Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Olie op de golven (1961)

Informatie terzijde

Titelpagina van Olie op de golven
Afbeelding van Olie op de golvenToon afbeelding van titelpagina van Olie op de golven

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.16 MB)

Scans (250.47 MB)

ebook (3.05 MB)

XML (0.45 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Olie op de golven

(1961)–W. van Mancius–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[p. 109]

Hoofdstuk XI

Kapitein Kramer staarde op het stukje papier in zijn hand. Een ogenblik keek hij op het kompas van de automatische stuurinrichting. De koers was zuidwest ten zuiden. Er diende een correctie gemaakt te worden. Ook moest de snelheid verminderen.

De storm nam nog steeds in kracht toe, het schip liep zich met deze snelheid te pletter op de muurzeeën, zelfs nu ze al geen volle kracht meer draaiden. Maar de kop op de wind, dacht hij, in godsnaam de kop op de wind houden.

Daarbuiten was alles water. Het hele schip verdween er af en toe onder, het sloeg omhoog tot aan het stuurhuis.

Even later lag het schip rustiger, het waanzinnige slingeren, dat zelfs hem bang maakte, dat de naald van de slagzij-indicator zelfs voorbij de veiligheidsstreep had doen gaan, bedaarde. Het schip leek zich meer aan de golfslag aan te passen, dan ertegen te vechten.

Kapitein Kramer haalde een zakdoek te voorschijn en wiste zijn voorhoofd af. Er was nu een kans dat ze er zonder averij door zouden komen, als de luiken het zouden houden.

Voortgang maakte het schip nu niet meer, maar het was bestuurbaar en volgde de weg van de minste weerstand. Hij staarde weer op het papier in zijn hand, een sos-bericht, vierhonderd mijl hier vandaan. Daar konden ze niets aan doen. Bij draaien was zelfmoord.

[p. 110]

‘Koffie, kapitein,’ zei een stem naast hem.

Hij keek op en zag de steward, bleek maar vastberaden, naast zich staan.

‘Hoe is het met de passagiers?’ vroeg hij.

‘Allemaal naar bed, kapitein,’ antwoordde de steward, ‘behalve meneer Keller, die zit in de rooksalon te lezen.’

Kramer balanceeerde met de kop koffie en wilde hem leegdrinken juist toen het schip diep wegdook. Hij kon niet voorkomen, dat hij wat morste. Hij keek of de steward het gezien had, maar die scheen andere gedachten te hebben. Snel dronk Kramer de kop leeg.

‘Zo, meneer Keller heeft dus zeebenen, he? Je hebt er wel eens een enkele bij. Hoe is het met jezelf?’

‘Dat gaat wel, kapitein.’

‘Goed, zo houden, het zal wel niet zolang meer duren.’ Hij gaf de lege kop terug. ‘Breng me nog wat koffie, want voorlopig komt er niets van naar kooi gaan.’

‘Zeker, kapitein. Er is nog hier in de pot, die ik bij me heb.’

‘O, daarom heb je niet gemorst. Ik vroeg me al af. Goed, maar breng me toch ook nog maar zo'n potje.’

Het was Kramers laatste reis als kapitein. Als ze in Holland terugkwamen monsterde hij af, ging hij rustig op het land leven. Wat kippen houden, een moestuin en wat fruitbomen. Hij had het dan ook wel gehad, was zijn plicht als zeeman wel nagekomen.

Hij begon de brug op en neer te lopen, keek op zijn horloge, het was halftwaalf, nog zes uur tot daglicht. Stuurman Merkel kon hem nu niet aflossen. Hij liep naar de roerganger, die naast de stuurinrichting stond.

‘Ze houdt goed koers.’

‘Ja, kapitein.’

Hij hervatte zijn wandeling, meegevend met elke duik die het schip nam luisterend naar onverwachte geluiden, die te kennen zouden geven dat er iets mis was. Ze hield zich kranig,

[p. 111]

de oude schuit. Hoeveel reizen had hij nu al met haar gemaakt? Hij was de tel kwijt en toch, iedere reis was anders geweest. Andere gezichten, andere gebeurtenissen.

Het leek, dat het deze keer niet zoveel zou verschillen van de gebruikelijke gang van zaken op deze reizen naar de Caribische Zee. De verlofgangers, die naar hun werk terugkeerden, een enkele nieuweling, zoals die Keller. Behalve dan die mensen waarmee hij aan tafel zat, die Oberon. Zij was charmant, hoe was ze in godsnaam aan een vent zoals Oberon gekomen? Wonderlijk, wat je zo in de loop der jaren aan huwelijken meemaakte, maar dit was toch wel een van de sterkste gevallen. Natuurlijk zou 's mans positie er wel een grote rol bij gespeeld hebben, maar toch... Het gesprek aan tafel, de eerste dag al, was vol voetangels en klemmen geweest. Verborgen hatelijkheden onder een mom van hoffelijkheid, maar Kramer had te lang gevaren om dat niet te merken. Het had hem moeite gekost, het gesprek in goede algemene banen te houden, maar het zou hem niet verwonderen, dacht hij, als er nog gedurende deze reis onaangenaamheden kwamen.

De steward bracht een nieuwe kan koffie.

‘Goed, dank je wel, je kunt nu wel naar kooi gaan.’

‘Dank u kapitein.’

Kramer schonk zich een nieuwe kop koffie in. Hij begon weer te mijmeren. Hoeveel keer had hij in zijn leven zo al op de brug gestaan, als het schip tegen de storm vocht, het aanvoelend, alsof het een levend wezen was dat hij leidde. Een deel van hemzelf, waarvan hij nu spoedig afscheid zou moeten nemen. Misschien was dit wel de laatste storm, die hij zou meemaken. Niet, dat hij op storm gesteld was, maar er was toch iets in de strijd van het schip tegen de elementen dat hem aansprak. Als het een goed schip was tenminste. En de ‘Zuidzee’ was een goed schip. Hij voelde, dat het scheiden van de zee niet zo gemakkelijk zou zijn.

Plotseling ging de deur open. Kramer keek verwonderd op.

[p. 112]

De steward, drijfnat met doodsbleek gezicht, strompelde naar binnen.

‘Wat is er, steward?’ vroeg de kapitein.

‘Meneer Keller, kapitein,’ hijgde de steward, ‘hij was aan dek!’

‘Aan dek?’

‘Ja, ik heb hem gevonden. Hij is bewusteloos.’

‘God, man, wat is dat voor nonsens? Waar is hij dan nu?’

‘Hij is in de hut van mevrouw Helmers.’

‘Maar...’ Kramer dacht even na. ‘Roep stuurman Merkel, steward, vraag hem direct op de brug te komen.’

De steward verdween. Kramer stond even voor zich uit te kijken. Zo iets moest er nou altijd gebeuren met passagiers die hun eerste reis maakten. Dat ging maar aan dek, storm of niet, of ze iemand anders in gevaar brachten, daar werd niet aan gedacht. Hij zou die meneer Keller eens goed onder handen nemen, als er tenminste niets ernstigs gebeurd was. Bewusteloos? Misschien gewond? En natuurlijk nu, nu hij eigenlijk niet van de brug af mocht, hoewel het schip wel veel rustiger lag. Hij liep naar de roerganger. Wat bleef Merkel lang weg. Ah, daar was hij.

De deur ging open en de stuurman kwam de brug op.

‘Wat is er gebeurd, kapitein?’

‘Het schijnt dat een van de passagiers een wandelingetje aan dek heeft willen maken, het spijt me dat ik u moest laten porren, maar ik kan niet van de brug weg. Wilt u de zaak onderzoeken en kijken hoe het met hem is? Het is Keller. U zult hem in de hut van mevrouw Helmers vinden.’

‘Zijn ze gek geworden? Met dit weer?’

‘Ja, dat lijkt er wel op. O, daar is de steward, hij gaat wel met u mee. Rapporteert u direct aan mij wat er precies gebeurd is en hoe het met hem is.’

‘Zeker kapitein,’ zei Merkel en zich tot de steward wendend, die bij de deur wachtte. ‘Laten we gaan.’


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken