Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Rhetoricaal glossarium (1959)

Informatie terzijde

Titelpagina van Rhetoricaal glossarium
Afbeelding van Rhetoricaal glossariumToon afbeelding van titelpagina van Rhetoricaal glossarium

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (5.96 MB)

Scans (45.27 MB)

XML (3.48 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon
taalkunde/algemeen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Rhetoricaal glossarium

(1959)–J.J. Mak–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige
[pagina 541]
[p. 541]

Aanhangsel III

Voorlopige lijst van woorden, die als zodanig of in één of meer betekenissen in de literatuur uitsluitend gedurende de rederijkerstijd worden aangetroffen, maar niet exclusief-rhetoricaal zijn (onder het voorbehoud genoemd in Aanhangsel I). - N.b. vz = 15e-16e eeuw, z = 16e eeuw, zz = 16e-17e eeuw.

 

zabsenteren, verwijderen, wegvoeren, zie WNT, Suppl. i.v. Absenteeren, bet. A, 1 en cast., Pyr. B vv.
zzaccoutrement, zie WNT, Suppl. i.v. en H.d.Am. Aa 2.
zaccoutreren, zie WNT, Suppl. i.v.
vzadmiratie, zie WNT, Suppl. i.v. en de roovere 189, var.: amiracie.
zzaertsoen, aard, zie WNT, Suppl. i.v. Aartsoen.
zzaffectie, gezindheid, zie WNT, Suppl. i.v., bet. 1 en everaert 21; Bruyne 1, 179.
zzaffirmeren, zie WNT, Suppl. i.v. en Antw. Sp. Yy iijv.
zzafslach, achteruitgang, zie WNT i.v., bet. I, 3, b, β en Menichf.d.bedrochs 222.
zzageren, 1e vertonen, opvoeren, zie WNT Suppl. i.v. Ageeren, bet. 3 b, α en Haagsp. d iiijv (nà d viij); - 2e handelen over, zie WNT t.a.p. bet. 3, b, β en cast., C. v. R. 60; Rott.Sp. K iv; Jezus o.d. leraers 73.
zzalsembier, zie WNT en Suppl. i.v. en Antw.Sp. Vv iiijv.
zzalven, spotten, enz., zie WNT en Suppl. i.v. en Hs.TMB, G, fol. 67; Meester Hoon 302.
zangier (= dangier), zie WNT, Suppl. i.v. en Leuv. Bijdr. 4, 284.
zzanmaerck, zie WNT en Suppl. i.v. Aanmerken, Afl. en Gentse Sp. 95.
zapostatich, zie WNT, Suppl. i.v. Apostaat, Afl. en Smenschen gheest 278.
zzaugmenteren, toenemen, zie WNT, Suppl. i.v. Augmenteeren, bet. 2 en cast., Pyr. B i; Antw.Sp. Ii ijv.
zzavanceren, vooruithelpen, bevorderen, zie WNT, Suppl. i.v. Avanceeren, bet. II, 6 en 8 (laatst aanh. uit 1709), kil. en H.d.Am. Aa 4, Bb 6v, 8.
zzbabbaert, zie WNT i.v. Babbaard en Doesb. 247; Hs. TMB, G, fol. 70v.
zzbaetsoecker, zie WNT i.v. Baatzoeker en Antw.Sp. X ij.
zzbalansen, zie WNT i.v. en cast., Pyr. A viij.
vzbarderen, ww., zie MNW i.v. en Camp v.d. Doot 1841.
zzbat, tw., zie WNT i.v. Bat (III).
zzbatelick, zie WNT i.v. Batelijk en cast., C. v. R. 198.
zzbeclicken, zie WNT i.v. Beklikken en Reyne M. 342; Taruwegraen 1324.
zzbedietsel, zie WNT i.v. Bediedsel en everaert 308; Gentse Sp. 148; Antw. Sp. Kk i.
zzbedrapen, zie WNT i.v. en coornhert, T'roerspel 1676; Zeven Sp. Bermh. D vj.
zzbeduchtich, beducht, zie WNT i.v. Beduchtig, bet. 1 en Rott.Sp. N vij.
zzbeelberouw, zie WNT i.v. Beel, Samenst.
zzbehoudelyck, zie WNT i.v. Behoudelijk en Trauwe 1576.
zzbeieren, zaniken, zeuren, iemand vervelen, zie WNT i.v., bet. 4 en Sotslach 22.
zzbelaten, zie WNT i.v. en St 2, 232 (hic?); H.d.Am. D 4v.
zzbelenden, wech-, verdwijnen, zie WNT i.v. Belanden, sub bet. 3, b en de dene in Gulden Passer 25, 332.
zzbeminninge, zie WNT i.v. Beminnen, Afl. en everaert 268.
zzbendenaar, zie WNT i.v. Bende, Afl. en Judich 1214.
zzberijken, zie WNT i.v.
zz.besaten, (doen) bedaren, zie WNT i.v. Bezaten.
zbeschaetheit, zie WNT i.v. Beschaden, Afl. en everaert 21.
zbeschaemtheyt, aangedane schande, zie WNT i.v. Beschaamdheid, bet. 2 en H.d.Am. Y 3v.
zzbesettelijck, zie WNT i.v. Bezettelijk en Antw.Sp. Iii ij.
zzbesichten, zie WNT i.v. Bezichten en H.d.Am. G 3v. - N.b. tot v.halmael (beg. 18e e.), zie de jager, Freq. 2, 1165).
[pagina 542]
[p. 542]
zzbeslaven, zie MNW en WNT i.v. (Zie ook Rhet. Gloss. i.v.).
zzbesuchten, zie WNT i.v. Bezuchten en Jezus o.d. leraers 248, 815.
zzbetegen(en), zie WNT i.v. en Jezus o.d. leraers 745.
zzbetranen, bewenen, zie WNT i.v., bet. 4 en H.d. Am. Y 2.
zzbetreden, ter harte nemen, onderzoeken, zie WNT i.v., bet. 8 en St 1, 110.
zzbetreuren, treurig maken, zie WNT i.v. bet. 5 en Gentse Sp. 257.
zzbeusel, zie WNT i.v. Beuzel en H.d. Am. E 5v.
vzbierkercke, kroeg, zie MNW i.v. en de dene 49 b; Antw.Sp. Ee ijv.
zzbyttich, zie WNT i.v. Bijtig en everaert 513.
vzbisonderlinge, buitengewoon, zie WNT i.v. Bijzonderlinge.
zblasphemateur, zie WNT i.v. Blasphemeeren en everaert 430.
zblijter, bedelaar, deugniet, zie WNT i.v. en everaert 27, 490; Tcooren 424.
vzblindicheit, zie MNW i.v. en Bruyne 3, 33.
zzbollement, zie WNT i.v. en H.d.Am. B 7.
zbollen, praten, zie WNT i.v. Bollen (VI) en Doesb. 269 (hic?); Haagsp. o iv.
zzbootscherye, zie WNT i.v. Bootserij en Haagsp. a ijv.
zzbrabbelaar, warhoofd of beuzelaar, zie MNW i.v. Brabbelare, WNT i.v.
zzbrocken, brouwen, bewerken, zie WNT i.v. Brokken, Aanm. en Bruyne 3, 97.
zzbucht, geld, zie WNT i.v. Bucht (III).
zzcadul, zie WNT i.v. Kadul (I).
zzcalaensch, zie WNT i.v. Calaansch.
zzcattenquaet, boosheid, zie WNT i.v. Kattekwaad, bet. 1 en Smenschen gheest 23.
zzcloekaert, zie WNT i.v. Kloekaard en Doesb. 246.
zclopspaen, zie WNT i.v. Kloppen (I), Samenst. enz.
zzcommandement, zie WNT i.v. en H.d.Am. Ee 8.
zzcommercanse, zie WNT i.v. Kommerkans en S. Stadt 1197; Huis v. Idelh. 733 en pass.
zzcompagnon, kameraad, zie WNT i.v., bet. 1 en Trudo 2008; Haagsp. m iij.
zzconsuleren (met), zie WNT i.v. Consulteeren, sub bet. B (de aanh. uit rocquenbroch) en Rott.Sp. N viij.
zzcontentement, zie Tschr. 73, 113-114.
zcoppeldrayere, zie WNT i.v. Koppeldraaien, Afl. en Trudo 409.
zcoppen gawy, zie MNW i.v. Coppe, sub bet. 1 en Antw. Sp. Ee iiij.
vzcrabbelare, soort bier, zie MNW i.v., WNT i.v. Krabbelaar (II).
zzcrake, slecht schip, zie WNT i.v. Kraak (III), bet. 2 en St 1, 157.
zcruiskese, zie WNT i.v. Kruis, Samenst. enz., en Doesb. 251.
zzcrul, boos, fier, zie WNT i.v. Krul (III).
zzdeluw, zie WNT i.v. en Charon 598: delewe.
zdiepgrondich, diepzinnig, zie WNT i.v. Diep (II), Samenst. enz. en H.d.Am. C 4v.
zzdevotich, zie WNT i.v. Devoot, Afl. en Bruyne 2, 59.
zzdiepgrondich, zie WNT i.v. Diep (II). Samenst. afl., enz. en Antw.Sp. Tt ij.
zzdiscanteren, zie WNT i.v. Discanteeren en Antw.Sp. V ijv.
zzdominateur, heerser, zie WNT i.v. en Meest Al 226; Haagsp. c i (in de bet. ‘heerschap’ in ongunstige zin).
zzdoorhackelt, van splitten voorzien, zie WNT i.v. Doorhakkelen, bet. 2 en a. bijns, N.Ref. 312, c, 6; Roerende v. Meest Al 236.
zzdrafsack, (schimpnaam), zie WNT i.v. Drafzak, bet. 3 en Doesb. 247; Bruyne 1 94.
zzdreef, slag, stoot, zie WNT i.v. Dreef (II).
zzdril, wuft meisje, enz. WNT i.v. Dril (I), bet. 4 en Haagsp. m iij.
zzdringer, lomperd, zie WNT i.v. Dringen, Afl.
zzdrullen, druylen, gekheid, maken zie MNW i.v. Droelen, bet. 1, WNT i.v. Druilen, bet. 1.
zzduerprenten, zie WNT i.v. Doorprenten en Bruyne 2, 38.
zzdwelm, sukkel, zie WNT i.v. en everaert 135, 240.
zeeuwen, ww., zie WNT i.v. en everaert 23.
zzeensamelijck, zie WNT i.v. Eenzamentlijk en Antw.Sp. Ff iiij.
zzenkelen (t.o. (ver)dubbelen), zie WNT i.v. Enkel (II), Afl. en everaert 110.
zzfalinge, zie WNT i.v. Falen, Afl. en Smenschen gheest 830.
zfantaseren, tobben, zie WNT i.v. Fantaseeren, bet. A, 3.
zzfatering, zie WNT i.v. Fateren, Afl. en Smenschen gheest 406.
zzfickfack, nodeloze drukte, zie WNT
[pagina 543]
[p. 543]
i.v. Fikfakken, Afl. en Bel.v.Sam. 865.
zzfinaal, zie WNT i.v. Finaal (II) en H.d.Am. A 4v.
zzfraudulueselic, zie WNT i.v. Frauduleus, Afl. en cast., C. v. R. 248.
vzgabben, zie MNW i.v., WNT i.v. Gabberen, Etym. en crul, Dronckaert 221.
zzgardijnmis, zie WNT i.v. Gordijnmis.
zzgeborst (en gebilt), zie WNT i.v. en Bruyne 1, 172.
zzgecxkovel, zie WNT i.v. Gekskeuvel en Doesb. 266.
zzgehackelt, zie WNT i.v. Hakkelen, bet. I, 2, d, β.
zzgelievers, minnenden, zie WNT i.v. en Gentse Sp. 230.
zzgetuit, gekapt, zie WNT i.v., 2e art. en Smenschen gheest 506.
zzgratieusheit, zie WNT i.v. Gratieus, Afl. en Doesb. 48.
zzgrootwichtich, zie WNT i.v. en Antw. Sp. iijv.
zzgrovaert, zie WNT i.v. Grovaard en Doesb. 246; Charon 377.
zzheitse, zie stallaert, kil. en WNT i.v.
zzherknauwen, zie WNT i.v. en Gentse Sp. 151: herknouwen; Hs. TMB, A, fol. 107v.
zzhoerecater, zie WNT i.v. Hoer, Samenst. en H.d.Am. R 6.
zzhosen, zie WNT i.v. Hoozen, bet. III en Dove Bitster 388.
zhubbelen, zie MNW en WNT i.v.
zzhudse, lap, vod, zie WNT i.v. Huts (III) en Dove Bitster 112.
zzhuenich, bn., zie WNT i.v. Honig, Aanm. en St 1, 279.
zhueslijck, niet luid, niet hardop, zie WNT i.v. Heuschelijk, bet. II, 3 en Antw.Sp. G i.
zzinstel, inzetting, zie WNT i.v., bet. C en Bekeeringe Pauli 697; Antw.Sp. Mm ij.
zzintenteren, zie WNT i.v. Intenteeren en cast., C. v. R. 153.
zzjentaert, zie WNT i.v. Jent, Afl. en Doesb. 246.
zzjuystich, zie WNT i.v. Juistig.
zzkasboef, zie WNT i.v. en crul, Dronckaert 136.
zzkei, bn.: dwaas, zie WNT i.v. Kei (II), bet. II en Hs. TMB, G, fol. 67, 125, 131v.
zzkeyaert, zie MNW i.v., WNT i.v. Keiaard.
zketterich, bn., zie WNT i.v. Ketter (I); Afl.
zzkillen, doden, zie WNT i.v. Killen (III) en Doesb. 158.
zzKoy, zie WNT i.v. Kooi (IV) en H.d. Am. B 3.
zzlabsoete, zie WNT i.v. Labbezoet en Trudo 1232.
zzlacken, foppen, zie WNT i.v. Lak (IV), Afl. en Vers.Maelt. 808.
zlavuytgever, zie WNT i.v. Lavuit, Samenst. afl. en de dene, Langhen Adieu 139.
zzlecplateel, zie MNW i.v., WNT i.v. Lekken (II) Samenst. en Berv. Br. 285.
zzlens(ch), niet een-, geen zier, zie WNT i.v. Lens (IV).
zzlevinge, zie WNT i.v. Leven (I), Afl. en cast., Bal. A 6.
vzlichtinge, schittering, glans, zie MNW i.v., 2e art., en Antw.Sp. Ooo iijv.
zzlijsdrijts, zie WNT i.v. Lijs (III), Samenst.
zzloen, knul, vent, zie WNT i.v. Loen (I).
zzlog, leugen, zie WNT i.v. Log (I) en Meest Al 883.
zloosaert, zie WNT i.v. Loos (II), Afl. en Zeven Sp. Bermh. E iijv
zzluerefaes, zie WNT i.v. Leur (I), Samenst. en Berv. Br. 188; Bruyne 1, 94.
zzmagnificentie, zie WNT i.v. Magnifiek en Gentse Sp. 256; Prochiaen 1554, 1653; cast., C. v. R. 65.
zmalfacteur, zie MNW i.v. en Doesb. 188; Gentse Sp. 209.
zzmanslager, zie WNT i.v. Manslag, Afl. en Rott.Sp. H vij.
zzmenroede, zie WNT i.v. Mennen, Samenst.
zmentioneren, zie WNT i.v. Mentie, Aanm. en Tcooren 424.
zzmiraculeuslijck, zie WNT i.v. Mirakel, Afl. en Rott.Sp. R iij.
zmispassen, (kil.: male convenire), zie MNW en WNT i.v.
zzmocke, zie MNW i.v., WNT i.v. Mok (II) en a. bijns, N.Ref. 310, e, 2; everaert 443; Trudo 2190.
zzmommekans, zie WNT i.v.
zzmonckefroyen, zie WNT i.v. Monken, Afl. en H.d.Am. A 4v.
zzmonopolie, voorkoop, zie WNT i.v., bet. 4 en Tcooren 550.
zzmuycken, zich verbergen, zie WNT i.v. Muiken (II), bet. 3 en Antw.Sp. Eee iiij.
zmuylstooter, die met valse relieken rondloopt, zie WNT i.v. Muilstooter, bet. 2 en Bruyne 1, 66.
zznachttabbaert, zie WNT i.v. Nacht, Samenst. en H.d.Am. Cc 7.
[pagina 544]
[p. 544]
zznaraet, zie WNT i.v. Naraad en ghistele, Ant. 87.
zznegligent, zie WNT i.v. Negligé, Aanm. en Antw. Sp. g i.
vznerloos, (MNW: Neerloos), Bruyne 2, 196.
zzneutelen, notelen, zie WNT i.v. en crul, Dronckaert 47.
vznieten, vernietigen, zie MNW i.v., 2e art., WNT i.v. Niet, Afl.
zzoerloeghsch, zie WNT i.v. Oorlogsch.
zzonbeswijckelijck, zie MNW i.v. Onbeswikelijc, WNT i.v. Onbezwijkelijk en H.d.Am. L iv.
zzoneerlijcheit, onkuisheid, enz., zie MNW i.v., bet. 1, WNT i.v. Oneerlijkheid, bet. 1 en Gentse Sp. 280.
zzonkostelijck, kostbaar, zie WNT i.v. Onkostelijk, 2e art. en Rott.Sp. *** iiijv.
zzonthippelen, zie WNT i.v. en Goossen Taeijaert 197.
vzontlenen, ontstelen, zie MNW i.v., bet. 1 in fine en St 2, 169 (hic?); Rott. Sp. K vv.
zzontpreeuwen, zie WNT i.v. en Smenschen gheest 541.
zzontslapen, ontwaken, zie WNT i.v. bet. B en H.d.Am. Ff 6v.
zzontstichten, doen schokken, wankelen, zie WNT i.v., bet. 1 en Antw.Sp. Kkk iij; Pol.Ball. 19 (door Verdam, MNW i.v., Aanm., ten onrechte onder ‘aanstoot geven’ geplaatst).
zzonversadicheit, zie WNT i.v. Onverzadig, Afl. en Meest Al 125.
zzonversocht, zie MNW i.v., WNT i.v. Onverzocht en Jezus o.d. leraers 789.
zopspuelen, opsieren, zie WNT i.v. Opspoelen, bet. II, 2 en Antw. Sp. i iij.
zzopvoetsel, zie WNT i.v. Opvoeden, Afl. en Antw. Sp. a ijv.
vzorsa, welaan, zie MNW i.v., WNT i.v. Orcha.
zzovercrijsschen, zie WNT i.v. Overkrijschen.
zzoverhandelen, zie WNT i.v.
zzoverstrijken, verstrijken, (van de tijd) zie MNW i.v. Overstriken, bet. II, 2, WNT i.v., bet. VII, B.
vzpacht, lot, deel, toestand, zie WNT i.v. bet. 6 en de roovere 397; v.d. berghe, Ref. 60, 59.
zzpackebier, zie WNT i.v. Pakken, Koppel. enz. en Doesb. 265.
zpardoenbrief, aflaatbrief, zie WNT i.v. Pardon, Samenst.
zzpaveersele, zie WNT i.v. Paveeren, Afl.
zzperpetreren, zie WNT i.v. Perpetreeren en Rott.Sp. M iiij.
vzperplexiteit, zie WNT i.v. Perplex, Afl. en de rammeleere 117.
zzplattelick, zie WNT i.v. Plattelijk en cast., C. v. R. 26.
vzpointrature, zie WNT i.v.
zpomposicheit, zie WNT i.v. Pompeus, Afl.
zzponsen, geschenken zenden op S. Pontiaan, zie WNT i.v. Ponsen (III) en Sotslach 20.
vzpopelare, huichelaar, zie WNT i.v. Popelaar (II).
zposses, zie WNT i.v. en Doesb. 218.
zzprachten, zie WNT i.v.
zpradde, trek, neiging, zie WNT i.v., bet. 2.
zpricxkensbroot, zie WNT i.v. Prik (I), Samenst. en H.d.Am. B 3v.
zzpruetel, protel, zie WNT i.v. Preutel (II) en Doesb. 272.
vzputierich, zie WNT i.v. Putier, Afl. en Bekeeringe Pauli 137.
zzquelen, spreken, zie WNT i.v. Kweelen, bet. 6.
vzquicke, kwant, gezel, zie MNW i.v. en Bijstier 112.
zquytschel, zie WNT i.v. Kwijtschelden, Afl. en everaert 455.
zzra(e)ysel, zie WNT i.v. Raaien (I), Afl. en Gentse Sp. 295.
zzranden (in randen en panden), zie WNT i.v. Randen (I), bet. 2 en Roerende v. Meest Al 510.
zzrasschen, zie WNT i.v. bet. 1-3.
zzratelaar, opschepper, zie WNT i.v., bet. 2.
zzrecompenseren, belonen, zie WNT i.v. Recompenseeren, bet. 2, en Antw.Sp. Dd iij.
zreguleren, zich gedragen, schikken, voegen, zie MNW i.v. en Leenhof 641; Heymelic Lijden 240, 442; Bruyne 3, 45.
vzreinich, kuis, zie MNW i.v. en H.d. Am. G 1v.
zremis, zie MNW i.v. Remissie en v.d. dale, Wre 1152; everaert 528; Gentse Sp. 122; Well. Mensch 1093; cast., C. v. R. 144.
zris(ch), snel, zie MNW i.v., 2e art., WNT i.v. Risch (II) en Ontr. Rentm. 915; Bel.v.Sam. 171.
zzrochleer, oude knorrepot, zie WNT i.v. Rochelaar en Doesb. 272.
zrommenysch, zie WNT i.v. Romenijs en Zeven Sp. Bermh. I viij.
vzrouffelen, kaarten, zie MNW i.v. Roffelen, WNT i.v. Ruifelen (IV) en everaert 16.
[pagina 545]
[p. 545]
zzruysschen, te keer gaan, zie WNT i.v. Ruischen (I), bet. I, A, 11b; mogelijk reeds eind 15e e., blijkens Man en Wijf 108.
vzrustich, sierlijk, kunstig, zie MNW i.v., 2e art., sub bet. 2, WNT i.v. Rustig (II), bet. II, 4.
vzsauvegarde, zie MNW i.v. en Antw. Sp. Oo iij; Rott.Sp. H viijv.
zzschabbe, schimpnaam voor een vrouw, zie MNW i.v., 1e art., bet. 3, WNT i.v. Schabbe (I), bet. 6.
zzschader, zie WNT i.v. Schaden, Afl. en Zeven Sp. Bermh. Q ij.
zzschampen, de wijk nemen, zie WNT i.v. Schampen (III), bet. 1.
vzschandalisatie, zie MNW i.v., WNT i.v. Schandaliseeren, Afl. en H.d.Am. K 3; Meest Al 818; Tcooren 656.
zzschendicheit, zie WNT i.v. Schendig, Afl. en Rott.Sp. H vv.
zzschemel, lichtglans, schittering, zie WNT i.v. Schemel (I) en everaert 29.
zzscheuck(e), zie WNT i.v. Scheuk en Hs. TMB, B, fol. 72; Hs. TMB, G, fol. 40.
zzschommelcock, zie WNT i.v. Schommelkok en a. bijns, N.Ref. 169, a, 10.
zzschossen en brossen, zie MNW i.v. Schossen, stallaert i.v. Brossen, WNT i.v. Brassen (I), bet. 1, Brossen (I), de bo i.v. Schossebrokken en V. Vroede 752; Leuv.Bijdr. 4, 315; St 1, 22; everaert 535; Doesb. 260; X. Esels 22, 10.
zzschoven, zie WNT i.v. Schooven, bet. A, 4 en Br.Willeken 484.
zzschrobbe, tovenaar, enz., zie WNT i.v. Schrobbe (I).
zschuyffelschappraeye, schufelscapra zie WNT i.v. Schuifelen (II), Samenst. en de dene, Langhen Adieu 189; Haagsp. I i.
vzsedebaricheit, zie MNW i.v. en cast., C. v. R. 140.
zzse(e)baerheit, zie Zebaerheit.
zzsemelkiste, zie WNT i.v. Kist (I), Samenst. en Trudo 1837, 3283, 3483.
zzseuren, soren, kwellen, zie MNW i.v. Soren, 1e ait., Aanm., oudemans i.v. Soren en de roovere 130; cast., C. v. R. 147.
zslackelijck, zie WNT i.v. Slak (V), Afl. en Prochiaen 2433.
zsleuren, dralen, talmen, zie MNW i.v. Sloren, bet. II, WNT i.v., bet. B, 1.
zzsleuren, bep. wijze van caresseren, zie WNT i.v. bet. A, 6 en H.d.Am. X 5.
zslinckaert, zie WNT i.v. Slink, Afl., bet. 1 en Doesb. 246.
zzslurf, sukkel, zie WNT i.v. Slurf (I), bet. 1 en Ghew. Vruecht 27.
zzsmetsen, smullen, zie WNT i.v. bet. 2.
zzsneuvel, zie WNT i.v. Sneuvelen, Afl. en Sotslach 238.
zsnotgat, zie WNT i.v. Snot, Samenst. afl. enz. en Doesb. 272.
zzsnuystermert, zie WNT i.v. Snuisteren, Samenst. en Bruyne 1, 103.
zzsoetelen, zie oudemans i.v., De Jager, Freq. 1, 947, 8 en Zeven Sp. Bermh. D viij.
vzsolacieus, zie MNW i.v. Solasioos en Leuv. Bijdr. 4, 253.
zzsommen, kussen, zie WNT i.v. Som-men (II) en Gentse Sp. 245.
zzspaerbecken, zie WNT i.v. Sparen, Samenst. afl. enz. en Hs. TMB, G, fol. 133.
zzspecktas(s)eye, zie WNT i.v. Tassei, Samenst. en Haagsp. 1 ijv.
vzspeculeren, overdenken, zie WNT i.v. Speculeeren, bet. B en Camp v.d. Doot, prol. 12.
zsplijtemijt, zie WNT i.v. Splijten, Samenst. afll. en Bruyne 2, 53.
zzsporten, van sporten voorzien, zie WNT i.v. Sport (I), Afl. en a. bijns 305.
zstatuut, instelling, inzetting, zie WNT i.v., bet. 1 en Gentse Sp. 220.
vzsteenwegen, plaveien, bestraten, zie MNW i.v., WNT i.v. Steenweg, Afl.
zzstileren, zie WNT i.v. Stileeren (1), en (voor bet. 1) everaert 162; Gentse Sp. 349; (voor bet. 2) cast., C. v. R. 35.
zzsufflet, soufflet, zie WNT i.v.
zsumeren, nuttigen van brood of wijn (in de communie), zie MNW i.v. en Weer. Ghel. 321.
zztaeyaert, gierigaard, zie WNT i.v. Taai (I), Afl. en Doesb. 247.
zztatering, geklets, zie MNW i.v. Tateringe, WNT i.v. Tateren (II), Afl.
ztoef, verzorging, zie MNW i.v., WNT i.v., bet. 3.
ztrefter, zie oudemans i.v. en H.d.Am. Bb 2.
zztruye, lichte vrouw, zie oudemans i.v. en Nyeuvont 145; Gr.Hel 943; Volkskunde 1946, blz. 18.
vzusantie, Exc.Cron. 248a (in MNW i.v. Usance) en v.d. dale, Lof hostie 183; Prochiaen 4; H.d.Am. K 4, N 1, S 1v, V 3, enz.; Geb. Joh. Bapt. 459.
zutehouden, beweren, staande houden, zie MNW i.v., bet. 3 en Prochiaen 2201.
[pagina 546]
[p. 546]
zutelander, zie MNW i.v. en H.d.Am. A 5v.
zzval, biersoort, zie WNT i.v. Val (V).
zvandoose, zie WNT i.v. en St 1, 50: vandoyse.
zverabelen, zie MNW i.v. en cast., C. v. R. 108; Smenschen gheest 555.
zzvercussen, zie oudemans i.v. Verkussen en everaert 116.
zzverheysteren, verhitten, zie oudemans i.v. Verheytsteren, De Jager, Freq. 2, 172, de bo i.v. Verheisteren en Leuv. Bijdr. 4, 254; a. bijns, N. Ref. 328, g, 3.
zzverijsen, tot ijs worden, zie oudemans i.v. en Geb. Joh. Bapt. 621.
zzvermijten, vergaan, zie MNW i.v. Vermiten, WNT i.v. Mijt (I), Afl. en Tcooren 694.
zvermonderen, zie MNW i.v. en everaert 194.
zzvermuylen, versmaden, zie MNW en oudemans, i.v. en St 2 60; a. bijns, N. Ref. 310, e, 4; everaert 176; cast., C. v. R. 156; a. bijns 154; Zeven Sp. Bermh. D ij.
zzvermutst, verliefd, zie MNW i.v., oudemans i.v. Vermutsen en smeken, Dwonder 251.
zzverschoyen, zie MNW en oudemans i.v.
vzversolaseren, zie MNW i.v. en Gentse Sp. 203.
vzversollen, zie MNW i.v. en H.d.Am. X 4.
zzverspreken, overhalen, zie oudemans i.v., 2e art. en Haagsp. c iv.
zzversussen, kalmeren, zie MNW i.v., bet. 1, oudemans i.v. en Sotslach 184.
zzvervaren, ervaren, zie MNW i.v., 3e art., oudemans i.v., 2e art., huydecooper, Proeve 3, 238, v. hasselt op kil. 732 en Bruyne 2, 36; Antw.Sp. V ijv.
zzvuyser, flinke jonge vent, zie oudemans i.v. Vuizer, en Sotslach 22.
zvuurschoppe, zie MNW i.v. en Doesb. 242.
zzwouteren, gelukken, slagen, zie MNW i.v., oudemans i.v., De Jager, Freq. 2, 714 en Doesb. 254; Goossen Taeyaert 170 (N.B. Reeds eind 15e e. in Sacr. v.d.N. 307).
zzzebaerheit, zedebareit, se(e)baerheit, zie oudemans i.v. Seedbaerheyt, de bo i.v. Zeegbaar en cast., C. v. R. 126, 162, 167, 200; Bruyne 2, 76.
zzzinlijckheit, genegenheid, zie oudemans i.v. Zinlijkheit en Zinnelykheit en coornhert, Bruydt Christi 560.
zzzolffer-steck(e), zie WNT i.v. Sulfer, Samenst. en H.d.Am. A 4v.

Vorige

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken