Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
DBNL Logo
DBNL Logo

Hoofdmenu

  • Literatuur & Taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Gebruiksvoorwaarden
    • Voorwaarden voor hergebruik
    • Disclaimer
    • Voor rechthebbenden
  • Over DBNL
    • Over DBNL
    • Contact
    • Veelgestelde vragen
    • Privacy
    • Toegankelijkheid

Informatie terzijde

Het schilder-boeck
Toon afbeeldingen van Het schilder-boeck

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (6,74 MB)

XML (3,51 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

non-fictie/biografie
non-fictie/naslagwerken (alg.)
non-fictie/kunstgeschiedenis


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het schilder-boeck

(1969)–Karel van Mander– Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Van Pacuvius Marcus, van Brundusium, Schilder en Poeet.

Nae de schilderije des verhaelden Fabij, heeft men groot werck gemaeckt van die van Pacuvius, Schilder van Brundusium, welcke Schilderije te sien was te Room op d'Ossemarckt, in den Tempel van Hercules, alwaer hy onder ander seer constigh heeft gheschildert het Beeldt Herculis. Hy was den Susters soon van den Dichter Ennius. Hy was ooc een soo goeden Comedien oft Clucht-spelen maker, dat sulcken zijnen edelen gheest zijn Schilderije te meer gherucht heeft toeghelangt. Dit is datter Plinius van ghetuyght, en accordeert met Quintilianus, dat hy des Poeten Ennij Susters soon was: maer Quintilianus roert van zijn schilderen niet: dan noemt hem een Tragische oft Truerspelich Dichter, en dat hy te Room de Schilder-const oeffenende, fabelkens oft schouwspelen vercocht: Dat hy seer vermaert was, door treffelijckheyt van spreucken, cracht van woorden, en gheweldighe Personagien die hy in zijn Spelen bracht, doch alles sonder uyt ander Autheuren oft Dichters yet voort te brenghen. Hy is van Room over ghescheept te Tarenté, en daer ghestorven, oudt al by 90. Iaer. Sijn Graf-schrift vindtmen by Gellium in't 1e. Boec, Capittel 24. met dusdanighe woorden oft meeninghe.

 
Al haest ghy dy, o Ionghelingh, siet desen
 
Steen hier u bidt, doch tijdt en moeyte doet
 
Hem eens t'Aensien, en sijn opschrift te lesen.
 
Hier light t'ghebeent Pacuvi Marci soet,
 
Vermaert Poët, dit wild' ick dat ghy vroet
 
Verstondt, en niet onwetend en soudt wesen.


Vorige Volgende