Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Den schat der christelicker leeringhe tot verklaringhe van den catechismus (1610)

Informatie terzijde

Titelpagina van Den schat der christelicker leeringhe tot verklaringhe van den catechismus
Afbeelding van Den schat der christelicker leeringhe tot verklaringhe van den catechismusToon afbeelding van titelpagina van Den schat der christelicker leeringhe tot verklaringhe van den catechismus

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.66 MB)

Scans (343.57 MB)

ebook (3.30 MB)

XML (0.71 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

studie
bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Den schat der christelicker leeringhe tot verklaringhe van den catechismus

(1610)–Lodewijk Makeblijde–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 1]
[p. 1]

Den Schat der Christelicker Leeringhe.
Het eerste Hoofdtstuck, Van het ghelooue.

De eerste lesse.
Van de Christelicke leeringhe, ende van den mensch.

Welcke is de aldersalichste leeringhe, onder alle de wetenheden der wereldt?

De Christelicke leeringhe.

Wat is de Christelicke leeringhe?

Een kort begrijp aller dinghen die onsen Ga naar margenoot+ Salichmaker Christus Jesus ons gheleert heeft, om ons den waerachtighen wech der salicheydt te bewijsen.

Waerom is dese leeringhe de aldersalichste?

Om dat alle andere wetenheden (als der Ga naar margenoot+ Rechten, Medecijne, Philosophie, Vry-konsten, ende andere deser mindere) dienen tot gherief van dit tijdelick leuen: maer de Christelicke leeringhe verheft den mensch bouen

[pagina 2]
[p. 2]

al dat Ga naar margenoota verganckelick is, ende stuert hem tot dat Ga naar margenootb is.

Hoe doet de Christelicke leeringhe dat?

Want sy alleen den mensch leert sy-seluen kennen, ende Godt kennen: toont hem sijn bouen-naturelick eynde: ende geeft hem de middelen, die noodelick zijn om de eeuwighe salicheydt te verkrijghen.

Hoedanich moeten-se wesen, die dese leeringhe komen hooren?

Ga naar margenoot+1. Sy moeten dese salighe leeringhe seer groot ende weerdich achten, ende ghestadich wesen in die te hooren.

Ga naar margenoot+2. Sy moeten oodmoedich wesen: want Godt den oodmoedigen gratie geeft; sonder de welcke dese leeringhe niet en kan verstaen zijn.

Ga naar margenoot+3. Sy moeten suyuer van herte wesen, ende vry van alle onghereghelde passien: want den Wijsenman segt, dat in eene boose siele den geest des verstandts niet komen en kan.

Ga naar margenoot+4. Sy moeten eenen groote begheerte hebben, om nae dese heylighe leeringhe gantsch hun leuen te schicken.

Ga naar margenoot+5. Godt t'elcker lesse hertelick bidden om verstandt ende goeden voordtganck.

Wat is den mensch?

Een Ga naar margenoota redelick schepsel Godts, Ga naar margenootb hebbende eene siele ende lichaem.

Toont uyt dese beschrijuinghe, dat den mensch verscheyden is van alle andere dinghen.

1. Hy is verscheyden van alle onsienlicke creaturen: want hy een lichaem heeft, dat kenlick ende tastelick is.

2. Hy is verscheyden van alle sienlicke crea-

[pagina 3]
[p. 3]

turen: want hy alleen onder die redelick is, hebbende verstandt ende wille.

3. Hy is verscheyden van Godt want hy een schepsel Godts is.

Wat hebben wy te bemercken op de siele van den mensch?

Dry dinghen.

Ten eersten, hare weerdicheydt. Te weten: dat sy gheestelick is, nae Godts beeldt geschapen: eenen tempel is des heylighen Gheests: ghevoedt wordt door het lichaem ende bloedt Christi, in't heylich Sacrament: dat Godt den hemelschen Vader voor haer sijnen eenighen naturelicken Sone ghegheuen heeft, ende den Sone voor haer de schandelicke doodt des Kruys gheleden heeft.

Ten tweeden, hare peryckelen. Te weten: dat sy ontallicke vijanden heeft, die haer allessins tot alle tijden omringen; ende gebout is in een aerdsch lichaem, dat haer met sijne aerdsche lusten doodelick vervolght: ende nochtans hare eygene perijckelen noch en begrijpt, noch door kranckheydt genoech en wederstaet.

Ten derden, hare ellenicheden. Te weten: dat sy hier als ghevangen is, ende ballinck van haer eyghen landt, onder de beesten, ende somtijdts haer onverstandichlicker draeght dan de beesten selfs, door de quade passien, ende sinnelicke lusten, dien sy onverworpen is. Leert dan, o mensch, v veroodmoedighen uyt v eyghen seluen: waeckt ouer uwe siele, op dat ghy die niet en verliest; want siele verloren, al verloren.

Wat hebben wy te bemercken op het lichaem van den mensch?
[pagina 4]
[p. 4]

Oock dry dinghen.

Ten eersten, sijne verworpenheyt. Te weten: dat het van slijck ende van aerde is, ende corts in stof ende wormen sal verkeeren: iae vol vuylich-heydt is, ende ontellicker ellenden onderworpen.

Ten tweeden, sijne hinderlickheydt. Te weten: dat het eenen vijandt is der Godlicker gratie, ende onser salicheydt, vol quader begheerten; ende soo veel te onghenadelicker ons bevecht, als't van ons ghenadelicker ghehandelt wordt.

Ten derden, sijne weerdicheyt. Te weten: dat het de woonstede is van soo weerdighe eene siele, ende een instrument der gratie Godts, ende der heyligher Sacramenten: voordt oock een lidtmaet van het geestelick lichaem Christi, ende bequaem om eens glorieuselick met de siele te verrijsen.

Beneemt dan, o mensch, den lichame sijne wellusten, ende houdt dat ghedurichlick in bedwanck onder den geest: op dat sy eens t'samen ter salicheydt moghen versamen.

margenoot+
Actor. 1. 1. 2. 3.
1. Ioan. 2. 6.
margenoot+
Prou. 3. 13.
margenoota
Luc. 14. 26.
margenootb
Eccli. 1. 25.
margenoot+
Prou. 8. 10.
margenoot+
Iac. 4. 6.
Matth. 11. 25.
margenoot+
Ps. 23. 4.
Mat. 5. 8.
Sap. 1. 4. 5.
margenoot+
Sap. 9. 10. 11.
margenoot+
Sap. 7. 7.
margenoota
Eccli. 17. 6.
margenootb
Gen. 2. 7.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken