Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Den Lusthof der gheestelicke oeffeninghen (1617)

Informatie terzijde

Titelpagina van Den Lusthof der gheestelicke oeffeninghen
Afbeelding van Den Lusthof der gheestelicke oeffeninghenToon afbeelding van titelpagina van Den Lusthof der gheestelicke oeffeninghen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (5.05 MB)

ebook (6.71 MB)

XML (0.97 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Den Lusthof der gheestelicke oeffeninghen

(1617)–Lodewijk Makeblijde–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Oeffeninghe voor elcken dach van de vveke.

Op den sondach:

EErt de Heylighe Drijvuldicheydt, op eene van dese, oft dier ghelijcke manieren:

1.Mediteert op de dry principaelste wercken van de Heylighe Drijvuldicheydt, te weten. 1. Het scheppen der wereldt. 2. Het verlossen de menschen. 3. Ende het heylich-maken der gheloovighen.
2.Leest de kleyne ghetijden van de H. Drijvuldicheydt.
[pagina 62]
[p. 62]
3.Leest het kleyn roosen Cransken van de H. Drijvuldicheydt.

Bidt, desen dach, voor de gantsche H. Kercke: ende danckt Godt, dat hy v eene redelicke creature gheschapen heeft, ende tot het aenschouwen van sijn Godlick wesen gheschickt heeft.

Op den maendach.

Helpt de gheloovighe sielen die in't vaghevier lijden.

1.Mediteert: 1. wie dat sy zijn, die daer lijden. 2. wat, ende waerom dat sy lijden. 3. hoe dat sy gheholpen konnen worden.
2.Leest de kleyne ghetijden van de ouerledene.
3.Leest het kleyn roosen Cransken van de ouerledene.

Bidt desen dach, dat alle menschen, soo deuchdelick moghen leuen, dat sy in het vaghevier niet en komen: ende danckt Godt, dat hy v een Christen mensch door het Doopsel ghemaeckt heeft.

Op den dijnsdach.

Eert den Heylighen Gheest, met de neghen kooren der Enghelen.

1.Ouerpeyst: 1. de weerdicheydt ende de verscheydentheydt van de nature der Enghelen. 2. hunne verheventheydt ende onveranderlickheydt in glorie. 3. hunne officien die sy na Godts ordinantie bedienen. De vvelcke ghy hebt in de ghebeden tot de neghen kooren der Enghelen, in de achtste oeffeninghe.
[pagina 63]
[p. 63]
2.Leest de kleyne ghetijden van den Heylighen Gheest, des inwoonders der H Enghelen.
3.Leest het kleyn roosen Cransken van de Enghelen.

Bidt desen dach, voor alle gheestelicke ende wereldtlicke Ouersten van de H. Kercke: ende danckt Godt dat hy v ghegheuen heeft eenen Enghel tot uwe bewaernisse, wiens salighe vermaninghen, ende inspraken ghy mooght altijdt volghen.

Op den woensdach.

Eert de heylighe Apostelen, Martelaren, Confessoren, Maechden, ende alle Godts lieue Heylighen.

1.Mediteert: 1. hoe ellendich dat dese wereldt is, ende wat sy hier ghedaen hebben. 2. hoe gheluckich een landtschap dat den hemel is, ende wat sy na hunne doot verkreghen hebben. 3. wat wy tot nu toe ghedaen hebben, ende hoe dat wy ons moeten voeghen na hun exempel
2Leest de kleyne ghetijden van alle Heylighen.
3.Leest het kleyn roosen Cransken van alle Heylighen.

Bidt voor alle gheestelicke persoonen, dat sy moghen heylichlick na hunnen roep leuen, ende alle weereldtlicke menschen tot hunne salicheydt stichten: ende danckt Godt, dat hy v sonder uwe verdiensten, in het Katholijck ghelooue tot nu toe bewaert heeft.

Op den donderdach.

Eert het Heylich Sacrament des Autaers.

1.Hoort 'smorghens de Misse, ende 'sauondts het Lof van het Heylich Sacrament: ende me-
[pagina 64]
[p. 64]
diteert: 1. wat dat het heylich Sacrament is, van wien, waerom, ende door wat liefde ons ghegheuen. 2. hoe suyuer, heylich, ende vierich wy behoorden te wesen, die dat willen ontfanghen. 3. wat vruchten dat het in ons voortbrenght. Dese hebdy inde achtste Oeffeninghe.
2.Leest de kleyne ghetijden van het H. Sacrament.
3.Leest het kleyn roosen Cransken van het H. Sacrament.

Bidt voor alle weereldtlicke persoonen, dat sy, alle te samen, ende elck in 't besonder, Godt moghen vreesen, in peyse met malkanderen leuen, ende hunne salicheydt neerstelick besorghen: danckt oock Godt, dat hy tot uwe salicheydt inghestelt heeft de seuen Heylighe Sacramenten, namentlick der Biechte, ende des Autaers, ende dat ghy, door sijne gracie, de selve dickwijls ghebruyckt hebt.

Op den vrijdach:

Eert de Passie ende het Cruys Christi..

1.Leest de Passie Christi, oft de seuen bloedtstortinghen, ende mediteert: 1. wie dat hy is die lijdt. 2. wat dat hy lijdt in siele en lichame. 3. van wien ende voor wien dat hy lijdt.
2.Leest de kleyne getijden van het Cruys Christi
3.Leest het kleyn roosen Cransken van de Passie Christi.

Bidt, desen dach, voor alle de gene, die levende in doodt-sonde hunne salicheydt vergeten; op datse Godt soude willen bekeeren: ende danct Godt den hemelschen Vader, voor de weldaedt onser verlossinge, die geschiet is door sijnen natuerlicken Sone, die hy ten dien eynde gesonden heeft.

[pagina 65]
[p. 65]

Op den saterdach.

Eert de ghebenedijde Moeder Godts Maria..

1.Leest vijfthien Pater noster, ende Aue Maria, ter eeren van hare vijfthien deughden, ende mediteert: 1. hoe weerdich in deughden dat Maria was, eer sy verkoren was tot een Moeder Godts, in het verkiesen, ende na het verkiesen. 2. hoe veel dat sy met haren Sone gheleden heeft. 3. ende tot wat eene glorie dat sy nu verheuen is; in de welcke nochtans sy ons niet en vergheet, maer om onsen wille, den tijtel draeght van eene Moeder der bermherticheydt.
2.Leest de kleyne ghetijden van Maria.
3.Groet met het roosen Cransken de ghebenedijde Moeder.

Bidt, desen dach, voor alle de ghene, die van goeden wille zijn, om deughdelick te leuen; dat Godt hen ende v verleene voordtganck ende een salich eynde: ende danckt hem van alle de middelen, die hy v ghegheuen heeft, om tot de eewighe salicheyt te gheraken.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken