Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Peel omnibus (1969)

Informatie terzijde

Titelpagina van Peel omnibus
Afbeelding van Peel omnibusToon afbeelding van titelpagina van Peel omnibus

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.46 MB)

Scans (21.45 MB)

ebook (3.17 MB)

XML (1.12 MB)

tekstbestand






Editeur

Toon Kortooms



Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Peel omnibus

(1969)–H.H.J. Maas–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

5

De Visscher had geen exemplaar van Jennesens schrijven aan de Deputatie te zien gekregen. Geen van de raadsleden bezat er een. Wel hoorde hij hun een heel verward relaas geven van de inhoud. Zij zetten de tegenstrijdigste dingen naast elkaar, alles dooreenhalend, zoals het in hun nazoekend herinneren naar boven kwam, niet in staat te ordenen.

Het enige dat hij met zekerheid vernam, was het besluit, waardoor de gemeente-exploitatie een feit was geworden.

In zijn ziel sluimerde een sterk gemeenschapsgevoel. Hij was echter opgevoed in de oude school, en gedurende de jaren van zijn studie voor de examens van onderwijzer en hoof donderwijzer was dat levend begraven onder een berg handboeken-geleerdheid, terwijl ook zijn omgeving van makkers en leermeesters niet de geschiktheid bezat tot algemeen-ontwikkelende gesprekken. Het waren altijd dingen van dagelijks gebeuren, lol-maken of de opgaven voor de les over rekenkundige eigenschappen en spraakkunstkwesties, waarmee hun geest zich bezig hield. In zijn eenzaamheid verkwikte hij zich met historie en lectuur, zich daardoor al verheffend tot een bredere kijk en dieper gevoel boven de anderen. Voor zijn genoegen schreef hij nagedane schetsen en opstellen en droomde van een toekomst, dat hij schrijver zou zijn.

Na zijn hoofdakte-examen werd hij benoemd te Peelheim en kwam er in betrekking als een stil voor zich heen levend bescheiden jongetje. Zijn oude liefde voor historie-beoefening en literatuur-studie leefde daar op en met hartstocht legde hij zich op die vakken toe. Vooral voelde hij zich gedrongen tot gewestelijke en plaatselijke geschiedenis. In de boerenhuizen deed hij menig oud boek op, zowel als antieke voorwerpen. En snuffelend in de archieven zag hij voortdurend klaarder het verleden der streek voor zich oprijzen.

Meer en meer trokken de nevels der vergetelheid voor zijn zoekende blikken weg. Toegerust met een vlug combinatievermogen zag hij het verband tussen dat volksleven in vervlogen jaren en wat de literatuur tot hem sprak. Zijn natuurlijke neiging kwam hem daarbij nog te hulp om hem de voorbijgegane eeuwen voor te stellen als een lang tijdperk van knechting der massa, die nu en dan wel in verzet kwam na eindelijk niet meer te dulden onderdrukking, maar door tonelen

[pagina 259]
[p. 259]

van bloed en gruwelen weer, beangst, verzwakt, uitgeput, teruggedreven werd in de banden van dwang en uitmergeling.

Zijn bescheidenheid van huis-uit weerhield hem echter van openlijk spreken. Pas, toen de plaatsing van zijn eerste stukjes over gewestelijke historie in een tijdschrift en een almanak hem de durf van kunnen schonk, begon hij tot enige Peelheimers zich uit te laten over daden van het gemeentebestuur in verleden tijden. En onmiddellijk ondervond hij, hoe kwalijk hem dat door alle gezagsmensen in de gemeente genomen werd. Wat moest die vreemde schoolmeester hier zich met zulke dingen bemoeien? Vooral Jennesen maakte zich druk over zijn slechte denkbeelden. Die schoolmeester was een liberaal, een oproerkraaier. Verbaasd vroeg De Visscher zich zelf af, wát hij dan toch misdreven had! Zei hij iets anders dan de waarheid? Pijnlijk getroffen door zulke behandeling, door al het kwaadspreken en verdachtmaken achter zijn rug, waarvan stukjes en beetjes tot hem doordrongen, zat hij uren op zijn kamer, neergedrukt te peinzen. De zwaarmoedigheid kwam dan over hem aansluipen als een geheime macht, die zijn ziel omklauwde in een naar het scheen niet meer te ontworstelen kwelling.

Maar geprikkeld tot verdediging van zijn recht, en steunend op zijn weten trad hij met meer kracht op. Met het winnen van aanhang nam ook de geniepige vervolging toe. Zonder het te willen was hij opeens in de strijd gezet en vroeg hij zich zelf soms verbaasd af, hoe het zo was gekomen.

De dorpsmachten vreesden hem, meer nog door het vermoeden, dat die kerel van alles op de hoogte zou zijn, dan door hetgeen hij openbaarde. Hij begreep zelf niet, hoe het mogelijk was. In zijn naïef leven had ie nooit het verlangen voelen ontwaken de strijd te zoeken. Als hij op zijn kamertje zat bij zijn boeken, terwijl het lamplicht een kring om de tafel heenschijnselde, vervagend naar de kanten, dan voelde hij een behaaglijke rust van stil geluk zijn vertrekje vervullen. Zijn ziel ging uit naar antieke voorwerpen, vaasjes, borden, pannen, een oud eikehouten kastje met snijwerk, een klok, alles wat hij maar had kunnen krijgen. Met piëteit gleden zijn blikken er over heen. Ieder dingetje had hij lief, het sprak tot hem van het eeuwig mensen-gezwoeg, het onophoudelijk zoeken en uitdenken ten gerieve van hen, die een deel van hun kapitaal wilden afstaan voor levensgemakken of om hun ontwikkeld schoonheidsgevoel te verkwikken aan kunst na de zorgen van waardigheid of ondernemingen. In zijn vrij-vliegende droomfantasie leefde de man weer op, die z'n hele ziel had gelegd in zulk een voorwerp, dat door de grote massa nu voor oud vuil in een hoek werd gesmeten. Dagen had de maker er aan gearbeid. Voor een armelijk stukje brood voerde hij de bestelling uit, maar voor een beetje zelftroost in zijn hard bestaan zocht hij naar iets moois.

[pagina 260]
[p. 260]

Wat droevige slaventijden moest dat verleden van eeuwen toch geweest zijn! De oude kastelen en kerken, die zware massa's van bouwkunst, hadden mensenlevens gevergd, mensenlevens, die niet geteld werden. Voor de velen, die verpletterd waren onder steenblokken, kwamen anderen in de plaats, aangezweept, door dwingende machten. Die opgejaagde menigte verdween, die machten bléven, ook dan nog, als de ‘beschaving’ kwam om de getuigenissen van arbeid en leed, en ook van geniaal ontwerpen, te vernietigen of te misvormen door een koortsend vandalisme.

Zijn hele wezen kwam dan in opstand. Tegen de grofheid van de bestuurders, in de verlichte tijden en tegen de overheersers, die de massa hadden vertrapt en verdierlijkt. Ook tegen de valse voorstellingen, die zich pretentieus kwamen aandienen als de officiële, almachtige wetenschap. De Batavieren waren een woeste horde, hele of halve wilden. Maar waar hadden ze dan hun vaartuigen gehaald, waarmee ze de Rijn zouden afgezakt zijn?

Wie maakte nog hun gereedschappen na? Claudius Civilis was één hunner, ook zo'n onbeschaafd wezen, maar die dan toch aan 't Romeinse hof kon verkeren, op de hoogte was van de staatkundige verwikkelingen en van reizen en belegeren wist. En Karel de Grote, een geweldige reus en daarbij lid van een plaatselijke schoolcommissie. Floris V, die vermoord werd om de ontering van een vrouw in die kuise Middeleeuwen.

O, die historie van de handboeken leek hem dan toe één web van bedrog, stelselmatig bedrog, dat altijd de kern aan het oog onttrok door er een kring van larie en leugens omheen te bazelen.

Of wel, hij werkte aan zijn schetsen van gewestelijke geschiedenis en stiljubelend zag hij ze geplaatst in een provinciaal tijdschrift.

Van de band, door zijn opleiding om zijn gevoel en zijn geest geslagen, had hij zich niet geheel bevrijd, omdat die niet overal knelde. De litteratuur van 't midden der ige eeuw stond voor hem nog op een hoogte, die verleden en toekomst overschitterde. Dat scheen hem zo natuurlijk, dat hij er niet eens over dacht.

Zo doolde hij nog in een warreling van tegenstrijdigheden. De ene keer als hij het bekrompen leven van heden en verleden, de lichamelijke en geestelijke armoede van de dorpelingen, hun slaafse natuur, hun woeste tonelen van dronkenschap, vechtpartijen en dierlijk-ruwe uitspattingen aanschouwde, die betiteld werden als eenvoud en tochdiepe-eerbied voor de heilige geheimen, omdat de machthebbers gemakkelijk spel met hen hadden, zwaarmoedigde de vraag in zijn denken op: daar zijn nu negentien eeuwen van christendom en voortschrijdende beschaving voor nodig geweest?

En zijn ziel schreeuwde in trillend verzet tegen die onrechtvaardigheden, of kreunde van pijn, meevoelend in liefde voor het volk de

[pagina 261]
[p. 261]

zware druk van enkelen.

De andere keer liet ie zich gewillig meeslepen door de schrijvers, die meegeholpen hadden om de legenden van geluk, tevredenheid en heiligheid op te drijven tot een soort eeuwige waarheid, door het volksleven te omwazen met een dichterlijk omhulsel, dat de naaktheid aan het oog onttrok.

De enkele moderne geschriften, die naar Peelheim verdwaalden, schokten hem op. Hij zag daar uitspraken, die diep in zijn eigen ziel sluimerden, onbewust nog en die hij nog nauwelijks aan zich zelf durfde te laten horen, vrezend, dat ie verkeerd zou doen, zo tegenin wat hem ingeprent was.

De argus-blikken, hem in al zijn doen bespiedend, flikkerden op: hij las slechte boeken en kranten. Ja, de lui hadden 't altijd wel gedacht. 't Was zo'n rare, niet zoals andere mensen. Altijd studeren! Hoe groter geest, hoe groter beest. En waarom ging ie niet naar de herbergen? Dat kon niet goed zijn.

Het werd hem hoe langer hoe duidelijker, dat hij zich tot de tanden moest wapenen tegen de geheime aanvallen, vooral van de secretaris, die zich het drukst over hem maakte.

Dat scherpte hem tot nauwkeuriger en vollediger onderzoek en dwong hem tot spreken in het publiek over machtsmisbruik en gekonkel.

Het veld ruimen zou hij niet. 't Was hem of hij een taak te vervullen had gekregen ten voordele van het Peelheimse volk. Hij voelde zich door een onnaspeurbare loop van omstandigheden gemaakt tot de beschermer van de gemeente tegen een intrigant, die voor niets zou terugdeinzen. Die zending aanvaardde hij. En een paar maal reeds vóór de peelgeschiedenis had hij Jennesens plannen onmogelijk gemaakt. Nu wist hij niet, hoe hij zich de houding van de secretaris moest verklaren. Rustig de verwarde uiteenzetting van een paar raadsleden ordenend tot een natuurlijke samenhang, meende hij in de redenering van Jennesen over de peelverkoop niets anders te kunnen vinden dan de waarheid en het streven uitsluitend het belang van de gemeente te dienen.

Al was zijn sociaal gevoel nog niet ten volle tot bewustzijn gekomen, nog veel minder tot een theorie van levensbeschouwen uitgegroeid, toch paste het beginsel van gemeente-exploitatie, ook op zulk gebied, zich gemakkelijk aan bij zijn natuurlijke neigingen.

Als die zaak eerlijk aangepakt werd, zou het zeker het beste zijn, vond hij.

De secretaris was er geheel door verbluft. Hij had gerekend op tegenwerking van De Visscher en kreeg nu heel onverwachts zijn steun.

Het maakte hem van streek. Wat zou dáár weer achter zitten? Het vermoeden van iets geheims, waarmee De Visscher misschien dreigde, jaagde nu nog meer onrust in z'n borst om dan ie had gevoeld bij het opzetten van z'n plannen.

[pagina 262]
[p. 262]

Zeker was het dat eerlijk het langst duurde. Daarmee zou die ellendige schoolmeester voor de dag komen. Toch nam hij zich voor, wat voorzichtig te zijn in uitlatingen tegen het volk, De Visscher niet nodeloos te verbitteren. 't Was nog tijd. Men kon niet weten. Als die toch eens omdraaide?


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken