Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Blauwe damp (1994)

Informatie terzijde

Titelpagina van Blauwe damp
Afbeelding van Blauwe dampToon afbeelding van titelpagina van Blauwe damp

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.01 MB)

Scans (8.68 MB)

ebook (3.10 MB)

XML (0.32 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Blauwe damp

(1994)–Marcel Maassen–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 97]
[p. 97]

Jos en Marie-José

Zachtglooiend landschap, diepgroen. Witte paarden achter een hek van hout. Een zonnetje. Jos en Marie-José. Getuite lippen, nauwelijks tegen elkaar. Een kus of net niet. Drie loshangende zwarte haren voor haar ogen en zijn hand waarmee hij ze wegstrijkt achter haar oor. Een woordje van hem. Een lachje van haar. Jos en Marie-José. Altijd.

Wat was het toch dat hen zo vanzelfsprekend maakte? Iets onschendbaars verbond hen, iets dat ik per se en hoognodig schenden moest. Een eeuwig verbond dat ik dringend verbreken moest.

Hij is dood. Je zou kunnen zeggen: het is gelukt.

Allemaal schijn. Nog elke dag zijn zij samen, een keer of drie en soms wel vaker. Samen lopen ze hand in hand het bospad omhoog, de berg op, en ik zie ze gaan, hoger en hoger, steeds hoger. Hij schopt tegen kiezelsteentjes. Zij schopt hem (voor de lol). Haar witte jurk waait op en als ik heel goed kijk, kan ik haar witte slipje zien. En ook zijn hand kan ik zien, de hand die hij op haar billen legt, waarmee hij vriendelijk haar billen kneedt, waarmee hij haar vriendelijk met zich meevoert, links de bosjes in.

Wat er in de bosjes gebeurt, kan ik meestal niet zien. Vaak ben ik dan al klaargekomen, komen wij samen gelijktijdig op de top van de berg aan, zij op de hunne en ik op de mijne, en eenmaal klaar is alles gedaan en schud ik het beeld van me af zoals een hond de regen. Maar soms trek ik nog een eind met hen voort, vlak voor de top links de bosjes in en snel uit de kleren, hij op haar en haar handen op zijn billen, haar nagels waarmee ze hem krabt van onderaan zijn billen tot bovenaan zijn nek en de rode striemen die ze op hem achterlaat en zijn billen die spannen en ontspannen en weer spannen totdat alles in ons samentrekt, tot wij eindelijk samenzijn en eindelijk gelukkig, samen met z'n drieën en nooit meer alleen...

Een overweldigend gevoel van schaamte, schuld, haat en verlangen overvalt mij steevast na mijn eenzame klim. Wat is het toch dat iemand drijft?

 

Moeder zag het tussen Marie-José en mij, maar moeder zag

[pagina 98]
[p. 98]

het verkeerd. Ik zag het tussen hem en haar en ik had gelijk. Marie-José en ik, dat was kinderspel, vroeger maar ook daarna. Speelkameraadjes waren we en we kenden alle spelletjes van vechten tot vrijen en we speelden ze met plezier. Maar heb ik haar ooit geneukt zonder Jos erbij? Heb ik haar ooit geslagen zonder Jos te slaan? En zij? Is zij ooit bij mij klaargekomen zonder stil en diep zijn naam te krijsen?

Een fantastisch trio waren we, Marie-José en ik, maar eigenlijk hoorde ik er niet bij.

 

Hij was net zestien en zij net niet. Jong waren ze en veel te wild. Verliefd waren ze, smoorverliefd. Na vier maanden zaten ze bij de dokter, samen met tante Keet, en een week later had Marie-José haar abortus. Niemand mocht het weten en iedereen wist het en vol respect keken we naar Jos die 't toch maar mooi had geflikt en vol medelijden keken we naar Marie-José die zo dom was geweest.

Ze namen weg wat hen voor altijd zou binden en desondanks werd hun band sterker. Vreemd en begrijpelijk. Begrijpelijk, het was er toch echt geweest en bovendien deden ze alles in overleg en alles samen en waren ze het volledig met elkaar eens en steunden ze elkaar door dik en dun maar toch liever door dun en vandaar die abortus.

 

‘Was't eng?’

‘Hmm.’

‘Deed 't pijn?’

‘Hmm.’

‘Duurde 't lang?’

‘Hmm.’

Marie-José sprak er niet over. Haar zaken en niet de mijne, zei ze. Flauwekul. ‘Tuurlijk zijn het mijn zaken, zijn het net zo goed mijn zaken. Tuurlijk wel. Wat noem je dan nog een relatie wanneer dit soort dingen onbesproken moet blijven, wat wil je dan nog van elkaar?’

Allemaal gelul. Ik wist wel waarom het was. Haar verleden natuurlijk, haar grote liefderijke verleden met haar grote lieve Jos. Daar mocht niemand in binnendringen. Alleen alom dat halve kind van haar hebben we genoeg ruzie gemaakt voor

[pagina 99]
[p. 99]

een heel huwelijk, tot slaan toe. En ik laat me niet slaan, door niemand. Dus als zij het met woorden niet meer kon redden, begon ze te slaan en dan brak de hel los. Ik sloeg terug.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken