te halen kon zijn, met een ver vooruitziende speurblik. Door zijn huwelijk was hij in de dominerende partij gekomen, die jaren en jaren de hele gemeente beheerst had onder haar familiejuk. Van vader op zoon had eenzelfde geslacht de burgemeestersplaats bekleed en was in die tijd rijk geworden. Ook de neven en nichtjes voeren er wel bij. De burgemeester en een der wethouders waren neven; Van Ruwhorst was getrouwd met een nicht van de burgemeester; de andere wethouder was een oom van een der raadsleden, wiens neef ook weer lid was. Zo vormde het hele bestuur een samenstel van bloedverwanten.

Van Ruwhorst had geen ander geweten dan zijn beurs. Dat, zijn gladheid en zijn familie maakten hem tot de man van de grootste invloed in de gemeente. Het volk vleide hem om zijn hulp om iets in de raad gedaan te krijgen, en uit vrees. 't Was zo'n rare. Men kon niet weten, men moest voor hem oppassen.

De een nam hem in de arm voor een leverantie aan de gemeente, de ander om vrijstelling van het een of ander, dat hem lastig uitkwam. Iedereen, die zijn steun kreeg, klaagde echter in het geheim wel eens pijnlijk: ‘Ik heb het, maar ik weet bliksems goed waarvoor!’

Hij leefde op een zeer grote voet. Maar niemand wist, hoe het eigenlijk met ‘zijn fortuin’ stond. Van tijd tot tijd geruchtte het gepraat rond, dat ie ‘op’ was. Hij zou nu zéker failliet gaan.

Meest waren dat gevolgtrekkingen van mensen, die hoofdschuddend aanzagen, hoe dikwijls Van Ruwhorst andere zaken aanpakte.

Van hooihandelaar werd hij steenfabrikant, begon daarna een grote boerderij, en deed na enkele jaren weer wat anders.

Handige reclame vestigde de aandacht op zijn persoon. Dat er jaren geleden een ballon in de gemeente was neergedaald, zette hij voor de feestlustige dorpelingen uit tot een hoogst gewichtig gebeuren, zoals zelden of nooit voorkwam. Op de vijfentwintigste ‘gedenkdag’ moest op de plek, waar ie was neergekomen, een gedenkteken onthuld worden. De buitenlandse luchtreizigers werden uitgenodigd en toegesproken in een opgeschroefde feestrede in hun eigen taal, terwijl het hele dorp meevierde met bogen, kransen en bierdrinken. De naam Van Ruw-horst prijkte in de buitenlandse bladen.

Een groot gedeelte van het jaar reisde hij Europa rond. Thuis gekomen geestigden zijn verhalen over meiden in Parijs en Wenen zijn toehoorders in de herbergen een roes aan.

‘'t Is een vetlap,’ meenden ze dan, maar met bewonderend-tegen-hemopzien in hun blikken, en verering in hun gelach.

Iedereen hunkerde naar het voorrecht, met voldoening tonende, jaloezie afdwingende stem te kunnen geuren:

‘Gisteren zat Van Ruwhorst er ook weer te vertellen. Het is een klant!

[pagina 248]
[p. 248]

Ja, ja, hij kan er wat van maken als hij aan de gang is. Hij zei tegen mij... hij kent mij goed, weet ge... ik heb nog al eens met hem te doen...’

't Was iets, zich zo familiaar te kunnen houden.

Als hij zat te vloeken over de ‘papen’, van wie hij allerlei schuine streken wist te verhalen, dan overrompelde hij allen met zijn durf, dat zo maar ronduit allemaal te zeggen. Iedereen had er pleizier in. Men wist ook, dat hij - als hij in Veendorp was - wel naar de kerk ging, maar op het oxaal de krant ging zitten lezen, terwijl hij zijn sigaar rookte.

Wijl ie altijd veel te laat kwam, had men eens de deur naar boven met een touwtje dichtgebonden. Door de bons van zijn lichaam knapte het echter stuk, en een algemeen gelach juichte hem toe.

Door zijn familiebetrekkingen trad echter niemand openlijk tegen hem op. Aan alle kanten kroop de vleierij hem tegen, loerend op zijn hulp. Vooral de boerenbevolking overlaadde hem met haar aanbiddende gunst. In haar midden in de cafe's vloekte en grofde hij met de anderen over. Vaak kwam hij er op klompen en sprak het dorpsdialect met Jan en Piet, en eveneens in toespraken bij bijzondere gelegenheden. Dan prezen de lui trots: ‘Niks groots is ie toch, hé? Hij kan met allemaal omgaan en is tegen iedereen vriendelijk.’

Dat geen dienstmeisje bij hem veilig was, nam niemand hem kwalijk. Er werd eens over gelachen. Toen hij echter later hertrouwde met een meisje van een arbeidersfamilie, die zich niet met geld liet afschepen en het hem lastig maakte met najouwen, keerden de deftige lui zich van hem af. Hij haalde hen weer naar zich toe door zijn bemoeiingen om een vreemde kloosterorde in het dorp te krijgen. Ineens was ie toch een godsdienstige kérel. Hij had zijn fouten, maar wie heeft die niet? Toch een mens van geloof. En bij de eerstvolgende vacature intrigeerden z'n familie en haar vele helpers hem in de Provinciale Staten, door die nieuwe grootheid alle gepraat de kop indrukkend.

 

Een van de maatschappijen had Van Ruwhorst in de arm genomen. Op de raadsvergadering kreeg ie gemakkelijk het vooraf besproken plan uitgevoerd, dat er een commissie zou gekozen worden om verder met de maatschappijen te onderhandelen. Het ging om heel moeilijke zaken. Immers de leden moesten niet vergeten, dat de gemeentepoel behalve uit een terrein veen, goeie turfgrond, ook uit een groot stuk waardeloze hei bestond. Zo'n maatschappijen kon men niet vertrouwen. Ze wilden wél dat veen kopen, maar de gemeente met de hei laten zitten. En wat moesten ze daarmee dan aanvangen? Neen, hij zou zeggen, alles in de hoop, het goeie met het kwaje. Wat zeiën de anderen?

Ja, ja, knikten de boeren, druk met elkaar rumoerend, niet vertrouwen,

[pagina 249]
[p. 249]

het goeie met het slechte, net als een korf biggen.

En dan moest men er ook goed over denken, of de gemeente de grond zou verkopen, of wel alleen het grauwe veen, zodat het zwarte veen later weer aan de gemeente terugkwam, want de mensen moesten toch te steken hebben, en ieder was zich zelf het naast, de raad moest zorgen voor de gemeente en de ingezetenen, en niet voor de maatschappij. Daarom was het nodig die zaak in handen te geven van een commissie, bestaande uit drie leden, die kennis en tijd hadden om alles goed te regelen.

Handig had hij wantrouwen gezaaid tegen die ‘vreemde heren’, die er alleen op uit waren om de boel af te zetten en te bedriegen. En toen er werd voorgesteld als commissie aan te wijzen de burgemeester, de oudste wethouder en Van Ruwhorst, werd dat met toejuichende instemming aangenomen.

Een paar maanden later, op een avond van vrij bierdrinken voor de hele gemeente ten huize van een raadslid, die café hield, onder het bedronkenheids-lawaai en getier, terwijl de drank over tafels en vloeren plaste, werd bekend gemaakt, aan welke maatschappij de gemeente-peel was verkocht. De mededeling werd met hoera-geroep en voetgestamp begroet. Niemand bekommerde zich om iets anders dan de glazen, die aanhoudend volgeschonken, leeggedronken of omgedaverd werden.

Later wist niemand het fijne van de zaak. De een noemde deze, de ander die som, maar het was in ieder geval een boel geld. De peel was voorgoed verkocht, behalve de hei, waar geen turf zat.

't Kon de dorpelingen ook minder schelen. Maar het was 'n verdomd plezierige avond geweest. Gezopen, kerel! Ze wilden, dat er nog maar 'ns weer een peel verkocht werd, dan konden ze'm nog 'ns raken!

't Enige, dat het publiek ooit vernam, lekte bij een verkiezing uit, een paar jaren naderhand.

Een vroegere intieme vriend van Van Ruwhorst was zijn vijand geworden en trachtte nu in de raad te komen. Vóór de stemming had hij de gemoederen warm gemaakt door zijn uitlatingen en zijn houding van veel weten aangaande knoeierijen van sommige leden. Van Ruwhorst werkte hem tegen en beiden wonden de bevolking op door trakteren, omkopen en elkaar bekladden. Niets werd ontzien, beider privé-leven kwam bloot te liggen voor aller ogen. Het publiek wierp zich met wellust op de onthulde naaktheid en kon zich in z'n door drank opgezweepte hartstocht niet genoeg verzadigen aan het ongekende genot.

Toen de uitslag bekend was en men wist, dat Van Ruwhorst en zijn partij het gewonnen hadden, verweet de gevallen kandidaat hem in het publiek, dat ie de gemeente voor een grote som gelds had bestolen, omdat door zijn schuld het hogere bod van de andere maatschappij

[pagina 250]
[p. 250]

niet was aangenomen, terwijl ie zelf tienduizend gulden in de zak had gestoken als beloning van de kopers.

Van Ruwhorst wankelde onder de slag en een vale kleur schoot op over zijn gelaat. Zonder tegen de op hem neergebonsde beschuldiging iets te zeggen, ging ie heen.

Zijn tegenstander woedde nog voort: ‘Hij zal het niet liegen heten. Dat ie me maar eens aanklaagt bij de rechtbank, dan zal ik 't hem bewijzen. Maar gij allemaal, ge bent kerels van niks! Ge laat de boel bedonderen. Ik zal doorzetten!’

Aangemoedigd door de bijval van enkelen, onder de roes en de herrie, zond hij nog dienzelfde avond een telegram van beschuldiging aan de Commissaris der provincie.

Spoedig echter zonk de opgegiste drukte weer neer. Och ja, het zal wel zijn. Ze stelen allemaal, de een zo goed als de ander! Allemaal één duvel. De pot verwijt de ketel.

Zo suften de lui onverschillig voort als altijd. Vooral, toen niemand iets hoorde op dat telegram. Een enkele meende nog wel: ja, maar het is vreemd, dat Van Ruwhorst de mond hield. Als het toch gelogen was, dan zou men denken dat hij zich in een volle kamer niet voor een schelm liet uitmaken! Er was echter geen beweging meer te krijgen in de logge massa. Moeizaam traagde zij voort, voorlopig niet wakker te schokken uit 'r gewone vadsige rust, waarin zij door jarenlang buiten alles gebleven te zijn en stompe onwetendheid was weggedommeld.

Och, grote heren vangen mekaar geen vliegen af. Wie 't kortst bij het vuur zit! En de pastoor zegent zich zelf het eerst. Wat had men er ook aan, of de gemeente zoveel geld had? Voor wie was dat nou voordelig? Ze staken d'r geen cent van op.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken