Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het schilder-boeck (1969)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het schilder-boeck
Afbeelding van Het schilder-boeckToon afbeelding van titelpagina van Het schilder-boeck

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (6.74 MB)

XML (3.51 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

non-fictie/biografie
non-fictie/naslagwerken (alg.)
non-fictie/kunstgeschiedenis


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het schilder-boeck

(1969)–Karel van Mander–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Van Pausias, Schilder van Sicyonien.

De constighe Meesters van oudts, als ick te vooren verhaelde, hebben in verscheyden dinghen de Schilder-const aengaende hunnen gheest gheoeffent, en in eenighe ghedaenten van wercken, die ons nu niet bekent, oft in ghebruyck niet en zijn: Want desen Pausias was een seer goet emailleerder in zijnen tijdt, te weten, van te maken Schilderije met den vyere, waer van wy hebben verhaelt in onse beschrijvinghe van Polygnotus van Athenen, die men den eersten vinder oft gebruycker daer van acht te wesen, want men en vindt geen sulck werck ouder als van hem, hoewel Plinius twijffelt wiens vindinge het is gheweest, en seght aengaende het schilderen met wasch, en met het vyer, Encausticè geheeten, en weet ick wislijck den eersten vinder niet. Eenighe seggen het was Aristides, en dat naer hem Praxiteles namaels dees Const bracht ter volcomenheyt, maer sy missen: want men vindt stucken die ghedaen zijn met den vyere aleer Aristides oyt is gheweest: namelijck van Polygnotus, van Nicanor, en Arcesilaus van Parium. Dus blijckt nae mijn voorich verhael noch Polygnotus den eersten, die men weet te noemen. Lysippus, daer wy van verhaelt hebben, was oock een van dese Encausticè werckers, en hadde voor een ghebruyck, te schrijven op de stucken die hy maeckte in't Eylandt Aegina: Lysippus heeft dese Schilderije ghemaeckt met het vyer. Ick hadde desen Lysippum mogen by den Schilders hebben ghevoeght, maer ick en vinde niet, wat hy met dit schilderen voor stucken gemaeckt heeft, daer onse Schilder-jeught

[Folio 73r]
[fol. 73r]

yet by soude gheleert worden. Men seght oock (seyt Plinius), dat Pamphilus, den Meester van Appelles, niet alleen en emaillieerde, maer heeft het oock gheleert Pausias, Schilder van Sicyonia, die wy nu voor hebben. Desen Pausias hadde de Const van schilderen aengevangen te leeren by Brietes zijnen Vader. Hy behielp hem met den Pinceel te beschilderen de mueren, namelijck te Thespia, een Stadt in Beotien, daer hy oock aennam oft bestondt te herschilderen eenighe dingen op de mueren, die te vooren waren gedaen van Polygnoto. Dit en acht ick niet dat op't nat calck was, en dat het Fresco, dat men in Italien nu ghemeen heeft, doe niet en was in't gebruyck: want haddet op mueren onder dack gheweest, de Schilderije van Polygnotus en waer in Pausias tijdt niet vergaen gheweest, dewijle dat het een eeuwich werck is (by maniere van spreken), oft ten mosten mueren zijn uytwendich aen de huysen, dat ick niet en achte dat het waren, dan dat het lijm oft ey-verwe was, oock geen olyverwe, want sy daer van niet en wisten. Dese Schilderije, en die van Polygnoto, waren malcander seer ongelijck, en daer was een groot onderscheyt van het werck. Pausias was den eersten, die opbracht te schilderen de balcken en beschietingen der solderingen, en noyt voor zijnen tijt en was gesien eenigh welfsel dat beschildert was. Hy was seer lustigh tot cleyne dinghen te maken, en cleyne kinderkens: maer zijn vertrotsers oft quaetwillige seyden, dat hy dat dede, om datter veel tijts toegaen most. T'welck hy verstaende, en willende het gantsche teghendeel bewijsen van dat sy seyden, en het cleen dingen te maken heerlijck maken en verheffen, schilderde hy een Kindt op eenen dagh, en hiet dit Tafereel ‘ημερησιος, dat is, daghwerck, om dat hy dit Tafereel hadde ghemaeckt op eenen dagh. Hy vrijdde seer in zijn jonckheyt een Bloemcrans oft Tuylkens-vercoopster van zijn stadt Sicyonia, gheheeten Glycera, die seer aerdigh was, en thien duysent inventien hadde, haer houpeelkens, hoeden en cranssen toe te maken: soo dat Pausias hier soeticheyt in hebbende, begaf hem te conterfeyten nae t'leven de bloemcransen en tuylkens van zijn Vryster. maer Glycera veranderde in soo veelderley wijsen de ghedaenten van haer cranssen en tuylkens, en verwisselde soo menichvuldich de byeenvoeginghen der verwen met haer bloemen te vermenghen, om haren Schilder schier te doen rasen, dat het een groote ghenuechte en lust was te sien campen het natuerlijck werck van Glycera, tegen de Const van den Schilder Pausias, die door dit oeffenen hier in heel uytnemende wert. Eyndelijck schilderde hy haer sittende, en makende eenen hoedt van bloemen: welck Tafereel worde gehouden voor het beste dat hy oyt maeckte: en hy noemde dit Stephanoplocos, dat is, Tuylmaeckster, oft Stephanopolis, dat is, Tuyl-vercoopster, om dat Glycera anders geenen middel en hadde haer te behelpen in haer armoede, dan met bloemcranssen en tuylkens te vercoopen, en dit is al geschiet nae de 100e. Olympiade. Men seght dat Lucius Lucullus gaf aen eenen Dionysium, Schilder van Athenen, twee Talenten, van dit Tafereel te copieren, oft van een Copie, Apographon by den Griecken gheseyt. Pausias begaf hem oock te maken groote stucken, onder ander een schoon Offerhande van Ossen, welck Tafereel in Plinij tijdt was in de gallerije van den grooten Pompeus. Hy was oock den eersten, die op bracht in Schilderije uyt te beelden de Offerhanden die men den Goden dede: welcke inventie naderhant van velen was bestaen te volghen, maer niemant wasser soo gheschickt in als Pausias. Onder ander had hy een goede gratie, eenen Osse te maken van vooren

[Folio 73v]
[fol. 73v]

in't vercorten, die men op't voorhooft sagh, en soo door het vercorten zijn gheheel dickte, en met eenen de lengde, sonder dat hy hem hade van ter sijden te stellen, En in plaetse dat ander Schilders veel van wit en lichte verwe hun dingen aenleyden, en soo seer hooghden en rondeden, en datse om hun dingen te doen afsteken en verschieten, vast met swart verdiepten, hadde hy een maniere zijn Ossen bruyn aen te legghen, en met eenen also van selfs de diepselen te weghe brengende, gaf dan zijn behoorlijcke hooghsels. Cort af, hy was soo uytnemende in zijn vercortingen, datmen soude hebben geseyt, dat zijn platte Schilderije verheven en ghebootseert half rondt was: Oock schenen eenighe dinghen ghebroken en puttich oft hol te wesen, die nochtans gheheel en effen waren. En also geseyt is, was hy van Sicyonia de Griecksche Stadt, die langen tijdt was ghehouden voor de rechte Vader-stadt van den Schilders. Sy en lagh niet heel wijt van Corinthen. Dat Landt was seer overvloedich van Boomoly. In den tijt van Scaurus Roomsch Schout, werden al deses Stadts costelijcke Tafereelen, die op ghemeene plaetsen en in Tempelen waren, in uytroep vercocht en ghebracht te Room, en dit was tot betalinghe van veel groote lasten, die dese Stadt schuldich was.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken