Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Blauwe damp (1994)

Informatie terzijde

Titelpagina van Blauwe damp
Afbeelding van Blauwe dampToon afbeelding van titelpagina van Blauwe damp

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.01 MB)

Scans (8.68 MB)

ebook (3.10 MB)

XML (0.32 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Blauwe damp

(1994)–Marcel Maassen–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 44]
[p. 44]

Voetbal

 
Witte broek en groene trui
 
dat zijn de Wilskracht-lui
 
dat zijn de Wilskracht-lui.
 
Witte broek en groene trui
 
dat zijn de Wilskracht-lui.

Wij waren de Wilskracht-lui. Dat werden we toen we zeven waren en dat zouden we altijd blijven. Onze club ging nooit verloren. De club was onze familie. Soms ging er iemand in de club dood en dan gingen we met z'n allen naar de kerk, in onze witte broek en onze groene trui. Na de mis schuifelden we achter de kist van een onbekende naar het kerkhof. Soms trouwde er iemand en dan stonden we met z'n allen in onze witte broek en onze groene trui voor de kerk te wachten en we vormden een erehaag voor bruid en bruidegom en klapten en na de mis stonden we weer voor de kerk en vormden weer een erehaag en gooiden met rijst en juichten. Onze club was een echte club en wij waren echte leden. Wij gingen naar elke training en elke wedstrijd, niet alleen van onszelf maar ook van het eerste elftal. Het hele weekend was vervuld van voetbal. Van zaterdagochtend tot zondagavond kwam je enkel thuis om te slapen en te eten. Zondagse kleren had je wel maar droeg je niet, want je had een heel mooi trainingspak. Het hele leven was vervuld van voetbal.

Het was een leven vol rituelen. Je wist precies hoe lang voor een training je niets moest eten. Hoe de veters tussen de noppen van je schoenzool moesten lopen. Hoe hoog de kousen. Shirtje in de broek. Niet met je schoenen over het grind. Nooit kijken of vader er staat. Nooit protesteren. Nooit vergeten op de bal te spugen bij het nemen van een penalty. En het allermooiste en onzinnigste ritueel: het eeuwige gefiets naar ‘het kastje’.

Het kastje was een kastje in de muur van slijterij Brouns en in het kastje kon je lezen wie er waar en wanneer moest voetballen. Allemaal dingen die je allang wist en die nooit veranderden. Je wist precies tegen wie je de volgende zaterdag moest spelen, waar, hoe laat en met wie, je wist het allemaal en

[pagina 45]
[p. 45]

toch ging je vanaf woensdag - wanneer het nieuwe programma werd opgehangen - minstens twee keer per dag naar het kastje om te kijken of je inderdaad tegen die of die zo laat met die en die daar moest spelen. Nooit las je iets dat je niet al wist en toch bleef je gaan. En waarom? Omdat in het kastje je naam stond. Tussen twaalf of dertien andere namen stond daar je eigen naam en iedereen kon het lezen: Marcel Muurens.

Zelf was ik geen beste voetballer, dat geef ik toe, hoewel ik toch een tijdje heb gedacht dat ik het in me had. Ik ging van de d 2 naar de c 2 en van de c 2 naar de c 1 en toen hoorde ik erbij. Van de c 1 ging ik aanvankelijk naar de b 2 maar halverwege het seizoen mocht ik naar de b 1 en het seizoen daarop maakten ze me opeens aanvoerder. Toen dacht ik dat ik het in me had. Dat Jos en Gerard en TweedeJos inmiddels al vervroegd in de a 1 speelden, deerde me niet. Ik voelde me een ster. Dat was dan ook meteen de reden dat ik het jaar daarna de a 1 niet haalde: ik had vedette-neigingen, zelden ze. Misschien was dat ook wel zo. Gelukkig scheurde ik net op tijd mijn enkelbanden, zodat ik zonder met de ogen te knipperen, kon beweren dat ik het maar eens een jaartje rustig aan ging doen in de a 2. Daarna deed ik het nog een jaartje rustig aan in de a 2 en ik vertrok voordat de selectie voor het nieuwe seizoen begon. Zo bleef mij veel bespaard.

Jos noemde mij een statische middenvelder, waarmee hij bedoelde dat ik te dik was en geen conditie had en het spel vanuit de middencirkel meende te kunnen regelen. Misschien had hij gelijk, maar het viel mijn medespelers in elk geval niet op. Af en toe gaf ik een scherpe pass en dan was iedereen tevreden.

Eric was de slechtste voetballer. Wel had hij rijke ouders en de duurste schoenen en vijftien verschillende tenues van buitenlandse clubs en evenzoveel trainingspakken. Eric had op elke training een ander pakje aan. Voetballen kon hij niet maar toch was hij populair. En zijn vader was secretaris, dat scheelt natuurlijk ook.

TweedeJos was keeper en dat valt dus niet te vergelijken.

Jos was een heel goede verdediger en Gerard een heel goede aanvaller. Wie de beste was, valt moeilijk te zeggen, want ik heb ze nooit tegen elkaar zien spelen. Ook niet tijdens trai-

[pagina 46]
[p. 46]

ningspartijtjes, want dan zorgden zij er wel voor dat ze in hetzelfde team zaten. Tijdens de training waren Jos en Gerard elkaars beste vrienden. Eric en ik telden dan even niet mee. Wel na de training, in de kantine, dan wel weer, dan waren we weer een groep.

 

Toen we een jaar of veertien waren, gingen we altijd naar Fortuna Sittard kijken. Eerst alleen naar de thuiswedstrijden, later ook naar uitwedstrijden. Eerst gingen we gewoon kijken en stonden we rustig achter een van beide goals en volgden de wedstrijd, maar op een of andere manier zijn we later supporters geworden, tuig. Toen stonden we in Vak K, op de overdekte staantribune, bij de ‘Side’. Allerlei rare dingen zijn daar gebeurd, belachelijke dingen. Het bewijst maar weer eens hoe weinig bijzonder ik was te midden van al die doodgewone, doodgoeie jongens.

Ik herinner me de wedstrijd Fortuna Sittard tegen Den Bosch. We waren vijftien. Inmiddels gingen we naar elke uiten thuiswedstrijd van Fortuna en we waren tuig. Daar waren we trots op. We vonden dat we net zo'n tuig waren als de jongens van Vak S, van Feyenoord. We hadden alleen de pech dat Fortuna in de Eerste Divisie speelde: daardoor waren we met minder mensen. Er werd gestolen, geslagen, altijd was er wel ergens een brandje en altijd sneuvelde er wel ergens een ruit, we deden alles wat supporters horen te doen en toch kwamen wij zelden of nooit in de krant. We waren tuig en dat wilden we ook zijn maar gemakkelijk was het niet.

In de uitwedstrijd, in Den Bosch, hadden we flink klappen gehad en dus wilden we wraak. We gingen die zondagmiddag een uur eerder met de trein van Geleen naar Sittard, zodat we de supporters van Den Bosch konden opwachten. In Geleen waren we met een groep van dertig man en in Sittard kwamen er nog eens veertig bij. Zeventig ruige jongetjes tussen de veertien en de achttien jaar, gewapend met vuurwerk en eieren, sommige met messen, boksbeugels en muchako's of met rubber antennes die van auto's waren gesloopt omdat je er zo lekker mee kon meppen. We zouden ze flink te grazen nemen. Maar toen de deuren van de intercity uit Den Bosch opengingen, stapten er ongeveer twintig mensen uit. Geen supporters, alleen wat bejaarden. Verbijsterd waren we.

[pagina 47]
[p. 47]

‘Daar!’ riep plotseling iemand. ‘Die twee, gooien!’

Ik zag vijftig meter verderop een man met een klein jongetje, z'n zoontje wellicht, naar de uitgang lopen. Inderdaad, het jongetje droeg een Den Bosch-sjaaltje. Onmiddellijk begon iedereen eieren en rotjes op hen af te vuren. Het zoontje huilde en de vader schreeuwde. Een oude man begon te schelden en werd daarna ook bekogeld. Toen kwam Jos tussenbeide: ‘Ophouden. Kom op jongens, dit is niet leuk, ophouden.’ Het gooien werd gestaakt, Jos liep naar de man en het jongetje, keek hen begrijpend en vol medelijden aan en zei: ‘Mijnheer, dit is niet leuk, dit moeten ze niet doen.’ De man wilde ook nog iets zeggen maar kreeg daar de tijd niet voor want ondertussen had Jos zijn arm al geheven om een rauw ei op zijn hoofd stuk te slaan. Jos durfde alles.

Het spijt me werkelijk diep dat ik ooit aan dat supportersgedoe heb meegedaan. Als ik denk aan mijn schoenendoos vol plaatsbewijzen en treinkaartjes, de vrolijk met hakenkruisen en ‘Ajax jodenclub’ beschilderde doos, de zelfgemaakte stickers met daarop de naam van ons legioen, de ss-Side, als ik denk aan mijn schoenendoos vol mooie voetbalherinneringen... Het spijt me dat ik ooit met de jongens de Hitler-groet heb uitgebracht aan het bestuur op de ere-tribune. Ik wist niet wat ik deed, het oude verhaal.

Ik wilde tuig zijn, gemeen en angstaanjagend, ik deed alsof ik tuig was en alsof ik meevocht, alsof ik niets en niemand vreesde, maar ondertussen was ik laf en bang, stond ik vooraan bij het schreeuwen en vluchtte als eerste bij het vechten. Het oude verhaal: grote bek en een angstig hart, zoals bijna iedereen. Dat alles spijt me zeer. Maar veel dieper nog dan dat, spijt het me dat ik nog altijd achter de hele zaak aanholde en het liefst zelf vooropliep terwijl ik al lang beter wist. Dat ik mezelf trachtte te overschreeuwen om maar een van hen te kunnen zijn. Dat ik nog altijd ‘vuile jood’ riep, terwijl ik jankend in mijn bed lag na het zien van holocaust.

Nee, zelf heb ik niet met eieren of vuurwerk gegooid. Ik niet. En hoewel ik het werkelijk laf vond, was dat niet de reden die me weerhield. Ik had graag meegedaan want ondanks alles was het toch verdomd spannend. Nee, het was mijn schijterigheid, mijn lafheid die mij weerhield. Ik was nog

[pagina 48]
[p. 48]

vele malen laffer dan al degenen die wel meededen, want ik wilde kunnen zeggen: ‘Ik heb niets gedaan.’

Door de jaren heen zijn er zoveel dingen gebeurd die me niet lekker zitten.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken