Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Literatuurwetenschap (1970)

Informatie terzijde

Titelpagina van Literatuurwetenschap
Afbeelding van LiteratuurwetenschapToon afbeelding van titelpagina van Literatuurwetenschap

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.85 MB)

Scans (4.22 MB)

ebook (3.46 MB)

XML (0.74 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde

Subgenre

studie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Literatuurwetenschap

(1970)–Frank C. Maatje–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

§ 19 Grammatische ‘orde’ en ‘ordening’: langue en parole, taal en taalgebruik

Uiteraard reikt de toepassingsmogelijkheid van het kruisschema van § 18 verder dan de vier in § 17 gegeven voorbeelden. Ja, deze figuur heeft de charme, dat er alle taaluitingen mee in te delen zijn op een voor de literatuurwetenschap relevante wijze: ze levert een bijdrage tot de bepaling van het object van die wetenschap. We zullen de vier onderverdelingen van de figuur in de volgende paragrafen bespreken.

Thans richten we onze aandacht niet op deze onderverdelingen, doch eerst op wat alle taaluitingen gemeen hebben. Alle taaluitingen zijn volgens een bepaald patroon geordend, d.w.z. intern gerangschikt volgens een systeem. Dit feit is de basis van alle communicatie: de spreker of schrijver die een taaluiting produceert, doet dit volgens een bepaald systeem, een orde, die de ordening van de taaluiting bepaalt. Evenzo kan de ontvanger van die taaluiting de betekenis ervan begrijpen, juist omdat de spreker of schrijver maar niet één of ander privé-systeempje heeft toegepast, maar geordend heeft volgens een gemeenschappelijk principe. Die orde duiden we in het dagelijks leven kortweg aan met de naam van een taal (het Nederlands, Engels, Arabisch, Chinees, Latijn, enz.). De wetenschap die deze orde bestudeert, is de structurele taalkunde of linguïstiek: deze tracht door nauwkeurige observatie van taaluitingen en de wijze waarop die geordend zijn, de orde, die daaraan ten grondslag ligt, op het spoor te komen. De concrete taaluitingen, die direct-observeerbare feitelijkheden vormen, noemt de linguïst parole

[pagina 87]
[p. 87]

(F. de Saussure), in het Nederlands: taalgebruik (Eng. speech, Du. Rede of Sprachgebrauch). Het geheel van regels, de orde, waartoe het taalgebruik in een bepaalde taal te herleiden is, noemt hij de langue (de Saussure), in het Nederlands: taal (Eng. language, Du. Sprache).

De parole is een concretum en de constateerbare ordening van die parole is eveneens concreet; de langue, de orde, is een abstractum en wordt gevonden door inductie, en wel op grond van de overeenkomsten tussen de ordeningen der verschillende stukken parole (taaluitingen), - althans, zo ziet de structuralistische linguïst de relatie. Op de meer deductieve benaderingswijze der generatief-transformationele richting in de linguïstiek, die zich sinds 1957 uit de structuralistische heeft ontwikkeld, komen we nog in hfdst. iii, § 39, te spreken.

Het taalgebruik verschilt per individu, ja per situatie: dat is een algemeen bekend feit. We behoeven alleen maar te denken aan wat we gemeenlijk de ‘uitspraak’ van een individuele taalgebruiker noemen (dat is de fonetische realisatie, de manier waarop hij de klanken produceert) om in te zien, dat geen twee mensen dat op precies dezelfde wijze doen. Toch blijft dat taalgebruik verstaanbaar en begrijpbaar, zolang de ‘afwijkingen’ binnen bepaalde grenzen blijven. Hieruit blijkt ook, dat er een stelsel van constanten bestaat, waartoe de variabele elementen van het individuele taalgebruik kunnen worden herleid. Dit stelsel van constanten nu is de reeds genoemde langue. Die constanten bestaan niet alleen op het niveau van de klanken: het fonologisch subsysteem van een taal, ze bestaan ook op dat van de woordvormen en op dat van de woordgroepen en zinnen, die resp. het morfologisch en het syntactisch subsysteem vormen. In het individuele taalgebruik kan dan ook een fonologische, een morfologische en een syntactische ordening worden onderscheiden, die correspondeert met de desbetreffende ordeniveaus van de taal.

Deze fonologische, morfologische en syntactische orde maakt volgens de moderne taalwetenschap de structuur van de taal uit. En juist daarom noemt de richting, die dit structuur-idee bijzonder beklemtoont, zichzelf dan ook algemeen, zoals gezegd, structurele taalwetenschap of structuralisme. In dit structuralisme zijn weer verschillende stromingen of scholen te onderscheiden: wij komen daarover, voorzover dat voor ons onderwerp van belang is, nog in hfdst. iii, § 39, te spreken, als we het probleem van de betekenis behandelen. Voorlopig is het voldoende als we hebben vastgesteld, wat structuur in de taalwetenschap wil zeggen, want we hebben deze term immers ook als centraal begrip van de autonomiebewegingen in de literatuurwetenschap leren kennen. Ondanks alle verschillen tussen beide begrippen zijn er (wetenschapshistorisch verklaar-

[pagina 88]
[p. 88]

bare) overeenkomsten: kan de structuur in de literatuurwetenschap slaan op de bouw van het literaire werk überhaupt (het object) zowel als op de bouw van het afzonderlijke werk (een object, Vgl. Inl., § 1), - in de linguïstiek gebruikt men structuur eveneens niet alleen voor de orde van de langue, maar ook voor de op die orde gebaseerde ordening van een bepaald stuk taalgebruik, zodat men zowel van taalstructuur als van woordstructuur, zinsstructuur (ook van één bepaalde zin, één bepaald woord) spreekt. Wetenschapstheoretisch gezien zijn al deze structuur-begrippen met elkaar verbonden door de eenheidsidee, afkomstig uit de perceptieleer (van hier zijn er allerlei verbindingen met de Gestaltpsychologie en de fenomenologie van Husserl, waarop we helaas in ons kader niet verder kunnen ingaan).

Het is van belang te hebben ingezien, wat de linguïstische ordening van taalgebruik inhoudt: de (meestal onbewuste) toepassing van de fonologische, morfologische en syntactische regels, dus van de orde van de taal, - een toepassing, die geheel in dienst van de communicatie staat, van het doel, een taaluiting begrijpelijk te maken (dit doet de spreker of schrijver), resp. te begrijpen (dat doet de hoorder of lezer). Deze regels vormen samen de grammatica van een taal, die immers, zoals we in de Inl., § 4, al definieerden, de verbindingen tussen de vormen der taaltekens beschrijft. Naast de grammatica speelt het woordenboek een belangrijke rol bij het beschrijven, resp. het leren kennen van een taal. Daarbij dienen we woordenboek (evenmin als grammatica) niet te begrijpen als een concreet boek, doch als de verzameling van alle woorden waarop we de grammaticale regels van een taal kunnen toepassen. (Op de relatie tussen woordenboek en grammatica komen we in hfdst. iii, § 40, terug).

De grammatische ordening als gemeenschappelijke basis van alle taalgebruik in een bepaalde taal te hebben onderkend is daarom van zoveel gewicht, omdat we in de volgende paragrafen, juist uitgaande van die grammatische ordening, een aantal andere ordeningen zullen onderscheiden, die we het beste in negatieve termen: als extra-grammatische ordeningen, kunnen beschrijven, als ordeningen dus waarvoor niet primair de orde van de taal verantwoordelijk te stellen is.

We zullen om de lastige en op den duur waarschijnlijk verwarring wekkende afwisseling der termen orde en ordening te vermijden de herleidbaarheid van een bepaalde ordening tot een (grammatische of extra-grammatische) orde aanduiden met het woord ordeningsprincipe. Daarmee hebben we dan tevens tot uitdrukking gebracht, dat elke individuele ordening natuurlijk niet de neerslag van de gehele (grammatische of extra-grammatische) orde vormt, doch slechts van een deel der potenties van die orde.

[pagina 89]
[p. 89]

Bibliografische aantekeningen

De begrippen langue en parole vindt men besproken in F. de Saussure, Cours de linguistique générale, 30 e.v.

 

Een ander klassiek werk uit de structuralistische school is L. Bloomfield, Language. De enige Nederlandse inleiding van enige omvang en diepgang is A.W. de Groot, Inleiding tot de algemene taalwetenschap. Zeer helder en eenvoudig, voor beginners, is E.M. Uhlenbeck, Taalwetenschap. Een Nederlandstalig standaardwerk uit de Europees-structuralistische school op het gebied van de woordbetekenis is A.J.B.N. Reichling, Het woord. Voor een goede samenvatting van dit omvangrijke boek kan men terecht bij J. de Munter, Naar een nieuwe synthese in de linguïstiek. Zie verder bibliografische aantekeningen bij hfdst. iii, § 39.

 

De hierboven volgens de principes der structurele taalkunde onderscheiden niveaus van fonologie, morfologie en syntaxis worden in de nieuwste ontwikkeling der linguïstiek in een ietwat andere relatie tot elkaar gezien. Fonologie en morfologie vormen in de generatief-transformationele grammatica (zie hfdst. iii, § 39) één subcomponent, die hiërarchisch ondergeschikt is aan de (abstractere) subcomponent der syntaxis. Dit is op dit moment echter van minder belang, daarom houden we ons voorlopig aan de structurele terminologie.

 

Zie voor een zeer vroege toepassing van de gestalt-idee der Gestaltpsychologie op de analyse van kunstwerken: H. Werner, Das Prinzip der Gestaltschichtung und seine Bedeutung im kunstwerklichen Aufbau. Gestalt is hier vrijwel identiek met ons begrip (literaire) structuur.

 

Gestalt is voorts een centraal linguïstisch begrip in de taaltheorie van A.W. de Groot (vgl. Inleiding tot de algemene taalwetenschap, 51 en 53 e.v.), die b.v. van de ‘Gestalt van een zin’ (= ongeveer: de structuur van de zin, zoals die wordt gepercipieerd) spreekt.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken