Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
DBNL - Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren
DBNL - Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren

Hoofdmenu

  • Literatuur & Taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw

meer over deze tekst

Informatie terzijde

Den hemelschen handel der devote zielen
Toon afbeeldingen van Den hemelschen handel der devote zielenzoom

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1,54 MB)

ebook (3,48 MB)

XML (0,75 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie
non-fictie

Subgenre

lofdicht(en)
gebed(en)
non-fictie/theologie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Den hemelschen handel der devote zielen

(1625)–Lodewijk Makeblijde–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 264]
[p. 264]

Ter Vesperen tijdt.

DEn Heere Iesus geve ons door sijn heylich lijden hier ghenade, ende namaels het eeuwich verblijden.

 

Vers.

GOdt merckt aen tot mijnder hulpe.

Antvv.

Heere haest u om my te helpen.

Vers.

Glorie zy den Vader, ende den Soon, ende den heylighen Gheest.

Antvv.

Als't was inden beghinne, ende nu, ende altijdt: ende inde eeuwen der eeuwicheden sal wesen. Amen.

Alleluia. Oft, Lof zy u Heere Coninck, &c.

Antiphone.

Sy sullen hem beweenen als eenen eenighen gheboren Soon, want die vry van schulden was, is ghedoodt.

Capittel.

Alsoo lief heeft Godt de werelt ghehadt, dat hy sijnen eenighen Soon ghegheven heeft, op dat alle, die in hem ghelooven, niet verloren en gaen, maer hebben souden dat eeuwich leven.

Antvv.

Gode zy lof.

Hymne.

 
O Lam onnoosel, vry van bedroch en vlecken,
 
Die u vijf wonden tot onser baet laet strecken:
 
Doet ons doch open de sluysen van u bloede,
 
Op dat u graty' ons hert' en ziele voede:
 
Zijt doch mildt in onsen noot; want ons veel sieckten deeren,
 
Ende leert ons met u bloedt ter salicheyt gheneeren.
 
O bloedt hooch-weerdigh, vol krachten, troost en minnen!
 
O schadt, die menschen noch Enghelen versinnen!
[pagina 265]
[p. 265]
 
Ten vrede zijt ghy voor ons een offerande,
 
En van Godts rijcke vergunt tot prijs en pande,
 
Gheeft in ons u salich vyer, en doet het soo vermeeren
 
Dat wy moghen bloedt om bloedt, en ziel om ziel verteeren.
 
Eer zy den Schepper van al in den beginne,
 
Lof sijnen Soon, den Pelicaen van minne:
 
Wt liefde tot ons, die sijn borst liet door-graven,
 
Om onser zielen dorst, met sijn bloedt te laven,
 
Danck zy oock u heyligh Gheest, wiens gratien geschoncken,
 
Menich op den Pinster-dagh met volle lusten droncken. Amen.

Vers.

Wy alle-gader hebben als schapen ghedoolt.

Antvv.

Ende den Heere heeft op hem de boosheyt van ons allen gheleydt.

Antiphone.

O groot werck.

Den lof-sanck Marie.

MYn ziele maeckt groot den Heere.

Ende mijnen gheest heeft hem verheught in Godt mijnen Salich-maecker.

Want hy heeft aenghesien de ootmoedicheydt sijnder dienstmaeght; want siet van desen tijdt voort, sullen my salich noemen alle gheboorten.

Want hy heeft my groote dinghen ghedaen, die machtich is; ende heylich is sijnen Naem.

Ende sijne bermherticheydt is van gheslachte tot gheslachte; den ghenen die hem vreesen.

Hy heeft cracht ghedaen door sijnen erm; hy heeft de hooveerdighe verstroydt met den sin haers herten.

Hy heeft de machtighe af-gheset uyt den stoel, ende hy heeft verheven de ootmoedighe.

De hongherighe heeft hy met goederen vervult,

[pagina 266]
[p. 266]

ende de rijcken heeft hy ydel ghelaten.

Hy heeft ontfanghen Israel sijn kint; ghedachtich wesende sijnder bermherticheydt.

Ghelijck hy ghesproken heeft tot onsen Vaderen, Abraham ende sijnen sade inder eeuwicheydt.

Glorie zy den Vader, ende den Soon, ende den heylighen Gheest.

Als't was in den beghinne, ende nu, ende altijdt: ende inde eewen der eewicheden sal wesen. Amen.

Antiphone.

O groot werck der goedtheyt Godts! de doodt is dan ghedoodt, als 't leven aen den houte wert ghedoodt.

Vers.

Heere verhoort mijn ghebedt.

Antvv.

Ende mijn gheroep kome tot u.

Ghebedt, ter eeren dat Christus door sijn heylich lijden vrede tusschen Godt ende den mensch ghemaeckt heeft.

O Alder-weerdichsten herder aller uyt-verkoren Iesu Christe, die den gewenschten vrede tusschen uwen hemelschen Vader, ende onse weder-spannighe nature, door uwe bittere passie ende onnoosele doodt gemaeckt hebt; ende den hemel, die om onse sonden ghesloten was, wederom geopent hebt: doet ons dese vrede soo beherten, dat sy noyt van ons ghebroken en worde; ende dat wy voort-aen u rijck, vol glorie ende salicheydt, door onse sonden niet meer en sluyten; maer door een goet leven, het erf-deel, dat ghy ons ghenadelijck bereydt hebt, moghen verkrijghen. Die met den Vader, ende den heylighen Gheest, eenen Godt, leeft ende regneert inder eeuwicheydt. Amen.

[pagina 267]
[p. 267]

Vers.

Laet ons den Heere ghebenedijden.

Antvv.

Gode zy lof.

Vers.

De zielen der gheloovighen moeten door Godts bermherticheydt in vrede rusten.

Antvv.

Amen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Algemene gebruikersvoorwaarden
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken