Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Literatuurwetenschap (1970)

Informatie terzijde

Titelpagina van Literatuurwetenschap
Afbeelding van LiteratuurwetenschapToon afbeelding van titelpagina van Literatuurwetenschap

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.85 MB)

Scans (4.22 MB)

ebook (3.46 MB)

XML (0.74 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde

Subgenre

studie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Literatuurwetenschap

(1970)–Frank C. Maatje–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
bron

Frank C. Maatje, Literatuurwetenschap. A. Oosthoek's Uitgeversmaatschappij, Utrecht 1970

codering

DBNL-TEI 1

Wijze van coderen: standaard

dbnl-nr maat002lite01_01
logboek

- 2018-01-22 LM colofon toegevoegd

verantwoording

gebruikt exemplaar

eigen exemplaar DBNL

 

algemene opmerkingen

Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Literatuurwetenschap van Frank C. Maatje uit 1970.

 

redactionele ingrepen

Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina's (VIII, 254) zijn niet opgenomen in de lopende tekst.


[pagina I]

LITERATUURWETENSCHAP


[pagina II]

ACADEMISCHE PAPERBACKS

 

worden uitgegeven door J.H. de Bussy te Amsterdam en A. Oosthoek te Utrecht

Deze uitgave is verzorgd door A. Oosthoek


[pagina III]

Literatuurwetenschap

GRONDSLAGEN VAN EEN THEORIE VAN HET LITERAIRE WERK

FRANK C. MAATJE

UTRECHT

A. OOSTHOEK'S UITGEVERSMAATSCHAPPIJ NV

1970


[pagina IV]

© 1970 A. Oosthoek's Uitgeversmaatschappij NV

 

Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd of openbaar gemaakt door middel van druk, fotocopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

 

No part of this book may be reproduced in any form, by print, photoprint, microfilm or any other means, without written permission from the publisher.

 

ISBN 90 6046 556 3


[pagina V]

Inhoud


inleiding
 
§ 1 Definitie van een wetenschap; het theorie-model; een object en het object 3
§ 2 Het model van het waardensysteem van het individu tegenover het theorie-model 6
§ 3 Verschillen tussen de beide modellen 7
§ 4 Het axioma van de niet-referentiële taaluitingen 9
§ 5 Synchronie der ws-mechanismen als empirische basis der niet-referentialiteit en fictionaliteit. De eindigheid van het bestaan in het literaire werk 14
§ 6 Het probleem van de waarde van het literaire werk. Het onvervulbare desideratum van het beslissingsmodel 19
§ 7 Enkele termen: theoretisch, algemeen, bijzonder, vergelijkend, historisch en systematisch 23
§ 8 Korte geschiedenis van de literatuurwetenschap (I): Romantiek en positivisme. De mens-achter-het-werk 27
§ 9 De problematiek van teksten tekstuitgave: een tweede beslissingsmechanisme 31
§ 10 Korte geschiedenis van de literatuurwetenschap (II): de ‘Geistesgeschichte’ 35
§ 11 Korte geschiedenis van de literatuurwetenschap (III); de autonomie-bewegingen 37
§ 12 ‘Vorm’en inhoud 46
§ 13 Stijl en structuur. Poging, de diverse in §11 besproken autonomie-bewegingen onder de noemer van één structuurdefinitie te brengen 52

 


[pagina VI]


i het begrip ‘literair’
 
§ 14 Fictionaliteit als intentionaliteit 59
§ 15 Mondelinge en schriftelijke taaluitingen. Van fixatie naar realisatie en ontvangst 64
§ 16 Fictionele indicaties 69
§ 17 De polysemie van het woord ‘literair’ 75
§ 18 Gevolgen van de polysemie voor het begrippenapparaat van een wetenschap en onze conclusies m.b.t. de woorden ‘literair’ en ‘literatuur’ 79
§ 19 Grammatische ‘orde’ en ‘ordening’: langue en parole, taal en taalgebruik 86
§20 De rechter helft van het kruisschema. Extra-grammatische ordeningsprincipes in niet-fictionele taaluitingen: versvorm, essay, ‘documents humains’ 89
§ 21 De linker helft van het kruisschema. Extra-grammatische ordeningsprincipes in fictionele taaluitingen: versvorm, quasi-documents humains, literaire genres. Het begrip esthetische functie. Samenvatting: de acht ordeningsprincipes 95
 
ii de manier-waarop
 
§ 22 Structuur van het object en van een object. De hermeneutische methode 103
§ 23 Manieren-waarop op verschillend abstractieniveau. I. Het historisch principe: iets over het probleem van de literairhistorische periodisering 105
§ 24 Manieren-waarop op verschillend abstractieniveau. II. Het systematisch principe: de piramide van hoofd- en subgenres 107
§ 25 De verhouding tussen de structuren op de verschillende abstractieniveaus: samenvatting 111
§ 26 Hoe leren we de structurele kenmerken waarop genologieën en typologieën berusten, kennen? 113
§ 27 Tijd en ruimte. Definitie van het begrip genre. Tijd-van-realisatie, tijd-binnen-het-werk en ruimte-binnen-het-werk. Verschil met de beeldende kunst 116
§ 28 De drie principiële tijdsrelaties. I. De dramatische tijd 120
§ 29 Tijdsrelatie II en III: de lyrische en epische tijd 123
§ 30 Consequenties van de epische tijdsrelatie voor de concrete werkstructuur 129
§ 31 Drieërlei tijdsverloop in de epiek: diffuus, fragmentarisch en kalen-  

 


[pagina VII]


  darisch- of chronometrisch-nauwkeurig. Verschillende tijdsniveaus bij twee- of meerdradigheid 136
§ 32 Combinaties van verschillende tijdsrelaties. Het episch drama; kaderdrama naar analogie van kaderverhaal. Dramatisch tijdsverloop in de roman 142
§ 33 De ruimte-binnen-het-werk: I. de dramatische ruimte 149
§ 34 Speciale functies van de dramatische ruimte: milieutypering, anticipatie. Doorbreking van de toneelillusie 153
§ 35 De ruimte-binnen-het-werk: II. de lyrische ruimte 156
§ 36 De ruimte-binnen-het-werk: III. de epische ruimte 161
§ 37 Persoon, verteller en perspectief in de epiek. Enkele afsluitende opmerkingen over de genreleer en de ‘manier-waarop’ 165
 
iii door middel van woorden
 
§ 38 Creatio en mimèsis 170
§ 39 Van ‘literatuur en werkelijkheid’ naar: ‘literatuur en werkelijkheidsbeschrijving’. Het G- (grammatica-)model van de generatief-transformationele taalkunde 174
§ 40 Het P-(poëtica-)model. De ordeningsprincipes van stijl en versvorm tegen de achtergrond van het G-model 181
§ 41 De fictionele ordeningsprincipes tegen de achtergrond van het G-model. Het verschijnsel polyinterpretabiliteit 190
§ 42 Abstracties van de inhoud. I. De parafrase. Iets over de vertaling 197
§ 43 Abstracties van de inhoud. II. Stof, thema, idee 203
§ 44 Motief en Leitmotiv. Het structurele en literairhistorische motiefbegrip 207
§ 45 De linguïstische gebondenheid van het literaire werk 213
§ 46 Metafoor en symbool 217
§ 47 De historische gebondenheid van het literaire werk. Niet-referentiële en wel-referentiële, historische, eigennamen. Historische en sleutelliteratuur 222
§ 48 Van symbool naar allegorie 228
 
begrippenregister 233
 
bibliografisch register 239

 


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken