Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Literatuurwetenschap (1970)

Informatie terzijde

Titelpagina van Literatuurwetenschap
Afbeelding van LiteratuurwetenschapToon afbeelding van titelpagina van Literatuurwetenschap

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.85 MB)

Scans (4.22 MB)

ebook (3.46 MB)

XML (0.74 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde

Subgenre

studie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Literatuurwetenschap

(1970)–Frank C. Maatje–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 103]
[p. 103]

II
De manier-waarop

§ 22 Structuur van het object en van een object. De hermeneutische methode

structuur is de manier waarop in een literair werk een wereld wordt opgebouwd door middel van woorden: dat was de definitie waarmee we de Inleiding afsloten (§ 13). Bespraken we in het vorig hoofdstuk de component literair werk, in dit hoofdstuk zullen we ons bezig houden met de manier-waarop.

Als structuur de manier is waarop in een literair werk een wereld wordt opgebouwd door middel van woorden, dan zijn er net zoveel structuren als er literaire werken zijn, omdat er immers evenzovele manieren-waarop bestaan. Met dat structuurbegrip bevinden we ons op het zeer concrete niveau van een object, d.w.z. van één lid van de verzameling die we het object noemen (vgl. Inl., § 1). Wij hadden echter in onze structuurdefinitie ook van het literaire werk kunnen spreken: ook in deze zin immers wordt het structuur-begrip gebruikt, nl. dat men denkt aan de gemeenschappelijke kenmerken van een groep van objecten. Als we dus zeggen dat structuur de manier is waarop in het literaire werk een wereld wordt opgebouwd door middel van woorden, dan bevinden we ons op het hoogste abstractieniveau. En dàt we dit kunnen zeggen, komt natuurlijk doordat alle concrete structuren enkele kenmerken gemeen hebben, die het ons überhaupt mogelijk maken van een abstracte structuur te spreken.

We hebben nu op een andere wijze geformuleerd wat we reeds in de Inl., § 1, vaststelden: de verhouding tussen een object en het object, tussen de afzonderlijke leden van de verzameling en de verzameling zelf, tussen een literair werk en het literaire werk-als-fenomeen, wordt bepaald door de axioma's van de theorie. Over de structuur van het literaire werk, op het hoogste abstractie-niveau, valt in principe niets meer te zeggen dan

[pagina 104]
[p. 104]

wat we in onze vooronderstellingen al neerlegden. Willen we echter de concrete structuren beschrijven, dan moeten we evenveel van die beschrijvingen vervaardigen als er werken zijn, daar er immers evenzovele manieren-waarop bestaan als er werken zijn, en dus evenzovele manieren-waarop het kenmerk van de fictionaliteit (zie Inl., § 4) en dat van de waarde (l.c., § 6) kan worden geconcretiseerd.

Een literatuurstudie die zich geheel werpt op de beschrijving van deze concrete structuren, alleen bestudeert, hoe zo'n concrete structuur inwendig functioneert, kan evenwel nooit tot theorievorming komen en derhalve ook nooit een bijdrage tot de literatuurwetenschap leveren. Ze kan immers niet de relatie tussen een object en het object doorlichten, omdat ze in feite niet van die relatie uitgaat. Zo'n literatuurwetenschap veroordeelt zichzelf tot atomisme, tot het beschrijven van geïsoleerde gevallen. Dit is dan ook het bezwaar dat men tegen vele ‘interpretaties’ van de New Critics (vgl. Inl., § 11, sub 5) en vooral ook van de naoorlogse Duitse Interpretative Richtung (l.c., sub 6) moet inbrengen. Zij blijven strikt binnen de grenzen van het concrete object, ze beschrijven de structuur van het afzonderlijke werk met een minimum aan vooronderstellingen, geheel in termen van het werk zelf. Deze methode staat bekend als de hermeneutische interpretatie; ze gaat ervan uit, dat het werk iets unieks is, iets onvergelijkbaars (in feite is het kenmerk van de waarde de enige vooronderstelling).

Niet alleen echter dat men met een dergelijke concentratie op een object nooit tot wetenschappelijke uitspraken van algemener gelding komt: ons bezwaar is ook dat het met die zeer intensieve beschrijving van het afzonderlijk object zelf een wat merkwaardige zaak blijft op deze manier. Immers, op een zeer essentiële vraag kan deze interpretatie-methode geen antwoord geven, en wel op de vraag: wanneer is de structuur van het afzonderlijke werk nu eigenlijk uitputtend beschreven? Elk vergelijkingsmateriaal dat hem van dienst zou kunnen zijn bij het beantwoorden van deze vraag ontzegt de hermeneuticus zich namelijk, omdat hij niet de relatie tot de verzameling tot leidraad neemt bij zijn onderzoek van een lid van die verzameling.

De basis van elk onderzoek van het afzonderlijke werk blijft de tekst, zoals die in een kritische uitgave voorzien wordt van de noodzakelijke betekenisverklaringen. Deze laatste evenwel levert de filoloog, niet de hermeneuticus. Natuurlijk kan de hermeneutische methode wel grote didactische waarde hebben: ze kan dienst doen bij het begeleiden van de individuele lezer en hem attent maken op structuurmomenten die hij anders, aan zichzelf overgelaten, over het hoofd zou hebben gezien. De hermeneutische interpretatie is in de grond van de zaak

[pagina 105]
[p. 105]

niets anders dan een leesverslag, waarin de onderzoeker de lezerrol vervult.

Bij het onderwijs mag de interpretatie van het afzonderlijke literaire werk natuurlijk rustig wèl een doel op zichzelf vormen: scholieren en jongere-jaars-studenten behoren in de eerste plaats te worden geschoold tot nauwkeurige lezers; alle historische en systematische verbanden, zoals literatuurgeschiedenis en genreleer die leggen, komen voor hen op de tweede plaats. Bij het wetenschappelijk onderzoek evenwel is het aanwijzen van juist deze verbanden het eigenlijke doel en is de interpretatie van het afzonderlijke werk, hoe belangrijk en interessant ook, slechts de methode om tot dat doel te geraken.

Bibliografische aantekeningen

Het standaardwerk op het gebied van de hermeneutische methode in de zgn. geesteswetenschappen überhaupt is: H.-G. Gadamer, Wahrheit und Methode. Voor kritiek zie ook de recensie van dit boek door J.F. Staal, Hans-Georg Gadamer, Wahrheit und Methode.

 

Hoogst dubieus wordt de hermeneutische methode, indien ze wordt toegepast op de evaluatie, zoals M. Janssens dat doet. Hij verheft in zijn studie De schaduwloper wat hij de authenticiteit van het werk noemt tot de ‘wezenlijke norm’ van de literaire kritiek, zodat het werk, of althans de veronderstelde ‘kunstwil’ van de auteur, zijn eigen norm stelt. Dit leidt tot een vergaand relativisme, waartegen nog niet zo erg veel bezwaar zou behoeven te worden gemaakt, als het niet artistieke intenties verwarde met de artistieke resultaten. (Vgl. b.v. Janssens' definitie van ‘authenticiteit’ op blz. 94.) Zie over Janssens' studie ook A.L. Sötemann, Achtergronden bij enige critici en M. Rutten, In de schaduw van de schaduwloper; dit laatste artikel legt de afhankelijkheid van Janssens' hermeneutiek van de Franse critici G. Picon (L'écrivain et son ombre) en M. Dufrenne (Critique littéraire et phénoménologie) bloot.

 

Zie voorts over het interpretatie-probleem: H.P.H. Teesing, Der Standort des Interpreten, en dez., Probleme der kunstwissenschaftlichen Wertung.

 

Behartigenswaardige woorden over de hermeneutische methode vindt men o.a. bij M. Bierwisch, Poetik und Linguistik.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken