Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
DBNL Logo
DBNL Logo

Hoofdmenu

  • Literatuur & Taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Gebruiksvoorwaarden
    • Voorwaarden voor hergebruik
    • Disclaimer
    • Voor rechthebbenden
  • Over DBNL
    • Over DBNL
    • Contact
    • Veelgestelde vragen
    • Privacy
    • Toegankelijkheid

Informatie terzijde

Het schilder-boeck
Toon afbeeldingen van Het schilder-boeck

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (6,74 MB)

XML (3,51 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

non-fictie/biografie
non-fictie/naslagwerken (alg.)
non-fictie/kunstgeschiedenis


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het schilder-boeck

(1969)–Karel van Mander– Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Van Nicomachus, constighen Schilder.

Wat Stadts Borgher is gheweest Nicomachus den Schilder, en vind' ick niet, dan dat hy is gheweest den soon en discipel van eenen constighen Beeldt-snijder, gheheeten Aristodemus, die seer bequaem was Worstelaers te maken, en ander dingen, also Plinius verhaelt in zijn 34e. Boec, aen het 8e. Cap. Desen Nicomachus maeckte een ontschakinghe van Proserpina, die namaels was te Room op't Capitolium, in den Tempel van Minerva, boven de cleen Capelle van de Goddinne der Ionckheyt Hebe. Oock een Victorie, die met vier inghespannen Peerden eenen Triumph-waghen opvoert ten Hemel, die het Capitolio worde toegheeygent door eenen Plancus, die doe over t'Roomsch Legher was. Hy was den eersten Schilder, die Vlysses met eenen hoedt op't hooft hadde geschildert. Daer was ooc te Room van hem te sien eenen Apollo en Diane, oock de Moeder der Goden Cybele, die geseten was op eenen Leeuw, dit was al zijn eyghen handtwerck. Hy maeckte oock een Tafereel, waer in waren een deel Iongvrouwen toegemaeckt, als Bacchus Nonnen, op de welcke eenighe cleen Satyrkens te claveren bestonden. Hy maeckte oock een Scilla, die tot Plinij tijdt noch was te Room in des Vreden Tempel. Noyt en wasser Schilder, die soo snel van der handt was, als desen Nicomachus. Het is gheschiedt, dat hy coop ghemaeckt hadde met Aristratus den Coningh van Sycionia, op eenen besproken dagh te leveren al gheschildert, een Graf-plaetse des Poeten Telestus, daer hy hem niet en haestede te gaen, dan ginger slechs henen

[Folio 71r]
[fol. 71r]

een weynich daghen eer den ghestelden dagh verscheen, soo dat hem Aristratus verdreyghde: doch hy en faelgeerde niet, hy en hadde de Sepultuere binnen weynigh daghen al voldaen, teghen den dagh dien hy belooft hadde. Hy heeft nae zijn doot noch onvolmaeckt ghelaten een stuck van Castor en Pollux, dat namaels meer worde in weerden ghehouden, als eenigh ander dat volmaeckt was. Zijn Discipelen waren Aristides zijnen broeder, en Aristocles zijn soon, en Philoxenus van Eretria, een Stadt by Negrepont. Desen Philoxenus hadde de handt wel also veerdigh als zijn Meester, en vondt daerenboven noch enighe corter weghen in de Const, die seer goede gratie hadden, en wel pasten om veel wercks te beschicken. Hy schilderde voor Coningh Cassander den strijdt, daer den grooten Alexander Darium verwon, een soo loflijck stuck, als eenigh datmen hadde moghen sien. Hy maeckte noch een stuck, dat hy d'oncuysheyt noemde, daer in waren drie Satyren, die met den anderen goet chiere maeckten. Summa, het is bewijslijck ghenoech, dat Nicomachus ten tijde van Appelles en den grooten Alexander was, dat ten minsten was in de 112e Olympiade: en dat ick hem hier soo vroech sette, is om de wille van eenen Schilder Aristides, die hier ghenoemt wordt zijn broeder en discipel, dus wil ick nu desen naem Aristides voor nemen.


Vorige Volgende