Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Den Lusthof der gheestelicke oeffeninghen (1617)

Informatie terzijde

Titelpagina van Den Lusthof der gheestelicke oeffeninghen
Afbeelding van Den Lusthof der gheestelicke oeffeninghenToon afbeelding van titelpagina van Den Lusthof der gheestelicke oeffeninghen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (5.05 MB)

ebook (6.71 MB)

XML (0.97 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Den Lusthof der gheestelicke oeffeninghen

(1617)–Lodewijk Makeblijde–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 299]
[p. 299]

Het tweede
van noode tot eene generale biechte.
Volmaeckt berou.

ALs wy met behoorlicke neersticheydt den ganschen staet van ons voor-gaende leuen, door Godts hulpe, op de voor-schreuen maniere wel ende rijpelick onder-socht sullen hebben, ende bemerckt hoe menichvuldelick dat wy de Goddelicke Maiesteyt vergramt hebben: soo moeten wy een volmaeckt ende oprecht berou in ons verwecken van al dat wy misdaen hebben, om alsoo ons voordts ghereedt te maken tot de biechte.

VVat een volmaeckt berou in hem besluyt.

Het berou dat noodelick is tot de biechte, besluyt in hem dese ses dinghen.

Ten eersten, Een ghemeyn leedt-wesen van alle onse doodt-sonden, (als van het aldermeeste quaedt dat ons soude in aller ghevoeghe konnen gheschieden) ten opsiene van Godt: oft om dat wy soo on-ghemeten een goedtheydt ende hooghe Maiesteyt soo stoutelick vergramt hebben; het welck Contritio ghenoemt wordt: oft om dat wy lijden, oft vreesen te lijden sijne tijdelicke oft eewighe straffen ouer onse sonden want hy recht-veerdich is,

[pagina 300]
[p. 300]

ende noyt gheene sonde on-ghestraft en laet; 't welck Attritio is.

Ten tvveeden, Eenen volkomen haet, ende vasten afkeer van alle, ende elcke doodt-sonde, in't ghemeyn, als van het alder-hinderlicste quaedt der weereldt: want in der waerheydt alle doodt-sonden sulcks zijn, al is't dat veel menschen (Godt betert) dit niet en begrijpen, soo sy wel behoorden.

Ten derden, Een oprecht ende vast opset, van ons ganschelick te beteren, ende alle naeste oorsaken der sonden, niet min als de sonden selue, te laten.

Ten vierden, Eene vaste begheerte, van weder te gheuen alle ghestolen goederen, als gheldt, landt, renten, verlies een-ander ten onrechte aen-gedaen, etc. Item de faem, naem, ende eere ons naestens; als wy die gehindert hebben.

Ten vijfden, Dat wy met der daedt ende uyt der herten vergheuen, al dat van onsen naesten teghen ons misdaen is, met opset van gheene wrake daer af oyt te begheeren.

Ten sesten, Begeerte hebben van een goede biechte te doen, ende te volbrenghen eenighe bequame penitentie.

Middelen om tot vvaerachtich berou te komen.

1. STelt v voor ooghen alle de sonden die ghy wilt biechten, ende bemerckt aengaende die, dese dry dinghen: 1. Hoe menichvuldich dat sy zijn. 2. Hoe verscheyden van soorte dat sy zijn. 3. Ende hoe groot ende swaer dat sy

[pagina 301]
[p. 301]

zijn. Daer nae presenteert v met dese, als met stercke ketenen ghebonden voor de Maiesteyt Godts, Enghelen, ende alle Heylighen: om van dien oppersten rechter, wien alle dinghen kennelick zijn, ende wiens rechtveerdicheyt is sijn wesen, de vonnissen der eewicheydt te ontfanghen. Houdt v eenighen tijdt in dese salighe aenmerckinghe, ende doorsiet den ellendighen staet van uwe sondighe siele: ende verweckt v soo tot behoorlicke schaemte ende droefheydt.

2. Ouerdenckt wie dat hy is, die ghy met v stinckende sonden soo dickwijls vergramt hebt: te weten, Godt almachtich, die v van niet, eene soo edele creature, na sijn beeldt ende ghelijckenisse, tot sulck een hoogh eynde, als is om sijn Godtlick wesen eewelick te aenschouwen, ghemaeckt heeft: hy is't, die v met sijnen dierbaren bloede, ende alderpijnelickste doodt aen de galghe des cruyce, van de eewighe verdoemenisse verlost heeft: hy is't, die v nae de eerste doodt-sonde, die ghy ghedaen hebt, hadde moghen verworpen; maer door sijne goedtheydt v soo langh ende soo verduldichlick verwacht tot penitentie. O ondanckbaren mensch! o ver-steenden sondaer! o ellendighe creature! wat hebdy in hem ghevonden, dat ghy soo schadelick voor uwe siele, van hem, ende sijn heylighe gheboden zijt afgheweken? Is't om dat hy v van niet, een redelic schepsel ghemaeckt heeft? Is't om dat hy v van de eewighe slauernije der hellen met sijne doot verlost heeft? Is't om dat hy v sijnen hemel belooft, ende versoent by sijnen hemelschen Vader? Is't om dat hy v gheschreuen

[pagina 302]
[p. 302]

heeft in sijn handen, draecht in sijn herte, bewaert als den appel van sijn ooghen? Is't om dat hy v spijst na de siele met sijn vleesch ende bloedt, ende goddelick maeckt met sijnen H Geest? Wat siet ghy anders in uwen Godt, dan goedtheydt, mildtheydt, lof, eere, glorie ende alle salicheydt?

3. Bemerckt dese dry dinghen uyt de sonde; 1. Wat ghy door de sonde verloren hebt. 2. Wat ghy ghekreghen hebt. 3. Wat ghy verdient hebt. Ghy hebt door de doodt-sonde verloren ses dinghen: 1. De gracie Godts. 2. De verdiensten der goeder wercken. 3. Den peys uwer conscientie. 4. De bijsondere goddelicke sorghe, met de welcke hy v bewaerde als sijn kindt. 5. De liefde Godts ende sijnder Heylighen. 6. Het recht dat ghy hadt tot het rijcke Godts, ende erfdom van het eewich leuen Waer't dat ghy grooten rijckdom, oft eenen goeden vriendt verloren hadt, ghy soudt weenen O waer zijn nu uwe tranen, ellendighen sondaer, als ghy Godt, ende het eewich goedt verloren hebt? Seght dan met den Propheet Ierem, c. 9. VVie sal mijn hooft vvater gheven, ende mijn ooghen eene fonteyne der tranen, ende ick sal dach ende nacht vveenen, ouer den bedruckten staet mijnder siele. Ghy hebt door de doodt-sonde verkreghen dese ses dinghen, te weten. 1. Voor eenen inwoonder uwer siele den duyvel. 2. Ghedurighe ongherustheydt der conscientie. 3. Machteloosheydt tot de deughdt ende tot uwe salicheydt. 4. De doodt uwer siele. 5. Armoede van alle de bouen natuerlicke goederen. 6. Eenen verdoemelicken staet des leuens. Ghy hebt verdient dese ses

[pagina 303]
[p. 303]

dinghen, te weten: 1. Dat Godt v soude in der eewicheydt versteken. 2. 'S duyuels slaue sonder eynde te blijuen. 3. Vermaledijt te worden van alle creaturen. 4 Dat v alle spijse ende dranck veranderen soude in venijn. 5. Alle maledictien in dit leuen. 6 De eewighe tormenten der helle voor het andere.

4. Ouerleght met rijpe sinnen, hoe onbegrijpelick dat Godts bermherticheydt tot v gheweest is, die v van veelderhande quaden bewaert heeft, ende soo lanckmoedichlick tot beteringhe verwacht heeft soo veel verscheyden schoone occasien van gracie presenterende, die v nochtans om elcke doodt-sonde hadde moghen inder eewicheydt verdoemen.

5. Aensiet hem voor v aen het Cruyce hanghen, ende met sijnen dierbaren bloede, uyt hertelicke liefde uwer salicheydt, v een badt ghereedt maken, om uwe sonden af te wasschen. Hoort hem tot uwe siele roepen. Ick hebbe dorst, ende verdrooghe gantschelick door de begheerte tot uwe behoudenisse. Merckt hoe dat hy sijn armen uytstreckt om v te omhelsen, ende nu soo veel iaren hem vermoeyt, v te vergheefs verwachtende O wreeden sondaer tot uwen Godt, wat verderuenisse en staet v niet ouer te komen, want ghy v niet en betert? De deuren der ghenade Godts zijn noch open; spoeyt v, eer sy v ghesloten worden ende eer de eewighe maledictie v verslinde. Neemt uwen toevlucht tot uwen Salichmaker die v roept: verbercht v in sijne wonden, want hy v die opent, ende in sijne verdiensten maeckt v salich.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken